De première veertig jaar geleden was een ramp, maar muzikaal imponeert Otto Kettings cultopera

Bijna veertig jaar geleden was de opera Ithaka van Otto Ketting voor het eerst te zien, bij de opening van het Amsterdamse Muziektheater (tegenwoordig Nationale Opera & Ballet), en dat was meteen ook de enige keer. De ongehoorde opera verkreeg in kleine kring een cultstatus, want de muziek zou geweldig zijn (en dat klopt). Concertgangers konden dat drie jaar geleden al vaststellen, toen componist en Ketting-biograaf Elmer Schönberger de geweldige Ithaka Symphony samenstelde uit het operamateriaal. Nu was in de NTR ZaterdagMatinee eindelijk de complete opera opnieuw te beleven, in concertante vorm.

Het was geen succes, in 1986. Schönberger, indertijd als dramaturg bij de voorstelling betrokken, verhaalt hoe Ketting na de deceptie van de première nooit meer voet in het Muziektheater zette. Hij schreef ook nooit meer een opera, hoewel zijn muziek – oneerbiedig gezegd een kruising tussen Louis Andriessen en Alban Berg – grote dramatische spankracht heeft. Je kunt je zelfs afvragen of Ithaka wel een echte opera is: er is dialoog noch handeling, amper een verhaal. De toonzetting is bovendien duister en melancholiek. Allemaal redenen dat het stuk niet lekker viel, op die feestelijke openingsavond negenendertig jaar geleden. Maar op zomaar een zaterdagmiddag bleek dat Ithaka genoeg te bieden heeft: vitale en gedreven orkestmuziek, bezielde lyrische zanglijnen, een herfstige gloed.

Foto Foppe Schut

De titel verwijst naar het gelijknamige gedicht van Kaváfis: Ithaka (thuiseiland van de notoire zwerver Odysseus) is de reden dat je op pad gaat, maar uiteindelijk is de reis zelf het doel. ‘Godverdomme, maak wat mee’, was Kettings samenvatting, aldus Schönberger. Ze citeren weliswaar een paar strofen, maar Ketting en librettist Kees Hin hebben geïnspireerd door Kaváfis een heel nieuw verhaal verzonnen, over drie personages die in hotelbar Ithaka door hun herinneringen dwalen. De opera speelt zich af in het geheugen, dat een gedeeld limbo tussen droom en werkelijkheid blijkt. Een Engel des Doods (de vlammende sopraan Johanni van Oostrum) modereert de boel, er is sprake van seks en moord, maar over het algemeen vermijdt Ithaka de operaclichés; het is eerder een experimentele ‘nouveau roman’ op muziek.

De solistencast is uitstekend. De journalist (bas-bariton Derek Welton) overdenkt zijn onderzoek naar tangokoning Carlos Gardel die stierf bij zijn veertienjarige minnares. Fotomodel Star (mezzo Iris van Wijnen), expliciet verwant aan Bergs Lulu, hunkert naar echte liefde. De dichter (bariton James Newby) bezingt zijn dode minnaar. Hoe hun binnenwerelden met elkaar reageren en vervloeien laat zich niet navertellen, maar de gistende, stuwende, intelligent zalvende en gemeen stekende muziek laat het je voelen. Tekenend is dat de enige actiescène, waarin Star wordt gewurgd door haar geliefde, het meest eendimensionaal overkomt.

Antony Hermus dirigeerde drie jaar geleden ook de Ithaka Symphony en etaleert opnieuw zijn affiniteit met Kettings elektrisch geladen idioom. Het Radio Filharmonisch gromt en bijt en knettert, met excellerende koperblazers en vele prachtige compacte soli van onder meer concertmeester Nadia Wijzenbeek. Het Groot Omroepkoor fungeert haast als orkestgroep, met korte commentaren en instrumentaal gedachte partijen. Nu zou ik die vreemde droomwereld van Ithaka toch nog wel eens willen zíen, op een operapodium, bijvoorbeeld bij DNO.