De ‘Reus van Afrika’ gaat naar de stembus

Aanhangers van het All Progressive Congress, een van Nigeria’s grote partijen, dinsdag in een stadion in Lagos tijdens de laatste bijeenkomst voor de verkiezingen van zaterdag.


Foto John Wessels/AFP

Nieuwe president De landelijke verkiezingen aanstaande zaterdag in Nigeria bepalen niet alleen de toekomst van Afrika’s volkrijkste land, maar ook, stellen deskundigen, die van de regio. ,,Je hebt een grote broer nodig die voor stabiliteit zorgt.”

Met amper een week te gaan voordat Nigerianen zijn opvolger kiezen, zag president Muhammadu Buhari zich zondag genoodzaakt toch nog één keer het volk toe te spreken. Net als een paar dagen eerder, nadat in verschillende steden gewelddadige protesten uitbraken vanwege aanhoudende brandstof- en cashtekorten. Houd nog even vol, las de 80-jarige president, die de laatste jaren vooral schitterde door afwezigheid, van een papiertje. „Als God het wil, is er licht aan het einde van de tunnel.”

Buhari’s opmerking ging niet zozeer over de landelijke verkiezingen die deze zaterdag plaatsvinden, maar over beleid dat hij op de valreep nog goedkeurde: het plots vervangen van de briefjes van 200, 500 en 1000 Naira – ter waarde van een halve, één en twee euro – door de Nigeriaanse Centrale Bank. Nigerianen kregen honderd dagen om hun oude geld in te wisselen. Maar van de nieuwe briefjes zijn er veel te weinig.

Voor zijn landgenoten, die inmiddels de nacht doorbrengen voor pinautomaten en op verschillende plaatsen uit wanhoop (en woede) banken in brand staken, moeten Buhari’s woorden als een cynische grap hebben gevoeld. Sinds de voormalige militaire dictator in 2015 democratisch aan de macht kwam, zakte Nigeria weg in de een na de andere crisis. Nu, met zijn ene voet al buiten de deur, lonkt geen licht, maar een afgrond.

In een jaar waarin tal van landen op het Afrikaanse continent naar de stembus gaan, is het Nigeria waar alle ogen op zijn gericht. Want iedereen weet: wat er in ‘de Reus van Afrika’ gebeurt, met zijn zo’n 215 miljoen inwoners, wordt door heel West-Afrika gevoeld. Vooral nu democratieën elders onder druk staan, door staatsgrepen en leiders die het niet nauw nemen met vastgelegde termijnlimieten.

„Je hebt een grote broer in de regio nodig die iedereen in het gareel houdt”, zegt Oluwole Ojewole, analist bij het Institute for Security Studies in Dakar, Senegal. „Veel landen kijken naar Nigeria als het land dat voor stabiliteit kan zorgen. Dat deed het in Sierra Leone en Liberia toen die uit hun burgeroorlogen kwamen. En in Gambia, waar de dictator Yahyah Jammeh [in 2016] weigerde te vertrekken tot Nigeria dreigde troepen te sturen.”

Maar de laatste jaren, zegt Ojewole, zelf Nigeriaan, raakte zijn land te zeer opgeslokt door de malaise waarin het verkeert. „Als je vastloopt in je eigen onveiligheid en in je eigen uitdagingen, dan wordt leiderschap in de regio erg moeilijk.”

Armoede en geweld

Hoewel het olierijke Nigeria ook voor Buhari kampte met hardnekkige problemen, zoals de alles doordringende corruptie die hij destijds beloofde te zullen uitroeien, raakte de economie in zijn acht jaar aan de leiding in vrije val. De naira stortte in, de staatsschuld explodeerde, de jeugdwerkloosheid liep op tot 42 procent, en de olie-inkomsten kelderden. Meer dan de helft van de Nigerianen leeft in armoede.

Tegelijk werd het land steeds onveiliger. Terroriseerden jihadisten van Boko Haram al sinds 2009 het noordoosten van Nigeria, inmiddels wordt het noordwesten onveilig gemaakt door bandieten en hun florerende ontvoeringsindustrie, terwijl separatisten huishouden in de olierijke delta en boeren en herders elders botsen over gebrek aan land.

