De onverwachts grote winst voor de PVV bij de Tweede Kamerverkiezingen is mede te verklaren door het overstappen van een grote groep VVD-kiezers naar de partij van Wilders in de laatste campagnedagen. Dat blijkt uit het kiezersonderzoek van Ipsos dat in opdracht van de NOS op verkiezingsdag werd gehouden. In totaal stemde 15 procent van de VVD-kiezers die in 2021 op de liberalen stemden afgelopen woensdag op de PVV. Omdat de VVD bij de vorige verkiezing 34 zetels haalde is dit een forse groep van ruim 350.000 liberale kiezer die de switch naar Wilders maakten, goed voor vier à vijf extra zetels.
De overstap van zo’n grote groep kiezers van de centrum-rechtse VVD naar de radicaal-rechtse PVV is zeer opvallend, zegt Ipsos-onderzoeker Sjoerd van Heck. „Lange tijd gold dat kiezers eigenlijk alleen van partij wisselden binnen het linkse, centrum-rechtse en radicaal-rechtse blok. Er waren hooguit minimale verschuivingen tussen deze blokken partijen. De PVV doorbreekt met deze winst dit patroon en haalt een grote groep VVD’ers binnen.”
Ipsos deed tijdens de stembusgang een representatieve steekproef onder bijna 3700 kiezers. Het bureau vroeg de overstappers naar de PVV ook naar moment en motief van hun keuze, en daaruit blijkt dat veel nieuwe PVV-kiezers in de laatste week van de campagne besloten over te stappen. Van Heck: „Een groot deel van de overgelopen VVD’ers zegt: ik heb uit strategische overwegingen op de PVV gestemd om een rechts kabinet tot stand te brengen.” Gezien dit motief is het extra opmerkelijk dat VVD-leider Dilan Yesilgöz vrijdag aankondigde dat de VVD, in elk geval voorlopig, niet bereid is met de PVV over een kabinet te onderhandelen.
Overstappers
De PVV trok, minder verrassend, ook veel kiezers van andere radicaal-rechtse partijen. Bijna één op de drie FVD-stemmers uit 2021 – toen nog goed voor acht zetels – koos nu voor de PVV, en maar liefst de helft van de JA21-stemmers van destijds (toen drie zetels). De PVV motiveerde ook nog een andere groep kiezers, namelijk niet-stemmers: 1 op de 10 PVV-kiezers die nu voor de partij koos bleef in 2021 nog thuis.
Bij twee andere partijen valt nog het relatief hoge percentage overstappers op: iets meer dan 1 op de 10 kiezers die bij de vorige verkiezing CDA stemden, gingen nu naar Wilders, en dat geldt ook voor 16 procent van de SP-stemmers. Dat laatste is best logisch te verklaren, zegt Van Heck. „Er zitten veel raakvlakken tussen de kiezers van PVV en SP. Ze zijn sociaal-economisch behoorlijk links, maar cultureel gezien conservatiever.”
‘Immigratie en asiel’ was voor de PVV-kiezer inhoudelijk de belangrijkste reden om voor de partij te kiezen, blijkt uit het Ipsos-onderzoek. Voor 80 procent van de PVV-stemmers speelde dit „een grote rol”, ook de thema’s zorg en ‘de portemonnee’ vonden PVV’ers van groot belang. 70 procent van de PVV-kiezers is het „helemaal eens” met de stelling dat de immigratie van mensen van buiten Europa zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Dat migratie zo’n dominant campagnethema was is mede aan de VVD te danken. De VVD liet het kabinet deze zomer vallen over migratie, VVD-leider Yesilgöz maakte van het beperken van migratie een speerpunt in haar campagne, én liet de deur voor samenwerking met de PVV open. Dat werkte op het einde van de campagne onbedoeld goed voor Wilders, denkt Van Heck. „Kiezers zien de PVV als ‘issue owner’ als het om migratie gaat, de partij wordt daarop het meest vertrouwd, meer nog dan de VVD. Dan is het niet gek dat je zo’n stroom kiezers richting de PVV krijgt.”
