De opwarming van de aarde komt dichtbij op Over het IJ

Recensie Theater

Theaterfestival Op festival Over het IJ schuwen jonge theatermakers het experiment niet. Spelers vouwen hun lichaam als origami of spelen met vuur.

Als je de pont pakt naar de Amsterdamse NDSM-werf, waar theaterfestival Over het IJ plaatsvindt, loop je er bijna meteen tegenaan: het monument voor een ramp die nog komt. Het staat op een eilandje onder een grote boom en bestaat uit brokken zandsteen. De bloemen en vruchten die er ooit in gebeeldhouwd waren, zijn gebutst en verkleurd.

Als bezoeker loop je tussen die brokstukken door, een koptelefoon op. In een audiotour loodst Collectief Walden, een gezelschap dat zich in voorstellingen focust op de ecologische crisis, je door hun plannen voor het monument. Amsterdam staat over 250 jaar onder water. Waarom zouden we niet aftellen?

In het laatste fragment laat componist Annelinde Bruijs Amsterdammers reflecteren op het lot van hun stad. De citaten zijn opgenomen in ontwapenende liedjes, waarin bijvoorbeeld wordt gebrainstormd over een jaarlijkse herdenking voor het einde van de hoofdstad. Het klinkt bijna opgewekt – en precies die toon maakt Gedenk te overstromen zo geslaagd. Het is een sympathiek project, dat een inhoudelijk verhaal vertelt en de opwarming van de aarde dichtbij brengt.

Taal en identiteit

In voorgaande jaren vonden performances op theaterfestival Over het IJ plaats in zeecontainers. Dit programma-onderdeel is nu ‘uitgepakt’ te bezoeken, als Unboxed Tours. In colonne wandel je naar voorstellingen rond een thema.

Om de bezoekers van tour 4 (thema: huis) klaar te stomen, geeft de gids hun opdrachten zoals: ‘Bespreek waar jij je thuis voelt in een andere taal dan Nederlands of Engels’.

Worstelend in een vreemde taal, kom je enigszins in de buurt bij wat spoken word-artist Nour Jordan beschrijft in haar solo. Zij nodigt het publiek uit in haar kamer: een smal vertrek, bezaaid met kussentjes en Rubik’s cubes. Jordan spreekt vloeiend Nederlands, maar worstelt met het Tunesisch van haar familie. In een speelse performance laat ze zien hoe taal en identiteit met elkaar verweven zijn. Ze stelt vast dat ze Tunesische woorden oppikt „als hotelkamerzeepjes”. Ze neemt ze mee, maar heeft geen idee wanneer ze ze echt zal gebruiken.

De tweede voorstelling van deze tour vindt plaats aan de waterkant op de NDSM-werf. Ashley Ho en Domenik Naue vouwen een grote papieren boot. Vervolgens vouwen ze hun lichamen in dezelfde hoeken. In vaste patronen bewegen ze over het beton: bovenlichaam klapt op onderbenen, dan de armen achter de rug en voeten tegen elkaar. Twee toeschouwers staan onwennig met die gevouwen boot in handen, totdat de performers hem weer overpakken en te water laten. De voorstelling blijft te ongrijpbaar om echt te boeien.

Ook ongrijpbaar, maar vooral intrigerend is de performance van theatermaker Charles Pas. Zijn Person longing for human begint met drie performers, die lucifers tussen hun tanden klemmen en het vlammetje aan elkaar doorgeven. Ze blazen uit, steken aan. Het is spelen met vuur, waarbij de vlam vlakbij een gezicht dooft of over een arm aait. Het spel wordt steeds ruiger, als opmaat naar een woeste choreografie: springen en rennen, lichamen rollen of klappen tegen elkaar. De eerste verkenning wordt steeds brutaler, op het agressieve af – met handen om halzen en rode smurrie, die kleeft aan buik of armen.

Ondertussen pompt de muziek van Rint Mennes en gutst het zweet. Het is een even fascinerend als ontroerend schouwspel, waarvan iedere wending verrast. In de act herken je de twijfelende verliefdheid, dan de lust, een vrijpartij, maar ook eenzaamheid. Je ziet die fel-pure lichamelijkheid, die mimespelers (Pas deed de mime-opleiding) eigen kan zijn, met lijven als de bron van actie en bewegingen die elektrisch geladen lijken. Zo botsten de performers in een huiveringwekkende krachttoer steeds weer op elkaar.