De politiek is het probleem, niet de oplossing, vinden veel burgers


Polarisatie Het vertrouwen in de politiek is laag en de tevredenheid over de democratie neemt af, constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau in het jaar waarin onveiligheid van politici een permanent gegeven was.

Protest tegen premier Mark Rutte en „zijn WEF-bende”. Complottheorieën worden door de NCTV als risico gezien.
Protest tegen premier Mark Rutte en „zijn WEF-bende”. Complottheorieën worden door de NCTV als risico gezien.

Foto Sandra Uittenbogaart/ANP

Een bewindspersoon die niet in de buitenlucht mag wachten op de dienstauto die nog aan moet komen rijden. Beveiligers die, voordat een minister ergens heen gaat, de omgeving verkennen om te zien of er veiligheidsrisico’s zijn. Dienstauto’s waar een volgauto met beveiliging achteraan rijdt. Politieposten voor huizen van ministers. Kamerleden die van veiligheidsdiensten het advies krijgen om een gepland bezoek toch maar niet af te leggen. Alle spontaniteit die het leven mooi maakt teruggebracht tot ver van tevoren geplande en volledig uitgedachte scenario’s.

Wat lange tijd grotendeels onzichtbaar was op het Binnenhof – de onveiligheid van politici – werd het afgelopen jaar steeds zichtbaarder. En waar het eerst vooral PVV-leider Geert Wilders was die zijn leven moest leiden binnen de kaders die de veiligheidsdiensten hem boden, raakt onveiligheid nu veel meer politici. Online polarisatie en dreigementen vertalen zich steeds vaker naar de echte wereld. Veel politici, zowel bewindspersonen als Kamerleden, kunnen zich niet meer zorgeloos door Den Haag bewegen.

Spreek politici over wat dit voor politiek jaar was, en die onveiligheid komt vrijwel altijd ter sprake. En wat daar vaak aan wordt toegevoegd: uitspraken van politici van andere politieke partijen zorgen voor een toename van het aantal dreigementen – vooral Forum voor Democratie wordt genoemd. In januari stond een man met brandende fakkel voor het huis van minister Sigrid Kaag (Financiën, D66), hij kreeg daar een half jaar gevangenisstraf voor. Een maand eerder had hij voor de deur van Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) gestaan. Ook Christianne van der Wal (Stikstof, VVD) kreeg ongevraagd huisbezoek, van boze boeren.

Politici maakten het afgelopen jaar veel vaker melding van bedreigingen (1.072 keer) bij het Team bedreigde politici van de politie dan in voorgaande jaren. Minister Dilan Yesilgöz (Justitie, VVD) wees naar de „toegenomen maatschappelijke onrust” over onder meer corona- en stikstofbeleid. Omdat steeds meer mensen beveiliging nodig hebben, richt de Koninklijke Marechaussee een nieuwe eenheid op die onder meer ministers moet beveiligen.


Lees ook: FVD nodigde ‘baas’ van belager van Kaag uit in Tweede Kamer

Toename ‘onrustbarend’

Dit voorjaar schreef de AIVD in zijn jaarverslag dat het een deel van de anti-overheidsprotesten zag radicaliseren. De inlichtingen- en veiligheidsdienst noemt de toename van het aantal bedreigingen aan onder meer politici „onrustbarend”. En de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) schreef vorige maand dat de aard van terroristische dreiging in Nederland verandert. Het geloof in complottheorieën binnen groepen waar het radicale anti-overheidsdenken al heerst kan „aanleiding geven tot extremistisch en zelfs terroristisch handelen.”

Dit is de werkelijkheid zoals Haagse politici die ook het afgelopen jaar meemaakten. En voor een deel zou die grimmig dreigende sfeer verklaard kunnen worden door toegenomen polarisatie. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat donderdag verschijnt, blijkt dat driekwart van de Nederlanders denkt dat meningsverschillen over maatschappelijke kwesties steeds groter worden. Bovendien daalt de tevredenheid over het functioneren van de Nederlandse democratie. Die daling is sterker dan in andere EU-landen.


„Nederlanders zijn somber”, zegt SCP-onderzoeker Emily Miltenburg. Het gaat de verkeerde kant op met Nederland, vindt bijna de helft van de burgers. Politici willen graag als oplossing worden gezien, maar opvallend is dat mensen spontaan de politiek noemen als ze gevraagd wordt naar maatschappelijke problemen.