Qua profiel is de PVV-kiezer behoorlijk gemiddeld. Zo zijn de PVV-kiezers behoorlijk gelijkmatig verdeeld over de leeftijdsgroepen en sluiten ze op dat vlak aan bij het Nederlandse gemiddelde. Zo is 27 procent van de PVV-kiezers tussen de 18 en 34 jaar, en de helft boven de 50, wat precies overeenkomt met het gemiddelde in de Nederlandse bevolking. Als het om opleidingsniveau gaat, blijft de PVV-kiezer wel wat afwijken. Onder praktisch opgeleiden is de PVV oververtegenwoordigd (29 procent tegenover 21 procent gemiddeld in Nederland), en onder hoger opgeleiden juist ondervertegenwoordigd (24 procent tegenover 40 procent gemiddeld).
Een andere grote winnaar, NSC van Pieter Omtzigt, boorde met het behalen van twintig zetels een heel nieuw electoraat aan. Het Ipsos-onderzoek bevestigt het beeld dat opinieonderzoek al gedurende de campagne liet zien: NSC trekt kiezers weg bij heel veel verschillende partijen, van links tot rechts. 12 procent van de kiezers die in 2021 nog op D66 stemden, stemde nu op NSC. 16 procent van de SP-kiezers uit 2021 ging woensdag naar NSC, en 12 procent van de ChristenUnie-kiezers. De grootste groep komt wel van centrum-rechts: één op de drie CDA-kiezers van 2021 (toen nog goed voor vijftien zetels) koos nu voor Omtzigt, en 10 procent van de grote groep VVD-stemmers (goed voor 34 zetels).
Omtzigt concurreerde lange tijd met BBB om de overstappers uit het CDA, maar heeft die strijd glansrijk gewonnen. Van de CDA-kiezers van 2021 stapte slechts 6 procent over naar de partij van Caroline van der Plas. Omtzigt erft door de overstappers wel een typisch CDA-probleem: zijn kiezers zijn opvallend oud. 63 procent is 50-plus, en dat is bovengemiddeld, want in Nederland is slechts de helft van de bevolking boven de vijftig jaar.
NSC lijkt qua achterban echt een centrumrechtse partij te worden, ziet Van Heck. „In het begin van de campagne was de aantrekkingskracht op linkse kiezers nog wel groter, maar tijdens de campagne positioneerde Omtzigt zich duidelijk wat rechtser. Dat past bij zijn achterban: NSC-kiezers plaatsen zichzelf recht van het midden en zijn bijvoorbeeld sterk voorstander van het beperken van migratie.”
Bij GroenLinks-PvdA valt op dat de combipartij veel strategische kiezers op links trok. Meer dan een derde van de GL-PvdA-stemmers zegt tegen Ipsos dat hun stem strategisch was. Vooral van D66 kwamen veel overstappers: 31 procent van de D66-stemmers uit 2021 koos nu voor GroenLinks-PvdA. De linkse combi trok ook veel kiezers weg bij Volt (23 procent van hun 2021-electoraat) en partijen als de SP en de Partij voor de Dieren. Dat heeft link als geheel niet geholpen, ziet Van Heck. „Timmermans voerde een gematigde campagne om ook kiezers uit het midden te trekken, maar dat is hem duidelijk niet gelukt.”
Wat ook opvalt aan de GroenLinks-PvdA-achterban is het zeer hoge percentage hoger opgeleiden: 62 procent, tegenover slechts 11 procent lager opgeleiden. Hoewel het aantal jonge kiezers bij de partijcombi door GroenLinks is gestegen, blijft het aantal lager- en middelbaar opgeleiden achter. Bij partijen als de PVV, VVD en NSC is die verdeling veel gelijkmatiger. Terwijl ook GroenLinks-PvdA de ambitie had weer een echte volkspartij te worden. Van Heck: „Het patroon dat vooral hogeropgeleiden GroenLinks-PvdA stemmen hebben ze nog niet kunnen doorbreken, dus in dat opzicht zie ik nog geen brede volkspartij.”