In aanloop naar de verkiezingen nam het geweld flink toe. Begin deze week nog werden acht agenten gedood, vermoedelijk door separatisten. Niet lang daarvoor kwam het beveiligingsteam van een van de vice-presidentskandidaten onder vuur: drie mensen overleefden niet. Ook brak op verschillende plekken geweld uit tussen supporters van de verschillende partijen. De angst voor geweld kan Nigerianen straks bij de stembus weghouden.

Er staat veel op het spel. Niet eerder sinds in 1999 een einde kwam aan de militaire dictatuur was het zo spannend. Ditmaal geen gelopen race tussen de twee grote partijen die Nigeria de afgelopen decennia afwisselend en met evenveel mismanagement regeerden – de All Progressives Congress en de Peoples Democratic Party. Een derde kandidaat heeft zich ontpopt tot de grote verrassing: Peter Obi van de kleine Labour Party.

Hoe hoger de opkomst, voorspellen peilingen, hoe groter zijn kansen. De 61-jarige zakenman en oud-gouverneur van de zuidelijke deelstaat Anambra groeide in enkele maanden uit tot de hoop van Nigerianen die snakken naar een breuk met het op geld en loyaliteit gebaseerde systeem dat de afgelopen decennia dezelfde oude politieke elite aan de macht hield. En waar zijn rivalen, de 70-jarige Bola Tinubu van de APC en de 76-jarige Atiku Abubakar van de PDP, het gezicht van zijn.

Vooral onder jonge Nigerianen doen Obi’s beloftes van zuinigheid en een afgeslankt bestuur het goed. Juist zij kunnen straks het verschil maken: 70 procent van de Nigerianen is jonger dan 30 jaar. „Dit is Nigeria’s eerste echt democratische electoraat”, zegt Leena Koni Hoffmann, associate fellow bij de Britse denktank Chatham House. „Anders dan de generaties voor hen zijn ze niet opgegroeid onder een militaire dictatuur.”


Lees ook: Nigeriaanse jongeren hopen op een ‘politieke revolutie’

Ze lijken vastbesloten deze verkiezingen van zich te laten horen. Een recordaantal van zo’n tien miljoen nieuwe stemmers liet zich de afgelopen maanden registreren. Daarvan is bijna 80 procent tussen de 18 en 34 jaar. Van de 93,5 miljoen mensen die straks mogen stemmen, vormen jongeren de grootste groep. Zij verschijnen massaal bij Obi’s bijeenkomsten en vormen zijn online campagneleger.

„Het voelt alsof we allemaal een beetje voor het presidentschap gaan via Peter Obi”, zegt Arome Famous, een 40-jarige chauffeur uit Abuja. Verkiezingen liet hij tot nu toe aan zich voorbij gaan. „Al die lui zijn corrupt.” Maar Obi is anders, zegt Famous, die het in zijn gebruikelijke praatjes met klanten de afgelopen maanden niet naliet te vragen of ze zich wel voor de verkiezingen hadden geregistreerd. „Obi geeft ons hoop.”

Vlak voor het einde van zijn termijn besloot president Muhammadu Buhari drie bankbiljettten te laten vervangen. De chaotische operatie leidde tot lange rijen bij geldautomaten en geweld tegen bankgebouwen.

Foto Patrick Meinhardt/AFP

In verschillende peilingen gaat de ‘derde’ kandidaat nu voorop. Maar analisten zijn sceptisch: de katholieke Obi maakt weinig kans in het overwegend islamitische noorden, waar getalsmatig de grootste kiezersgroep zit. Anders dan de geoliede partijmachines (en diepe zakken) van de APC en PDP heeft de Labour Party nauwelijks een landelijke voetafdruk.

Een meerderheid van de stemmen krijgen is bovendien niet genoeg: de winnaar moet ook minimaal 25 procent van de stemmen voor zich winnen in tweederde van de in totaal 36 staten. Haalt niemand dat, dan is een tweede ronde nodig. Zover kwam het nog nooit, maar nu is dat ineens een plausibel, en volgens sommigen zelfs aannemelijk scenario.

Alles hangt af van de opkomst, die in Nigeria notoir laag is. Bij de laatste verkiezingen in 2019 kwam amper een derde van de kiezers opdagen. Vooral jongeren lieten het afweten, gedesillusioneerd door de keuze, de lange rijen, het geweld dat vaak uitbreekt en het gesjoemel dat de verkiezingen is gaan kenmerken. Dat laatste is nu moeilijker gemaakt: kiezers worden zaterdag aan de hand van hun biometrische gegevens gecontroleerd en de uitslagen digitaal geüpload.