Nederlanders vinden dat het kabinet de grote problemen van deze tijd niet kan of wil oplossen. „Als je mensen vraagt naar vertrouwen, noemen ze een inhoudelijke kwestie, zoals wonen of energie. De Toeslagenaffaire komt ook vaak terug, als voorbeeld: kijk eens wat voor rommeltje ze ervan maken in Den Haag. Het schandaal op zichzelf is verschrikkelijk, het institutioneel racisme dat het aan het licht bracht wordt, maar mensen verwijten politici vooral de nasleep: de val van het kabinet, het chaotische Kamerdebat op 1 april 2021, het geharrewar, het liegen.” Dat uit zich in een laag vertrouwen in de politiek: de helft van de Nederlanders zegt dat te hebben in het kabinet, 52 procent in de Tweede Kamer. Factoren die normaliter bijdragen aan herstel van vertrouwen – landelijke verkiezingen, economisch herstel of een grote externe crisis zoals corona – liggen op korte termijn niet voor de hand. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat het vertrouwen in de politiek binnen korte termijn zal toenemen, zegt Miltenburg.

Politici zélf lijken een grote rol te spelen in de toenemende zorgen over polarisatie. Burgers maken zich niet alleen zorgen over Haags onvermogen om problemen op te lossen, ook over „vijandigheid en afkeer” in het politieke debat. Ze ergeren zich aan politici die elkaar niet laten uitspreken, geen respect tonen, of alleen hun eigen achterban toespreken.

Boerenprotest bij de Tweede Kamer op de dag dat er gestemd wordt over het stikstofbeleid.

Foto David van Dam

Dit is de paradox: terwijl politici merken dat boze burgers zich meer en meer melden op de stoep van de Tweede Kamer, of zelfs voor hun eigen huis, wijzen burgers juist naar politici als oorzaak. Emily Miltenburg zegt: „Uit groepsgesprekken blijkt dat mensen zich debatten op tv en in de Kamer erg aantrekken. Daar zien ze onenigheid, verharding en verruwing. Als we doorvragen, denken mensen massaal dat het helemaal misgaat. De korte lontjes, de omgangsvormen.”

Politicologen schrijven al jaren alarmerende stukken over wat ze ‘affectieve polarisatie’ noemen. Daarbij gaat het niet om een afwijzing van elkaars denkbeelden, maar meer van elkaars zíjn, elkaars identiteit. Waar dat toe leidt, liet politicoloog Eelco Harteveld dit jaar zien in een zogeheten politieke thermometer. Daaruit bleek dat burgers grofweg in drie politieke blokken te verdelen zijn: centrum-links, centrum-rechts en radicaal-rechts. De eerste twee blokken zijn overwegend tolerant voor elkaar, terwijl ze over radicaal-rechts zeer negatief denken. En andersom denken radicaal-rechtse burgers zeer negatief over andere burgers.

En tegelijk vertelt dit alles niet het héle verhaal over 2022. Terwijl burgers zich grote zorgen maken over polarisatie in de politiek en samenleving, speelt die in hun dagelijks leven vaak minder een rol. Het SCP schrijft dat er „over de hele linie geen aanwijzingen zijn voor politiek-culturele polarisatie”. Ook ziet het SCP op veel thema’s „geen beweging naar de uitersten”, al zijn burgers wel iets negatiever naar andersdenkenden gaan kijken.

Mensen ergeren zich al snel aan felle uitingen

Emily Miltenburg onderzoeker SCP

Onderzoeker Emily Miltenburg zegt dat mensen vaak zéggen dat ze overal een uitgesproken mening over moeten hebben, de zogenoemde „positioneringsdruk”. Over stikstof, genderkwesties, corona, de landbouw of Poetin. „Maar als je doorvraagt, geven burgers toe dat de verharding nauwelijks speelt in hun dagelijks leven. Mensen zeggen: maar ik leef in een bubbel, het leven kabbelt bij mij wel door. Of mensen vermijden politiek, als copingmechanisme om het gezellig te houden.”

Afkeer van andersdenkenden kwam het SCP zeker tegen. Maar dan ging het volgens Miltenburg vooral om „een afkeer van extremen” in het publieke debat. „Mensen ergeren zich al snel aan felle uitingen, van boze boeren of van klimaatactivisten.” Het idee dat Nederland zo verdeeld is, en steeds verdeelder raakt, is volgens haar dus vooral een bééld. Verkiezingen laten dat zien: de meeste Nederlanders houden het bij de status quo-politiek van het politieke midden, die de laatste kabinetten-Rutte kenmerkt. „Alles wordt al snel polarisatie genoemd, door politici en door media. Zelfs het debat over de wolf wordt in die termen omschreven. We moeten gewoon debat tussen voor- en tegenstanders niet te snel aanzien voor polarisatie.” Dat wel doen is volgens Miltenburg risicovol: „Het idee dat de samenleving gepolariseerd is, kan ervaren vijandigheid aanwakkeren. ‘Valse polarisatie’ kan gevolgen hebben voor onze democratie.”


Lees ook: De Tweede Kamer is een ‘extreem onveilige’ werkplek, vinden de Kamerleden zelf