De schoonheid van een theedoek is niet te onderschatten

Recensie

Beeldende kunst

Textielkunst Honderd jaar geleden was er een koerswijziging op het Bauhaus, de beroemde kunstopleiding. De effecten werkten door tot zelfs in textielkunst in Nunspeet, zoals nu te zien is in het Noord-Veluws Museum.

Kitty van der Mijll Dekker en Hermann Fischer in het atelier in Nunspeet.
Kitty van der Mijll Dekker en Hermann Fischer in het atelier in Nunspeet.

Foto TextielMuseum Tilburg

Soms kan radicale schoonheid verstopt zitten in een klein hoekje – namelijk het hoekje van de keuken, waar een theedoek hangt. Dat geldt uiteraard niet voor elke theedoek, maar wel als die is ontworpen door textielkunstenaar Kitty van der Mijll Dekker (1908-2004), die aan het Bauhaus studeerde. Haar baanbrekende werk is nu, samen met architectuurontwerpen van haar man Hermann Fischer, te zien in een tentoonstelling in haar vroegere woonplaats Nunspeet. Er hangen kleden en stoffen waar zwarte en blauwe strepen overlappen met gele of rode banen, of waar een puur witte theedoek enkel is versierd met blauwe en rode lijnen aan de randen. Mondriaan deed het op schilderijen die miljoenen waard zijn, Van der Mijll Dekkers theedoeken kosten vandaag de dag 21 euro. Hun schoonheid gaat geruisloos op in het alledaagse leven en voldoet aan de slogan van de toenmalige Bauhausdirecteur Walter Gropius: „Kunst en techniek, een nieuwe eenheid.”

Die wens voor meer industriële productie benadrukte Gropius nu honderd lentes geleden – een klein jubileumpje dus. Daarop zou vooral één studierichting er het roer gaan omgooien: de textielafdeling. Die stapte af van unica om zich te richten op het weven van stoffen, op grote schaal reproduceerbaar. En deed dat zonder artistieke concessies: veel stoffen werden ware geometrische kunstwerken. Toch werd erop neer gekeken. Stoffen? Nee joh, dat is geen intellectuele serieuze kunst. Dat is maar keukenlinnen. Dat zijn maar vrouwen.

Theedoeken ontwerp van Van der Mijll Dekker in de stijl van Bauhaus. Particuliere collectie

Architectuur is mannenwerk

Geen wonder dat textiel nooit de droom was van Van der Mijll Dekker. Haar ambities hadden elders gelegen. Nadat haar oom haar uit het hoofd had gepraat om architect te worden – want aannemers luisteren niet naar vrouwen – wilde ze binnenhuisarchitectuur gaan studeren op het Bauhaus. Haar vader was tegen: zulke rare kunst hadden ze nog nooit gezien. Ze ging toch en huurde een goedkope kamer in een buitenwijk van Dessau. Met haar korte kapsel en zelfgemaakte broeken viel ze als Bauhaus-vrouw zo uit de toon dat buurtkinderen stenen naar haar gooiden.

Op het Bauhaus paste ze wel, maar werd er verbannen naar de weverij, zoals veel vrouwelijke studenten – Gropius was zeer geschrokken van het aantal vrouwen dat zich aanmeldde bij het Bauhaus. Toch was haar teleurstelling van korte duur. In de beperking van het weven zochten de docenten en studenten er alle grenzen op van materiaal en compositie. Textielkunst werd een van de spannendste kunstvormen van die artistiek toch al spannende jaren.

Daarin stond Gropius’ koerswijziging van 1923 niet op zich. Veel avant-gardes vonden dat kunst serieus moest ingrijpen in de maatschappij – al werd van de abstracte schilderijen nooit echt goed duidelijk hoe dan. Andere avant-gardisten pleitten voor tijdreismachines, bouwen in de lucht, koken met explosieve materialen, musea opblazen – ideeën die vaak in de idee-fase bleven steken. Design zette gemakkelijker de stap naar maatschappelijke integratie, gewoon met een lamp, of een theedoek.

Dat deze mijlpaal van honderd jaar geleden niet gevierd wordt, is begrijpelijk: 2019 (de honderdste verjaardag van de oprichting van het Bauhaus) was al zo’n groot Bauhausjaar. Dat is wel even genoeg. En het rehabiliteren van vrouwelijke kunstenaars, zoals deze textielontwerpers, gebeurt ook al volop. Kijk naar musea en de Biënnale van Venetië: overal is textielkunst, vaak in zachte en organische vormen. Maar Bauhäusler zoals Van der Mijll Dekker deden niet aan zachte vormen. Ze maakten rasters, passend bij de beeldende en bouwkunsten om mee te kunnen fuseren tot één mooie wereld. Bauhausleerling Lotte Stam-Beese, ook al verbannen naar de textielafdeling, werd later toch architect en ging woonwijken ontwerpen volgens een weefgedachte: midden- en laagbouw groeperend rond open ruimtes voor een optimale samenleving. Zo maakte ze van het Rotterdamse Pendrecht een baanbrekend mooi ontworpen wijk – de plattegrond is een constructivistisch weefkunstwerk. Dus of het nu theedoeken of rijtjeshuizen zijn, vrouwelijke Bauhäusler brachten via textiel de Bauhausidealen naar Nederland.

Ontwerp van Van der Mijll Dekker. Stalen van cellofaanweefsel, 1933-1940. Foto TextielMuseum Tilburg

Vrouw en haar huis

Eenmaal daar aanbeland, bleef Van der Mijll Dekker experimenteren. Om elkaar slingerende draden vormden gelaagde patronen en met cellofaan weefde ze wandbekleding – behoorlijk onpraktisch, maar alles was nieuw, en als je het niet probeert, weet je het niet. En ze bouwde geometrische wandkleden van witte wol die ze dik liet uitstulpen, zodat het in feite pure beeldhouwkunst is.

Met haar technische aanpak en ritmische beeldtaal won ze medailles, werkte met bedrijven, werd bekend, maar zelfs een lovend artikel over haar in het blad De Vrouw en haar Huis maande tot bescheidenheid: „Ze vergeet nooit de ondergeschikte plaats, die vloerbedekking en wandbekleeding in een vertrek behooren in te nemen.” Prima die artistieke vernieuwing, maar wel discreet graag.

Haar mooie creaties zijn nu te zien in Nunspeet, maar toch valt de expositie tegen: de radicaliteit is er niet voelbaar. De expositie is klein en ademt niet de geest van het grote experiment. Wie de expositie wil bezoeken, doet er goed aan om dat te doen in de meivakantie: dan is ook een kamer opengesteld van het vroegere woonhuis van Van der Mijll Dekker, waar zij en Fischer ook weverij de Wipstrik begonnen. Ook daar zijn haar creaties te zien. Maar het baanbrekende ervan moet je ook daar erbij weten, want je ziet het er niet meteen aan af. Immers, wereldbestormende kunst kan goed verstopt zitten, in het hoekje van de keuken of een bovenkamer in Nunspeet.


Beeldende kunst Naar een museum? Dit zijn de beste exposities die je nu kunt zien