De PlaystationVR is mooi, maar lost de problemen van virtual reality niet op

Recensie

Media

Games Lang waren er geen echte blockbuster games in virtual reality. Playstation heeft nu sterk ingezet op Horizon: Call of the Mountain, met de VR-bril PSVR2.

Uit de game Horizon: Call of the Mountain.
Uit de game Horizon: Call of the Mountain.

Beeld: Guerrilla

Wie trekt virtual reality uit het slop? Grote techbedrijven willen allemaal een gedeelde virtualreality-metaverse, maar sinds de draadloze Meta Quest (2019) is er geen bril geweest die VR gebruiksvriendelijker maakt voor nieuwkomers. Sony probeert het nu opnieuw, met een opvolger op de baanbrekende PSVR-bril uit 2016.

Echt goede games ontbraken lang in virtual reality. Vaak bleven ze steken op simpele gimmicks: bergen beklimmen, vissen, een achtbaan waarin je ook mocht schieten. Dichtbij de kwaliteit van blockbustergames voor ‘gewone’ spelcomputers kwamen ze zelden. Slechts één keer werd er een game met echte blockbusterambities uitgebracht voor VR: Half-Life: Alyx, dat een vrij zware pc nodig heeft.

Waarschijnlijk heeft PlayStation daarom zo sterk ingezet op Horizon: Call of the Mountain, een spel van de Nederlandse blockbusterstudio Guerrilla. De PSVR2 heeft immers niks meer nodig dan een PlayStation 5 om flinke games te kunnen afspelen.

Het legt wel een zware last op Call of the Mountain, dat enerzijds bestaat uit een aaneenschakeling van gimmicks uit bestaande games, maar anderzijds wél de verhaalvertelling en de lengte van een blockbuster heeft. De gimmicks – het bergbeklimmen, het boogschieten, een brei van andere ideetjes – komen hier vloeiend samen tot één geheel, die je maar moeilijk kan neerleggen. Een goede stap voor VR-games – maar één die erg laat komt.

Je speelt de strijder Ryas, die na een burgeroorlog gevangen wordt. In ruil voor gratie moet hij op zoek naar zijn broer. Er is goed geïnvesteerd in professionele stemacteurs; dankzij de oogtrackingtechniek, die let op de stand van je ogen, kijken alle personages je op een natuurlijke wijze aan.

Je tijgert langs afgronden, moet soms fors met je klimbijlen op een rots inhakken om omhoog te klauteren. Dan loop je rond, op zoek naar dozen met materialen, of maak je zelf pijlen met je handen. En sluipen langs vijanden maakt een fantastische instinctieve drang los om in de bosjes te verdwijnen.

Daarom is het zo jammer dat Guerrilla zich nog altijd geroepen voelt om allerlei speelgoed op je pad te plaatsen. Trommels? Dat voelt als een oude demo.

Bij gevechten kun je alleen maar naar links en rechts bewegen. De adrenaline vloeit rijkelijk: boog in één hand, de andere gebruik je om over je schouders pijlen te grijpen. Jammer dat de bewegingen niet altijd intuïtief zijn – grijp je mis, dan zit je een halve minuut te klooien voordat je weer kan schieten.

Het waas is weg

De PSVR 2 tovert het prachtig op je netvlies. Door de oogtracking ‘weet’ de spelcomputer bijvoorbeeld welk gedeelte van het blikveld op welk moment het mooist moet zijn. Het waas die nog over de schermen van oudere brillen viel is weg. Het levert een gamewereld op die je daadwerkelijk verzwelgt. Alleen die ene kabel zit nog in de weg – en de ruimte in je gamekamer.

Hoewel de prijs met 600 euro voor een VR-bril best schappelijk is, komt daar ook nog de prijs van de PlayStation zelf (550 euro) bovenop. Op een gemiddeld huishoudbudget blijft het een flinke uitgave. Zeker als je meerekent dat Call of the Mountain zelf ook nog eens 70 euro kost, en er weinig andere goede games voor te koop zijn.

Wie het beste van de technologie wil meemaken zonder meerdere duizenden euro’s uit te geven, komt met de PSVR best een eind. Maar een sprong vooruit voor VR? Nee, daar zullen we nog even op moeten wachten.