De populistische gok van Trump en Harris in Las Vegas: geen belasting op fooien

Hij heeft in een kwartier tijd al een paar duizend dollar vergokt en nu grabbelt de man in sportieve Italiaanse merkkleding weer in zijn broekzak. Van een stapel splinternieuwe honderddollarbiljetten zo dik als een roman uit de Bouquetreeks telt hij zeker 4.000 dollar neer op het blauwe roulettelaken. Zijn vrienden hebben nog wat cocktails besteld. De serveerster die ze komt brengen, krijgt een paar 5-dollarfiches op haar dienblad gegooid.

Hun maat ziet zijn nieuwe voorraad speelmunten ondertussen in rap tempo slinken. Bij elk verloren potje maakt hij de croupier, die volgens zijn naambordje Will heet, voor „motherfucker” uit. Maar als hij een keertje wat wint, tikt hij geroutineerd het bovenste fiche van zijn winststapel naar de dealer. Fooi voor Will en zijn collega’s van het Strat Casino in Las Vegas.

In de Verenigde Staten zijn miljoenen werknemers, van barista’s tot barmannen en van kappers tot kamermeisjes, voor hun inkomen deels afhankelijk van fooien. In Las Vegas, met zijn megahotels, casino’s, uitgaanscircuit en entertainmentindustrie, zijn ze de levensader van de lokale economie. ’s Werelds beroemdste gokstad draait op tips.

Het was dan ook hier dat de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump in juni een economisch voorstel lanceerde dat de hele zomer veel aandacht trok. „Jullie die in hotels werken en fooien krijgen, jullie gaan het leuk vinden om dit te horen”, zei de ex-president tijdens een campagnerally in Las Vegas. „Als ik weer aan de macht kom, zullen we niet langer de fooien belasten of de mensen die ze opstrijken.” Hij zou het als president „meteen regelen”, beloofde hij – al kan in de praktijk alleen het Congres de belastingwet wijzigen.

Donald Trump kwam in juni als eerste met de belofte van ‘no tax on tips’.
Foto David Swanson/Reuters

Las Vegas ligt in Nevada, een van de zeven sleutelstaten waar zowel Trump als zijn Democratische rivaal, vice-president Kamala Harris, in november serieuze kans maakt op de winst. Hoewel in de dunbevolkte westelijke woestijnstaat slechts 6 van de 538 kiesmannen in het Electoral College te winnen zijn, voeren beide kandidaten er regelmatig campagne. De presidentsrace gaat, volgens de laatste peilingen, zo gelijk op dat ook Nevada ertoe doet dit jaar.

Machtige vakbond

Wie in Nevada wil winnen, kan bijna niet zonder de steun van de invloedrijke lokale afdeling 226 van horecavakcentrale Culinary Workers Union. Zij vertegenwoordigt in de swing state ruim 60.000 kamerschoonmakers, serveersters, obers, koks en bordenwassers. In campagnetijd kan ‘Local 226’ een legertje vakbondsleden mobiliseren om van deur tot deur flyers uit te delen en kiezers stemadvies te geven. Bij de Congresverkiezingen van najaar 2022 hielp de bond zo een voor de Democraten onmisbare Senaatszetel nipt te behouden.

De laatste verkiezingscycli schaarde de bond zich steeds achter Democraten. En dat deed ze op 9 augustus opnieuw: „We zijn trots Kamala Harris te steunen voor het presidentschap.” De volgende dag vloog de vicepresident meteen naar Las Vegas om de endorsement van de bond persoonlijk in ontvangst te nemen. Daar beloofde zij óók om als president fooien belastingvrij te maken. Het kwam haar meteen op kritiek van Trump te staan, die klaagde „dat ze zelf geen ideeën heeft en daarom die van mij steelt”.

Overal worden fooien gevraagd

De belofte van belastingvrije fooien komt op een moment dat veel Amerikanen klagen dat hun tipping-cultuur doorgeschoten is. Op steeds meer kassaschermpjes wordt hun tegenwoordig bij het afrekenen gevraagd of ze 15, 20 of 25 procent fooi willen geven – ook bij afhaalrestaurants, gemakswinkels en zelfs bij zelfscankassa’s. Belastingvrij maken van fooien zou deze trend kunnen aanjagen, omdat het voor werkgevers nog aantrekkelijker wordt personeel via deze weg te belonen.

Voor Sidney O’Sullivan zijn fooien van groot belang, vertelt ze. De 21-jarige werkt voor een Starbucks in Las Vegas. Haar basisuurloon is 18 dollar, maar de belastingdienst slaat haar aan voor een brutosalaris van 25 dollar, omdat ze ook fooien krijgt. „Momenteel is het echter laagseizoen en kom ik de meeste dagen niet aan 7 dollar fooi per uur.”

Starbucks staat vakbondsvorming amper toe. Toch is O’Sullivan lid van de Culinary Workers, omdat haar filiaal in een casino zit, waar de bond wel actief is. En hoewel Trump als eerste kwam met het voorstel over belastingvrije fooien, volgt ze haar vakbond in de steun voor Harris – want alleen zíj zou het plan goed uitvoeren.