Ook de nieuwe bankbiljetten maken de verkiezingen eerlijker, betoogt president Buhari. Zo zou het nu moeilijker moeten zijn voor kandidaten en hun partijen om met een zak geld stemmen te kopen bij vooral het arme deel van de bevolking – ook gangbare praktijk. Of dat ook zo uitpakt, moet nog blijken. Vooralsnog is het Nigeria’s grotendeels informele economie en zijn van contant geld afhankelijke bevolking die lijdt.

Voor Koni Hoffman van Chatham House is de presidentsrace, ongeacht de uitkomst, hoopgevend. „Dat het een week van tevoren nog alle kanten kan opgaan, is een teken van leven van onze democratie. Zelfs als zij faalde, bewijst dit dat Nigerianen nog steeds iets zien dat het waard is voor te vechten.”

Atiku Abubakar (76)

Is zesmaal dan eindelijk scheepsrecht?

Atiku Abubakar (76) is een veteraan op verkiezingsgebied. Hij deed al vijf keer eerder een gooi naar het presidentschap.

Foto Pius Utomi Ekpei/AFP

Je zou hem de meest vasthoudende presidentskandidaat in Nigeria’s democratische geschiedenis kunnen noemen. Atiku Abubakar, een steenrijke zakenman, deed sinds 1993 al vijf keer een gooi naar het ambt. Bij de laatste verkiezingen in 2019 verloor hij met drie miljoen stemmen van oud-legergeneraal en zittend president Muhammadu Buhari. Zaterdag hoopt de nu 75-jarige Abubakar dat zesmaal scheepsrecht is.

Het zou de kroon zijn op een decennialange carrière in het hart van Nigeria’s politiek, waarin de pragmaticus Abubakar van partij naar partij hopte om uiteindelijk te eindigen bij de mede door hem opgerichte Peoples Democratic Party, die Nigeria sinds het einde van de militaire dictatuur in 1999 vijftien jaar lang regeerde.

Gevraagd naar zijn motivatie om zich steeds opnieuw weer verkiesbaar te stellen, wijst Abubakar – die is getrouwd met vier vrouwen – steevast naar zijn 28 kinderen. „Als ik kijk naar de situatie in het land en onze toekomstige generaties, dan motiveert mij dat om mee te blijven dingen en te zien of God mij de kans geeft president te worden.”

Abubakar is een voormalig douaneambtenaar die wist op te klimmen tot vicepresident (van 1999 tot 2007), onderwijl een fortuin verdienend in olie en vastgoed. Hij presenteert zich nu als redder van Nigeria’s economie. Hij beroept zich daarbij op zijn ervaring en de economische hervormingen die hij als vicepresident leidde, waaronder privatiseringen.

Maar die periode wordt ook getekend door talloze beschuldigingen van corruptie aan zijn adres, onder meer door zijn voormalige baas, oud-president Olusegun Obasanjo, volgens wie Abubakar zo’n 145 miljoen dollar aan overheidsgeld zou hebben verduisterdIn 2010 werd Abubakar er in een rapport van de Amerikaanse Senaat van beschuldigd 40 miljoen dollar aan „verdacht geld” naar Amerikaanse rekeningen te hebben doorgesluisd, via een van zijn vrouwen. Een deel zou afkomstig zijn van steekpenningen.

Abubakar houdt vol onschuldig te zijn, maar in een land waar de gemiddelde leeftijd 18 jaar is, zien vooral jongere Nigerianen de 75-jarige Abubakar als de verpersoonlijking van alles wat mis is met hun politiek: een oude elite die zich blijft vastklampen aan de macht om zichzelf en haar entourage te kunnen verrijken, terwijl Nigeria steeds verder wegzakt.

Het is niet de enige hobbel op zijn weg. Net als de huidige president is Abubakar afkomstig uit het noorden van Nigeria. Daarmee tornt hij aan een ongeschreven regel dat de macht in het land wordt afgewisseld tussen het noorden en het zuiden. Abubakars verkiezing tot presidentskandidaat van de PDP zorgde ook binnen zijn partij voor verdeeldheid, die werd verergerd toen hij een invloedrijke gouverneur passeerde als zijn running mate.

