De schreeuw die Nederlanders het zetje gaf om te doneren

ZAP In het liveprogramma op de landelijke actiedag voor Giro555 eindigde het lied van zangeres Karsu Dönmez in een schreeuw voor de slachtoffers van de aardbevingen in Turkije en Syrië.

Aan het eind van de live-show voor de aardbevingsslachtoffers in Turkije en Syrië werd woensdagavond het eindbedrag voor Giro555 bekendgemaakt: bijna 89 miljoen euro.
Aan het eind van de live-show voor de aardbevingsslachtoffers in Turkije en Syrië werd woensdagavond het eindbedrag voor Giro555 bekendgemaakt: bijna 89 miljoen euro.

De verwoeste stad, het beeld dat Ossip Zadkine maakte voor het in puin gebombardeerde Rotterdam, vond woensdagavond een muzikaal evenbeeld in het lied dat Karsu Dönmez zong voor de verwoeste steden en dorpen in Turkije en Syrië. Ze zong in het Turks, maar haar woordeloze uithaal aan het eind zal iedereen verstaan hebben.

De schreeuw van Karsu in het live-programma van de publieke en commerciële omroepen samen zal vast veel Nederlanders een zetje hebben gegeven om geld te storten op Giro555 voor de slachtoffers van de aardbevingen van 6 februari. De stand aan het begin van de uitzending was bijna 55 miljoen euro, de eindstand tegen half elf was 88,9 miljoen.

Natuurrampen leveren meer geld op dan oorlogen, zei actie-coördinator Kees Zevenbergen van Giro555 bij de vorige inzamelingsactie voor een ramp die een oorlog was. De invasie van Oekraïne, een jaar geleden. Een ramp zonder schuldigen maakt geven makkelijker, zei hij en verklaarde daarmee ook waarom er bij de inzamelingsactie voor de oorlog in Syrië in 2013 ‘maar’ vijf miljoen werd gedoneerd.


Lees ook: Rampen leveren meer op dan oorlogen

De vergelijking met een oorlog werd een aantal keer gemaakt aan tafel bij presentatoren Jeroen Pauw en Eva Jinek. Sinan Can was een jaar geleden nog in het getroffen gebied geweest voor zijn serie Sinan op zoek naar het Paradijs. Afgelopen week keerde hij er terug en waande zich in Aleppo. Alles kapot en ingestort.

Bij een oorlog, zei de huidige 555-directeur Michiel Servaes, voltrekt de ramp zich geleidelijk. Wijk voor wijk, dorp na dorp, stad voor stad. Maar in Turkije en Syrië is een gebied zo groot als Nederland en België samen in één klap onbewoonbaar geraakt. Een oorlog, zei Karsu, gaat stap voor stap. Zij verloor in een week tijd zestien familieleden bij de aardbeving. In Turkije zijn nu 35.000 doden geborgen, met de Syrische slachtoffers erbij komt het aantal op 41.000.

‘Survivors guilt’

Fidan Ekiz, oud Turkije-correspondent zat aan tafel, zekerheidshalve een papieren zakdoek in haar rechterhand. Via haar kregen we een inkijkje bij haar tante thuis, die de aardbeving van 1999 in Turkije overleefde, maar haar dochter niet. Olcay Gulsen, programmamaker, was net terug uit het rampgebied en zei dat ze zich afvroeg wat ze er deed toen ze dáár was. En nu ze hier is, vraagt ze zichzelf dat weer af.

Cagri Karar was in Turkije om zijn familiehuis te verkopen toen de aardbeving begon. Van het huis daar is niks meer over en nu hij weer in Nederland is, zegt hij, schaamt hij zich om in zijn warme bed te gaan liggen of te douchen. Survivors guilt, had Olcay Gulsen het al genoemd.

Peshmerga uit Syrië, hij woont elf jaar in Nederland, kán niet meer in zijn eigen bed slapen, zegt hij. Hij is net vader geworden, zijn dochtertje is tien weken oud. „Maar mijn bank is warm en ik heb nog steeds een dak boven mijn hoofd.” Hij weet dat hij er niemand mee helpt, ook zichzelf niet.

Maar hij helpt wel begrip kweken bij de Nederlandse kijker voor zijn land dat al twaalf jaar in oorlog is, kapot gebombardeerd werd en nu dit. „Er was een energiecrisis in Nederland. Iedereen was in paniek.” Maar in Syrië, zegt hij, is al twaalf jaar een „alles-crisis” een „a tot z-crisis.” Oorlogsvluchtelingen die daar in tenten wonen, bieden nu de aardbevingsvluchtelingen onderdak.

Muziek was er van Jaap Reesema met een Syrische zangeres, Willeke Alberti zong met de Turkse Nederlander Ammar Bozoglu. Karsu zat voorafgaand van haar optreden aan tafel om te vertellen hoe het haar familie in het rampgebied verging, zoals ze de laatste dagen vaker deed bij Jinek. Haar ouders hebben haar vernoemd naar hun geboortedorp daar. Er werden beelden getoond van hoe het dorp Karsu er nu aan toe is. „Ik ga niet kijken,” zei ze. Maar toen ze toch keek, vroeg ze: „Is dat mijn dorp?” Eva Jinek vreesde van wel. Niet zo gek dat Karsu’s lied eindigde in een schreeuw.