O’Sullivan vertrouwt de Democraat eerder, omdat zij „ook dat sub-minimumloon-ding wil aanpakken”. Ze verwijst hiermee naar de al decennia bestaande praktijk dat werknemers in sommige staten minder dan het federale minimumloon betaald mogen krijgen als ze ook fooien opstrijken. In deze staten, alle Republikeins bestuurd, geldt een tipped sub-minimum wage, dat al sinds 1991 op 2,13 dollar per uur staat. Werknemers moeten hopen dat ze dit met fooien kunnen aanvullen tot het federale minimumloon van 7,25 dollar. Van hen leeft een op de zes in armoede.

Aangezien het federale minimumloon sinds 2009 nooit is verhoogd, besloten verscheidene – vooral Democratisch bestuurde – staten en steden de afgelopen jaren hun eigen algemeen minimumloon op te hogen. Pogingen hiertoe zoals de One Fair Wage-campagne, die bepleit dat één baan genoeg zou moeten zijn om rond te komen, stuitten op een stevige tegenlobby van onder meer de Nationale Restaurantvereniging. Die stelde dat het veel horecabanen zou kosten als fooien „afgepakt werden”. Trump ging er als president (2017-2021) in mee.

Door deze voorgeschiedenis vertrouwen veel vakbonden Trumps fooienbelofte nu niet. „Hoewel Trump zich voordoet als voorvechter van fooienverdienend restaurantpersoneel”, sneerden de Culinary Workers vorige maand, „heeft hij in het verleden juist geprobeerd de fooien van werknemers af te pakken en ze aan hun bazen te geven.” Zo liet Trump in 2017 zijn ministerie van Arbeid regelgeving zo aanpassen dat „managers makkelijker een greep konden doen in de fooienpot van hun personeel”. Trump wordt in Vegas ook gewantrouwd omdat hij met zijn Trump Hotel in de stad zelf werkgever is en bevriend met casinomagnaten.

Proefballon

Onder Biden heeft de Amerikaanse vakbeweging zichzelf de afgelopen jaren opnieuw uitgevonden. Stakers van autovakcentrale United Auto Workers (UAW) kregen vorig jaar in Detroit bezoek van de president, en hun wekenlange staking resulteerde in een forse opslag. Na Bidens aftocht als kandidaat, in juli, hebben de meeste bonden zich achter Harris geschaard en voeren ze actief campagne voor haar.

Ook foodrunner Mauricio Fabián (54) heeft deze donderdagmiddag verlof opgenomen om voor de Culinary Workers langs de deuren te gaan in Vegas. Hij deed dat als vakbondslid eerder tijdens de midterms (tussentijdse verkiezingen) van 2022 en hoorde toen al van veel mensen dat wonen in Vegas onbetaalbaar begint te worden. De bonden mogen sinds de inflatiepiek na corona behoorlijke loonopslagen hebben afgedwongen, de huren stijgen harder.

In veel hotels in Las Vegas zijn op de begane grond of in de kelder casino’s ingericht. Anders dan elders in de VS mag daar nog volop tabak gerookt worden. Foto Getty Images

Fabián heeft zoals veel mensen in de horeca een extra baantje, als ambulant klusjesman. „Iedereen heeft twee, drie banen nodig om elke maand de rekeningen te betalen.” Hij hoort veel mensen klagen dat ze „kapot belast worden” en signaleert daarom nu veel enthousiasme over het no tax on tips-voorstel.

De vraag is hoeveel mensen ervan zouden profiteren. Volgens de laatst beschikbare cijfers, uit 2018, zijn er zeker zes miljoen tipped workers, op honderdvijftig miljoen belastingplichtigen. Bovendien verdienen veel horecamedewerkers minder dan 32.000 dollar per jaar, waardoor ze nu al geen federale inkomstenbelasting hoeven te betalen. Volgens critici zijn belastingvrije fooien op zijn best een populistische proefballon – en eerder een afleidingsmanoeuvre om het niet over het achterblijvende loonpeil te hebben.


Lees ook

Waarom Trump kan winnen: Amerikanen zuchten onder de gestegen prijzen

De prijs van een doos eieren ging tijdens Biden/Harris van zo’n 1,50 naar 3,20 dollar.

Werknemers zouden er meer aan hebben als vakbondsvorming makkelijker wordt gemaakt, in die staten en sectoren, waar zogeheten ‘right-to-work’-wetten dit nu nog schier onmogelijk maken – om zo collectief een hoger loon te bedingen. Starbucks-barista Sidney O’Sullivan is het daarmee eens: „Ik vind dat we genoeg betaald moeten krijgen, zodat we niet meer van onvoorspelbare fooien afhankelijk zijn. Bovendien geeft dit klanten een schuldgevoel; ze voelen zich verplicht te tippen omdat ze weten dat het ons halve salaris uitmaakt.”

Volwassenencrèche

Of het fooienplan nu onder Harris of Trump tot stand komt, als croupier in het fameuze Flamingo-casino is Paula Larson-Schusster vooralsnog sceptisch. „Het ligt er echt helemaal aan hoe ze dit wettelijk willen regelen”, vertelt ze in het kantoor van croupiersvakbond UAW Gaming Union, waarvan ze voorzitter is.