Zelf houdt Abubakar vol dat hij de juiste man is voor dit moment. Hij belooft een einde te maken aan de geld slurpende brandstofsubsidie (net als zijn voorgangers), wil de politie decentraliseren en met schuldeisers om tafel zitten om over kwijtschelding te praten. „Mensen hebben verandering nodig”, zei hij tegen de BBC. Hij denkt dat te zijn.

Bola Tinubu (70)

De ‘Godfather’ die nu zelf eens wil

De steenrijke Bola Tinubu hoopt zijn partijgenoot Muhammadu Buhari op te volgen als president.

Foto Pius Utomi Ekpei/AFP

Op sociale media in Nigeria zorgde het voor de nodige hilariteit. De video van Bola Tinubu, de steenrijke presidentskandidaat voor de regerende All Progressives Congress (APC), in een blauw huispak trappend op een hometrainer. „Velen zeiden dat ik was overleden”, staat erbij in de begeleidende bericht, „anderen beweren dat ik me uit de presidentsrace heb teruggetrokken. Wel, neen. Dit is de realiteit. Ik ben gezond en klaar het land te dienen.”

Het fragment, dat acht seconden duurde en begin oktober op Tinubu’s Twitter-pagina werd gedeeld, moest een einde maken aan speculaties over de gezondheid van de man waarvan zelfs aan zijn leeftijd – zelf zegt hij dat hij 70 jaar is – wordt getwijfeld. Even daarvoor was Tinubu plots naar Londen vertrokken, volgens zijn campagneteam om „rust te nemen”. Op TikTok en Twitter ging daarop al snel de hashtag #WhereIsTinubu rond.

De video, die inmiddels ruim 1,7 miljoen keer is bekeken, had nauwelijks het gewenste effect. Nog altijd bestaan er grote twijfels over de gezondheid van Tinubu en of hij wel in staat is Nigeria te leiden, mocht hij straks zijn partijgenoot Muhammadu Buhari opvolgen als president. Dezelfde Buhari die hij destijds in 2015 aan de macht hielp. „E mi lokan”, zei Tinubu vorig jaar tijdens een speech. „Nu is het mijn beurt”, in het Yoruba.

Dat Tinubu tot kandidaat voor de APC werd verkozen, daarbij onder meer de populaire en jongere (65-jarige) vicepresident Yemi Osinbanjo verslaand, komt door de kaarten die hij de zelf heeft geschud. Hij geldt als de machtige sleutelbewaarder van het patronagesysteem, en de diepe zakken die de Nigeriaanse politiek kenmerken. Vooral in Lagos, waar hij na twee termijnen als gouverneur nog altijd zijn opvolgers zou kiezen.

Dieper dan de zakken van Tinubu worden ze niet. Net als bij zijn rivaal Atiku Abubakar van de Peoples Democratic Party (PDP) is de bron van Tinubu’s fortuin het middelpunt van de controverse, mede doordat de verklaringen van Tinubu zelf nog wel eens veranderen. Hij noemde afwisselend banen bij Deloitte en Mobil Oil, slimme beleggingen, of vastgoed als oorsprong van zijn welvaart.

In de Verenigde Staten werden zijn rekeningen in de jaren negentig bevroren omdat het geld hierop gelinkt zou zijn aan heroïnehandel. Het eindigde in een regeling die Tinubu 460.000 dollar kostte. Zelf ontkent hij enig kwaad.

Aanhangers van Tinubu wijzen naar zijn successen als gouverneur van Lagos, waarvan de economie groter is dan die van de meeste Afrikaanse landen. Tinubu wist de inkomsten van de deelstaat fors te verhogen door efficiëntere belastinginning (waarbij hij ervan wordt beschuldigd dat een deel nog altijd in zijn zakken terecht komt). Ook investeerde hij flink in infrastructuur en haalde hij de bezem door de bureaucratie.

Tinubu kreeg stevige kritiek voor zijn keuze als vicepresident; deze oud-gouverneur van de deelstaat Borno is net als hij een moslim. Daarmee breekt Tinubu met de traditie om het presidentschap en vicepresidentschap te verdelen tussen een moslim en een christen. De keuze lijkt vooral strategisch: het door moslims gedomineerde noorden is het grootste stemblok. Zelf is Tinubu een zuiderling. Daar dreigt hij Christen-stemmen te verliezen.

