De plofkraker die z’n bivakmuts vergat en toen maar z’n onderbroek over het hoofd trok

De zaak

De strafzaak tegen drie verdachte plofkrakers Murat (21), Alessandro (27) en Johan Fredrik (27) blijkt een lesje recherchekunde. Het bewijs bestaat vooral uit herkende nummerplaten, socialmediaposts, telefoonlocatiedata, DNA en afgeluisterde gesprekken. Van twee plofkraken worden beelden getoond, in de stations van Delft en Amsterdam-Zuid. Beide vorig jaar. Geen van de verdachten is herkenbaar. Niemand werd op heterdaad betrapt. De jongste van het drietal, Murat, blijkt gezwicht voor het bewijs in het strafdossier. Hij bekent.

Het dossier laat zien hoe moeilijk het in een gedigitaliseerd bestaan is geen sporen achter te laten. Zeker als je je telefoon niet uitzet als je op pad bent, je chats over je criminele plannen niet verwijdert, na de daad niet je zoektermen wist, je een e-mailadres met je naam erin gebruikt , je foto’s van de bank die je zou hebben overvallen niet weggooit, noch de beelden van de drone die je tijdens de plofkraak liet surveilleren, noch je stoere selfie op een gestolen motorscooter. Na de daad blijven appen, verdachte zoektermen blijven invullen en ook nog telefoneren over de nasleep helpt ook niet. Johan Fredrik deed dit allemaal. Op de beelden van de plofkraken, die op de regionale televisie zijn uitgezonden, dacht hij ‘Sandro’ te herkennen. Zodat Alessandro nu de vraag krijgt of hij ook wel ‘Sandro’ wordt genoemd. Nee, zegt hij. Dat herhaalt hij op álle vragen. Hij was er niet bij. Hij wist van niks.

Alessandro vindt het een héél slecht rechercheonderzoek

Murat is schuldbewust. Johan erkent dat hij een rol had, maar maakt die zo klein mogelijk. En Alessandro gaat in de aanval. Hij vindt het een héél slecht rechercheonderzoek. Murat vertelt dat hij zich vanwege z’n schulden liet overhalen om voor 1.500 euro ergens „geld te gaan halen”. Waar en hoe, dat vond hij pas uit toen hij in een auto naar Delft werd gebracht. „Als ik wist dat het zoiets was, dan had ik er beter over nagedacht”, zegt hij. Dom vindt hij zichzelf, nu. „Ik ben er ook niks mee opgeschoten.” Murat liep bovendien voor joker – hij was z’n „bivakmuts vergeten” en had daarom zijn onderbroek over z’n hoofd getrokken.

Op de uitgezonden beelden is te zien hoe Murat, vermoedelijk met Alessandro, om 04.00 uur de nagenoeg verlaten stationshal binnenloopt en de glazen bankgevel opblaast, waarna een poging om de geldautomaat te laten klappen mislukt. Het tweetal vlucht op een motorscooter zonder achterlicht. Murat achterop, zegt hij, „want ik kan niet motorrijden”. En hij wist ook de weg niet. Daarna reed Johan hem naar huis, in Almere. Met een VW Polo, ontdekte de recherche. Onderweg werd die zichtbaar op de beveiligingscamera van een tankstation. Zo kwam Johan Fredrik in beeld – ook letterlijk.

In de plofkraak was zo’n tweeduizend euro geïnvesteerd, zo bleek uit de afgeluisterde telefoongesprekken. In een daarvan was Johan zeer openhartig. Hij schepte op, tegen een vriendin, dat hij „pakketten” verzorgde voor plofkraken en het vervoer deed. Gereedschap, kleding, handschoenen, explosief materiaal, ontstekingen.

Johan was nieuw voor de politie: geen strafblad, slechts één keer rijden onder invloed. Alessandro en Murat zijn juist bekenden van justitie. De eerste is net veroordeeld tot veertig maanden voor een ándere plofkraak, in Tiel. Murat is al vaak veroordeeld, vaak voor diefstal. Hij zat al twee jaar vast.

Johan leidde een dubbelleven. Hij werkte als zorgverlener in een kinderdagverblijf. Op de tribune zit z’n familie. Voor de andere twee kwam niemand. Johan vindt z’n voorarrest heel zwaar.

Alessandro zwijgt – praten over zichzelf vindt hij „te persoonlijk”. Hij beschrijft zichzelf als „een lieve jongen, met ondeugende trekjes”

De officier is afgemeten, beknopt en functioneel streng. Hij vindt dat Johan vier jaar cel moet krijgen, Alessandro vijf jaar en Murat drieënhalf jaar. Voor Alessandro betekent dat netto (met de eerdere straf opgeteld) achtenhalf jaar. Van de acht uur die de zitting duurt, gebruikt de officier krap twintig minuten – het dossier is zijn verhaal. De drie advocaten zijn de hele middag aan het woord. Twee bepleiten vrijspraak, het bewijs zou onvoldoende zijn. De advocaat van Murat vraagt vooral een lagere straf. De advocaat van Alessandro probeert Johan en Murat als getuige nog vragen te stellen – maar die zwijgen over alles. Bij het ‘laatste woord’ zegt Murat te hopen nog een kans te krijgen, Johan legt uit dat hij als waarschuwing vóór z’n arrestatie een „pistool tegen m’n hoofd” kreeg. Alessandro zegt nogmaals dat hij ‘totaal niet onder de indruk van het dossier’ was.

Het oordeel

De rechtbank volgt de eisen van het OM vrijwel helemaal. Murat krijgt drie jaar. Johan Fredrik vier jaar cel, voor twee plofkraken en één poging. Alessandro krijgt voor dezelfde feiten vijf jaar. Dat Murat een half jaar minder dan geëist krijgt is ook omdat hij „deels openheid” gaf.

De schade-eis van NS van zo’n 75.000 euro verwijst de rechtbank naar de civiele rechter. Die eis roept te veel vragen op, is het oordeel. NS had bij de zitting verstek laten gaan. Net als de bank Travelex. Toch wordt de vordering van Travelex toegewezen tot een bedrag van 42.887,89 euro, waarvoor alle drie de daders hoofdelijk aansprakelijk zijn.

De daders wordt verweten dat ze „puur uit eigen financieel gewin” met een explosie in een publiek gebouw anderen in levensgevaar brachten. En dat ze „uiterst professioneel” te werk gingen. Plofkraken zorgen behalve voor schade en gevaar er ook voor dat bedrijven pinautomaten op minder publieke plaatsen installeren.