Hoewel er in zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat al wetsvoorstellen circuleren om fooien belastingvrij te maken, hebben beide presidentskandidaten zich er sinds de zomer niet meer in detail over uitgesproken. Op wie Larson-Schusster haar leden gaat aanraden te stemmen, kan ze daarom nog niet zeggen.

Belangrijkste vraag is over welke loonsom werkgevers straks sociale premies gaan afdragen. Meer nog dan horecapersoneel vullen in Las Vegas croupiers hun basisuurloon (circa 12 dollar) aan met fooien. Deze tokes – zoals ze in casinojargon heten – zijn hun echte inkomen. „Daarvan betalen wij de huur. Doen we de boodschappen. Geven we onze kinderen te eten en kunnen we ze naar school sturen.”

Aan een privétafel voor high rollers (kapitaalkrachtige gokkers) kunnen de tokes oplopen tot wel 10.000 dollar in twee uur. „Zeker als mensen aan het winnen zijn, gaan ze veel tippen, want ze denken dat het geluk brengt.” Alle fooien, groot en klein, worden dagelijks verdeeld over de hele ploeg die dat etmaal op de casinovloer gestaan heeft. Tokes vormen gemiddeld 70 tot 90 procent van een croupierssalaris, schat Larson.

Leden van de horecavakbond Culinary Workers gaan in Nevada langs de deuren om kiezers over te halen op Kamala Harris te stemmen. Foto Ronda Churchill/Reuters

Als werkgevers alleen nog over het basisloon premies betalen omdat de fiscus zich niet meer met de fooien bemoeit, heeft dat voor hen grotere gevolgen dan voor een ober of kamermeisje. „Dan sparen we ineens veel minder voor ons pensioen of sociale zekerheid.” Larson zit nog maar een paar jaar voor haar pensionering, „dus mijn potjes zijn wel gevuld”, maar ze vermoedt dat jongere collega’s „echt niet zelf aan de toekomst gaan denken” door zelf geld opzij te zetten.

Ze ziet nog een potentieel bezwaar. „Als je een lening wil afsluiten voor een huis of een auto, mag je dan wel je fooien opvoeren als inkomen? Anders kan je nooit een hypotheek krijgen. Of een nieuwe auto.”

Rookverbod

Croupiers moeten aan de goktafels van Las Vegas niet alleen kaarten delen of het roulettewiel een slinger geven. „Ik noem ons werk wel babysitten bij volwassenen. Een soort volwassenencrèche”, vertelt Antoinette Adamowzki, dealer in het Harris-casino. „Dat een man in huilen uitbarst nadat-ie een inzet van 25 dollar heeft verloren. En dat je dan moet zeggen: ga maar even rustig zitten en pruilen. Dat gebeurt bijna dagelijks.”

Een croupier moet ook tegen een stootje kunnen, zegt Virginia Núñez, een collega van Larson bij het Flamingo. In de bijna dertig jaar dat ze dit werk doen, „is over ons heen geplast, op ons gekotst, zijn drankjes in ons gezicht gegooid, glazen naar ons gegooid, zijn we geslagen en bespuugd”.

De bazen laten dit wangedrag niet zelden passeren. „Als het een grote speler is, zegt het casino hoogstens: het wordt tijd voor u om goedenacht te zeggen. Nou, ik zou wel wat meer tegen ze willen zeggen dan ‘good night’. Maar wij moeten daar staan glimlachen.”

Las Vegas zet zichzelf nog steeds als sin city in de markt. Een ‘stad van zonde’ waar je geheimen veilig zijn, aldus de bekende reclameleus „What happens in Vegas, stays in Vegas”. Larson zou „een bijzonder plekje in de hel willen reserveren” voor de bedenker van die slogan. Adamowzki: „Mensen komen kettingrokend aan je tafel zitten, en zeggen: o, ik rook alleen in Vegas. Of stomdronken, want: ja, ze drinken alleen in Vegas.”

Vicepresident Kamala Harris tijdens een bijeenkomst van de horecavakbond Culinary Workers in januari dit jaar in Las Vegas.
Foto Ethan Miller/Getty

Terwijl tabaksrokers in de VS al jaren als paria’s behandeld worden, staan de casino’s van Las Vegas nog blauw. Voor veel croupiers is dit een net zo prangende kwestie als de fooiendiscussie, zegt Larson: „Toen in de coronapandemie vier maanden niet gerookt mocht worden, daalde het aantal hartstilstanden en beroertes onder onze leden met 55 procent. En ze schoten weer omhoog toen het rookverbod werd afgeschaft.”

Over deze kwestie, die de kleine croupiersbond al jaren aankaart, heeft ze Trump noch Harris gehoord tijdens hun bezoeken aan Vegas. Dat een rookverbod onbespreekbaar blijft, wijt Larson aan de lobbymacht van de tabaksindustrie en het feit dat de accijns op sigaretten nu nog de schatkist spekt. „De fooiendiscussie is belangrijk, want die gaat over ons levensonderhoud. Maar als er een rookverbod komt, vier ik een jaar lang feest.”