N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Pop
●●●●●
Wies Alles Anders
Hoe verstaanbaar moet een zanger zijn? Er zijn genres waarin verstaanbaarheid vanzelfsprekend is, zoals folk of hiphop, omdat het verhaal voorop staat. De Nederlandstalige zang van bijvoorbeeld S10 en Froukje is ook goed verstaanbaar, in hun elektronische folkmuziek. In het rockgenre wordt verstaanbaarheid vaak opgeofferd aan opwinding. Maar niet bij de Nederlandse groep Wies. Voorvrouw Jeanne Rouwendaal heeft een heldere stem en duidelijk uitspraak, ook als de emotie toeslaat. Lees de hele recensie.
Klassiek
●●●●●
Quatuor Arod Strijkkwartetten van Debussy, Ravel & Attahir
Het is een mooi gezicht: vier jonge mannen liggen in de vorm van een kruis met hun hoofden bij elkaar, de ogen dicht, en stemmen hun ademhaling op elkaar af. Het is een scène uit de nieuwste documentaire van de Franse filmmaker Bruno Monsaingeon, chroniqueur van de klassieke muziek, die prachtige en intense portretten schoot van grootheden als pianisten Glenn Gould en Sviatoslav Richter en violisten David Oistrach en Yehudi Menuhin. Tegenwoordig richt hij zijn belangstelling op de jonge generatie en de vier musici die hij als ‘kruis’ filmde, vormen het Franse Quatuor Arod. Lees de hele recensie.
Jazz
●●●●●
Joshua Redman Where We Are
Op Redmans zestiende plaat (zijn eerste voor jazzlabel Blue Note) valt steeds weer iets te ontdekken. Pop incorporeren in zijn jazz deed hij al vaker. Maar zijn aanpak draait nu om mash-ups, de versmelting van twee songs. Zo valt Thelonious Monks ‘San Francisco Holiday’ samen met ‘I left My Heart in San Francisco’ (als eerbetoon aan zanger Tony Bennett). En is ‘Chicago Blues’ een heel geslaagde versmelting van Count Basie’s ‘Goin’ to Chicago’ met ‘Chicago’ van indiemuzikant Sufjan Stevens. Fascinerend hoe Redman van beide stukken de melancholie gebruikt als bindmiddel. Lees de hele recensie.
Rock
●●●●●
Hotline TNT Cartwheel
Wie goed luistert naar de ondoordringbare gitaarmuren van gewapend beton hoort verstopte melodieën, frivole gitaarlijnen en allerlei akoestische cadeautjes. Zo’n beetje alles lijkt te kunnen. ‘BMX’ begint met gitaren die klinken als lasergeweren uit oude sciencefictionseries maar groeit uit tot een slepende ballad waar Weezer jaloers op zou zijn. Halverwege ‘Spot Me 100’ beginnen zowaar elektronische breakbeats te ratelen. En de fonkelende afsluiter ‘Stump’ had net zo makkelijk kunnen zijn geschreven door The Byrds of Tom Petty. Lees de hele recensie.