Alle vragen over de rechtsstaat zijn goed beantwoord, maar de PVV heeft toch een onvoldoende van NSC gekregen. De vraag aan informateur Ronald Plasterk of er „een gezamenlijke basislijn bestaat voor het waarborgen van de Grondwet” in een toekomstige samenwerking tussen PVV, NSC, PVV en VVD kan met „ja” worden beantwoord, zo bleek uit diens maandag gepresenteerde verslag. Maar voor NSC „blijft de rechtsstatelijke afstand te groot” met de PVV om in een kabinet te gaan zitten, schrijft Plasterk letterlijk. Dit gezien de uitspraken van partijleider Wilders in het verleden en het verkiezingsprogramma van die partij.
Uit het tamelijk uitgebreide verslag blijkt dat in het gesprek over de Grondwet de PVV op vrijwel alle rechtsstatelijk dubieuze punten uit het eigen programma van mening is veranderd. Maar ook dat NSC dat niet gelooft. Althans niet voldoende om méér dan gedoogsteun te durven geven. Feitelijk bestaat die „gezamenlijke basislijn” dus tussen drie partijen, niet tussen vier.
En NSC laat ook aantekenen dat de grondwettelijke vragenlijst dan wel netjes mag zijn ingevuld, maar dat als er straks bewindspersonen van de PVV aantreden hún „rechtsstatelijke houding en gedrag” óók van groot belang zijn. Ofwel, eerst zien wie er straks aantreden. En dan geloven. Voorlopig eerst maar liever afstand houden.
In de koelkast
Het afvinken van de grondwettelijke checklist is dus uitgelopen op een ‘gewone’ politieke afweging. Kan NSC na zoveel jaren van harde islamkritiek door Wilders, discriminerende uitlatingen en snoeiharde diskwalificaties van rechters, journalisten en andere tegenstanders ervan op aan dat dit is doorgestreept, in de ‘koelkast’ gezet of anderszins vergeten? Hoe fraai de score op de gezamenlijke rechtsstatelijke beginselen ook is, het kon Omtzigt niet overtuigen.
De vier partijen onderschrijven in het verslag gedetailleerd en dogmatisch correct álle beginselen die de democratische rechtsstaat karakteriseren. Men belooft zich te houden aan de „Grondwet, wetten en verdragen, Europees en internationaal recht en rechtsbeginselen”. De artikelen 1 tot en met 23 van de Grondwet, waarin democratische grondrechten zijn vastgelegd, worden een „essentiële waarborg” genoemd. De vier partijen „zullen geen voorstellen doen tot wijziging van deze bepalingen”.
Ook de sociale grondrechten worden aan de borst gedrukt. Volksgezondheid, volkshuisvesting en bestaanszekerheid „behoeven speciale aandacht” omdat ze „te lang zijn veronachtzaamd”.
De rechtspraak hoeft zich evenmin zorgen te maken. „Uitspraken worden uitgevoerd en nageleefd.” Er wordt ook alvast gerefereerd aan een gewenste „materiële toetsing op grondrechten en rechtsbeginselen” van wetsvoorstellen, zonder dat wordt aangeduid op welke manier dat gebeurt. In een apart constitutioneel hof, of door de rechtspraak zelf.
Vrijheid van godsdienst
Uit het verslag blijkt eveneens dat Wilders alle (bestuurlijke) anti-islam ambities zou hebben laten varen. De vier partijen erkennen expliciet dat „alle godsdiensten in Nederland onder de vrijheid van godsdienst vallen”. Daarbij worden christendom en islam met name genoemd – en de vrijheid om religiekritiek uit te oefenen trouwens ook. Initiatiefwetsvoorstellen die in strijd zouden zijn met de afgesproken „basislijn” worden ingetrokken.
Begin vorige maand trok Geert Wilders al drie voorstellen in waarin het bezit van de Koran, het bezoeken van een islamitische school of islamitische uitingen als de boerka of nikab strafbaar werd gesteld. Ook wordt er beloofd soortgelijke voorstellen niet meer in te dienen.
Vorige week deed de PVV er nog een schepje bovenop. Kamerlid Raymond de Roon trok zonder toelichting nog een PVV-voorstel in om voor moord en doodslag minimumstraffen in te voeren. Datzelfde deed Geert Wilders met een voorstel om personen met een dubbele nationaliteit voor benoeming of verkiezing in een aantal publieke ambten uit te sluiten. En om iedereen met een dubbele nationaliteit het actieve kiesrecht te ontnemen.
‘Positief bestuurlijk klimaat’
Voor de rechtsstaat belangrijke instituties als „rechtspraak, wetenschap en media” worden gezamenlijk omarmd, staat nu in het verslag. Concrete voorstellen om deze te „versterken en beschermen” kunnen zelfs worden verwacht. NSC wordt apart bediend met de ambitie een „positief bestuurlijk klimaat” na te streven, waarin transparantie en hoge integriteitsnormen gelden. De instituties die de rechtsstaat „dragen zullen gerespecteerd en beschermd worden”.
Het is een checklist die rechtsstatelijk helemaal correct is, maar dus één van de beoogde deelnemende partijen aan een rechts kabinet niet heeft kunnen overtuigen. Omtzigt heeft één teen in het water gestoken en de PVV op het oog totaal van karakter doen veranderen. Maar hij laat het daar voorlopig bij.