Google heeft door miljarden uit te geven illegaal een monopoliepositie verworven als dominante zoekmachine. Met dat oordeel van de Amerikaanse federale rechter is maandag een belangrijke horde genomen in een jarenlange rechtszaak, die de regering van Donald Trump en verschillende staten hadden aangespannen. In de uitspraak toont de rechter hoe Google, na techbedrijven als Apple en Samsung te hebben betaald, automatisch als zoekmachine ging fungeren op hun apparaten.
In 2021 betaalde Google ruim 26 miljard dollar (zo’n 24 miljard euro) aan andere marktpartijen om zijn dominante positie in het zoekmachinelandschap te behouden. Dat is in strijd met de Amerikaanse mededingingswetgeving. Google werd hierdoor automatisch de zoekmachine in de standaardbrowser van Apple, Safari, maar ook in bijvoorbeeld Mozilla’s Firefox. De stap leverde de techgigant volgens de rechter een marktaandeel op van zo’n 90 procent – voor mobiele telefoons en tablets zelfs 95 procent.
Mijlpaal
Amerikaanse media spreken van een ‘mijlpaal’: het vonnis is de belangrijkste veroordeling van een groot technologiebedrijf voor het schenden van de mededingingswetgeving sinds een zaak tegen Microsoft in de jaren negentig, die in 2001 in een schikking eindigde. Wat voor gevolgen de uitspraak zal hebben, is nog onduidelijk. In september volgt een volgende fase in de rechtszaak, waarin de rechter zich zal uitspreken over mogelijke straffen en oplossingen.
Een opsplitsing van Google’s moederbedrijf Alphabet, of verbieden van de deals tussen Google en partijen als Apple en Samsung, behoren tot de mogelijkheden. Ook kan de rechter gelasten dat gebruikers voortaan de zoekmachine die ze in webbrowsers willen gebruiken expliciet moeten kiezen, in plaats van dat ze automatisch Google voorgeschoteld krijgen omdat die ervoor betaald heeft. Hoe dan ook zal er nog een lange juridische strijd volgen, die nog jaren kan duren.
Volgens Google kiezen consumenten juist vrijwillig voor Google, omdat het nu eenmaal de beste zoekmachine is
De verdediging van Google is altijd geweest dat consumenten vrijwillig voor Google kiezen omdat het de beste zoekmachine is. Consumenten kúnnen ook een andere zoekmachine kiezen als ze dat zouden willen, redeneert het bedrijf. In de praktijk gebeurt dat nauwelijks. In de rechtszaak bediende Google’s belangrijkste advocaat zich van hetzelfde argument: „Google wint, omdat het beter is.” Alphabet heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan.
Lange tijd waren de Amerikaanse toezichthouders huiverig om de strijd aan te binden met techgiganten als Google. Al te veel regulering zou de innovatie belemmeren, heette het. Inmiddels is die houding veranderd. Dat komt mede door de toegenomen invloed die de techgiganten hebben op de informatievoorziening in de samenleving en op verkiezingen, wat heeft geleid tot onvrede bij zowel Democraten als Republikeinen.
Naast de zaak tegen Google, zijn er onder de regering van Joe Biden de afgelopen jaren meer zaken tegen grote techbedrijven aangespannen. Ook Amazon, Apple en Meta, het moederbedrijf van Facebook, Instagram en WhatsApp, staan terecht wegens veronderstelde monopolieposities. En Google zelf moet zich binnenkort weer verdedigen in een door de overheid aangespannen rechtszaak tegen een mogelijk monopolie op de online advertentiemarkt.