Uiteindelijk is Tinubu’s grootste struikelblok zijn partijgenoot Buhari, onder wiens leiding Nigeria’s staatschuld explodeerde, de inflatie en werkloosheid hoog opliepen en het land verstrikt raakte in geweld door allerlei gewapende groepen. Onduidelijk is wat Tinubu anders gaat doen dan zijn voorganger op wiens „successen” hij zegt voort te willen bouwen.

Peter Obi (61)

David tegen versus twee Goliaths

Peter Obi schudt de Nigeriaanse verkiezingen op. Hij ontpopte zich in korte tijd tot kansrijke derde kandidaat.

Foto Pius Utomi Ekpei/AFP

In een interview met The Economist noemde hij het zelf een strijd van „David versus Goliath”. De 61-jarige oud-gouverneur Peter Obi heeft zich in korte tijd ontpopt tot een serieuze kanshebber in een presidentsrace die van oudsher door Nigeria’s twee grootste partijen, de APC en PDP, werd gedomineerd. Met de hulp van een tech savy leger aan ‘Obedients’, zoals zijn aanhangers zich noemen, brengt Obi massa’s op de been.

De zakenman uit het zuiden van Nigeria vergaarde voor hij de politiek in ging een fortuin in de handel en het bankwezen. In 2003 deed hij een gooi naar het gouverneurschap van de staat Anambra. Er was een drie jaar durende juridische strijd voor nodig voor hij kon aantreden, waarna een afzettingsprocedure door het lokale parlement volgde, naar verluidt omdat Obi weigerde de begroting op te blazen.

Obi won, uiteindelijk, waarna hij als gouverneur naam maakte met zijn investeringen in onderwijs en zijn zuinige beleid. Zo liet Obi zijn opvolger een positieve begroting na, een unicum in een land dat wegzakt in schulden. Als president belooft hij een einde aan de onhoudbaar dure subsidie van brandstof die daar een grote veroorzaker van is.

Zijn zuinigheid is zijn handelsmerk. Net als zijn warsheid van enorme entourages, die Nigeriaanse politici kenmerkt. Geliefd is de anekdote van Obi die op de luchthaven zijn eigen koffers draagt, die trots vertelt dat hij maar twee paar schoenen bezit. Zeker onder jongere Nigerianen die de corruptie in hun land beu zijn, maakt dat hem enorm populair.

Helemaal onberispelijk is Obi niet: zo kwam zijn naam voor in Pandora Papers, een enorm lek van bedrijfsgegevens waaruit bleek dat hij een offshore onderneming op de Britse Maagdeneilanden had die hij niet had aangegeven. Hij beriep zich op onwetendheid.

In mei verbaasde Obi velen door zich bij de Labour Partij aan te sluiten, waarvan de kandidaat bij de vorige verkiezingen krap vijfduizend stemmen kreeg. In 2019 was hij nog de beoogd vicepresident van PDP’s Atiku Abubakar, die al meermaals een gooi deed naar het presidentschap. Obi leek zich dit jaar zelf voor de PDP verkiesbaar te willen stellen, maar stapte plots over naar Labour – naar eigen zeggen vanwege geruzie in de partij.

Hoewel niemand hem een kans gaf, is Obi nu de grote uitdager van de twee gevestigde partijen. De vraag is hoe succesvol hij uiteindelijk zal zijn. Deskundigen achtten de kansen van de katholieke Obi klein in het overwegend islamitische noorden. Te meer omdat de kleine Labour Partij, anders dan de APC en PDP met hun geoliede partijmachines (en diepe zakken), een vrijwel onzichtbaar speler is, verdeeld bovendien door interne rivaliteit.

Obi lijkt dat voorlopig te overstijgen. Zijn aanhangers zijn gefocust op hem en niet op zijn partij. Naast zijn reputatie als gouverneur, spelen ook religie en etniciteit daarbij een rol. Van de drie leidende kandidaten is hij de enige christen (de andere twee zijn moslim), in een land waar bijna de helft van de bevolking dat is. En Obi is een Igbo, een groep die zich al decennia gemarginaliseerd voelt en steeds luider roept om een Igbo-president.

Zelf blijft Obi weg van dat soort kwalificaties. Liever praat hij over zijn plannen en zijn belofte Nigeria „de verandering te brengen die het nodig heeft”. „Ik ben beter. Ik kan het beter”, zei hij tegen The Economist. Wie weet mag hij dat laten zien.