Albumrecensies Elke week komen er tientallen nieuwe albums uit. Welke zijn deze week de moeite waard? Black Pencil maakte een ode aan Flevoland, Mahalia rekent af met opdringerige exen en Blur bracht hun beste album in dertig jaar uit.
Klassiek
●●●●●
Black Pencil Into Space
Black Pencil verhuisde in 2020 naar Almere, „de jongste en groenste grote stad van Nederland”, aldus blokfluitist en artistiek leider Jorge Isaac. Wervende teksten – de citymarketing heeft kennelijk ook de niche van de hedendaagse klassiek bereikt. Maar hun nieuwe album is vooral een kleurrijk en overtuigend akoestisch panorama, met negen gloednieuwe stukken van acht componisten. Lees de hele recensie.
Pop
●●●●●
Blur The Ballad of Darren
Het kon alle kanten op met Blur, na het haastig in elkaar gedraaide reünie-album ‘The Magic Whip’ uit 2015. Maar ‘The Ballad Of Darren’ is Blurs beste popalbum in dertig jaar en dat is geen gering compliment. Lees de hele recensie.
Klassiek
●●●●●
Chouchane Siranossian (viool) & Venice Baroque Orchestra o.l.v. Andrea Marcon Duello d’archi a Venezia
Violist Chouchane Siranossian en het Venice Baroque Orchestra bewijzen dat drie eeuwen oude muziek springlevend en van deze tijd kan zijn Lees de hele recensie.
Pop
●●●●●
Mahalia IRL
Het is een aantrekkelijke tegenstelling dat de muziek zo gemoedelijk is, terwijl Mahalia ondertussen snedig afrekent met onbetrouwbare mannen en opdringerige exen. Lees de hele recensie.
Rock
●●●●●
Redux Superunknown & Best of Soundgarden
Dat ‘Superunknown’ Soundgardens doorbraakplaat werd, mag achteraf een wonder heten. Maar hoe cover je in hemelsnaam zo’n monumentaal werk? Magnetic Eye Records vroeg verschillende stoner-, sludge- en doombands dat tóch te proberen. Lees de hele recensie.
De wereld is vergeven van de plastics. Sinds de uitvinding van de kunststof hebben de productie en het gebruik ervan een enorme vlucht genomen. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is de plasticproductie vertweehonderdvoudigd, de laatste twintig jaar vond nog een verdubbeling plaats. Experts verwachten dat het de komende jaren alleen nog maar sneller zal gaan met de productie. De kracht van plastic is juist ook zijn zwakte: het beschermt perfect tegen invloeden van buiten, maar is niet of nauwelijks op natuurlijke weg af te breken.
De gevolgen zijn overal desastreus zichtbaar: plastic zakken vervuilen het straatbeeld, in zee drijven gigantische eilanden van aan elkaar geklonterd plastic. Recent werd een walvis gevonden die 29 kilo plastic in zijn maag had, tot aan hele jerrycans toe.
Nog groter is het probleem van de microplastics: plastic valt uiteindelijk uiteen in hele kleine deeltjes, die onbedoeld letterlijk overal in gaan zitten. Het is aangetroffen in moedermelk, in honingbijen, in hondentestikels, in appels, in vers gevallen sneeuw op Antarctica. De uitstoot van microplastics in het milieu wordt geschat op tussen de 10 en 40 miljoen ton per jaar.
Het traditionele plastic is van oorsprong een restproduct dat gemaakt kan worden uit ruwe olie of gas. Juist nu de vraag naar fossiele brandstoffen op de golven van de elektrificatie van het wagenpark gaat afnemen, stappen olieconcerns actief over op het maken van plastics. Bedrijven als Shell openden de afgelopen jaren wereldwijd honderden fabrieken, die tonnen plastics uitspuwen, vooral bedoeld voor eenmalig gebruik.
Hier gaat iets grondig mis. Door de mega-investeringen van de oliebedrijven (400 miljard dollar de afgelopen jaren) is nieuw plastic goedkoper en kwalitatief vaak ook beter dan gerecycled plastic. De markt voor gerecycled plastic heeft de afgelopen jaren dan ook een flinke knauw gekregen: alleen al in Nederland gingen dit jaar vijf placticrecylaars failliet. Hergebruik kan economisch gezien domweg niet uit.
Ecologisch is dat rampzalig. Nu al belandt het overgrote deel van het plastic na gebruik op de vuilstort of in de verbrandingsovens. Slechts 9 procent wordt hergebruikt.
Deze week begint in de Zuid-Koreaanse stad Busan de cruciale vijfde en laatste onderhandelingsronde om in VN-verband tot een mondiaal plasticakkoord te komen. Zo’n 175 landen nemen eraan deel, en het doel is helder: voorkomen dat de plasticproductie de komende jaren wederom verdubbelt.
Zoals te verwachten zijn het met name de landen met grote oliebelangen die een oplossing frustreren. Saoedi-Arabië en Rusland bijvoorbeeld willen niets weten van productiebeperkingen en zoeken de oplossing in het beter opruimen van plasticafval. Van China en de VS is ongewis of zij zich achter een plasticplafond zullen scharen, maar de verkiezing van Donald Trump in de VS belooft weinig goeds.
Terwijl de weg naar een schonere toekomst niet zo heel ingewikkeld uit te stippelen is: de productie van nieuw plastic zal moeten krimpen. Dat kan door af te dwingen dat een percentage (bijvoorbeeld 40 procent) van elk nieuw plastic product uit gerycled plastic moet bestaan. Ook het stimuleren van alternatieven zoals bioplastics, die wel afbreekbaar zijn, kan enorm helpen. En ja, ook meer nadruk op recyling en het verminderen van plastic zwerfafval via bijvoorbeeld statiegeldsystemen gaan helpen. Maar de kraan moet eerst dicht voordat het dweilen zin heeft.
Breed lachend staan ze op een selfie: Geert Wilders stralend naast zijn geestverwant Viktor Orbán. Ja, de Hongaarse sterke man die tegen de Joodse filantroop George Soros een antisemitische lastercampagne voerde die critici als Michael Ignatieff deed denken aan de Völkischer Beobachter.
Hoe serieus moet je dan een PVV-kabinet nemen dat de strijd tegen antisemitisme zegt te willen aanbinden? Dat zich al heeft overgeleverd aan het Israëlische narratief over het anti-Joodse geweld in Amsterdam, dat rechtsongelijkheid op grond van afkomst serieus overweegt en dat geen benul lijkt te hebben van de giftige wisselwerking tussen antisemitisme, filosemitisme, (anti)zionisme en Israëlische Staatsräson?
Zou Marjolein Faber weten dat in de ‘omvolkingstheorie’ die zij huis, tuin en keuken vindt, echo’s klinken van de Protocollen van de Wijzen van Zion? Misschien nóg een boek kopen, na Migratiemagneet Nederland. Ook ontbreekt in de aanpak van het kabinet afdoende aandacht voor de effecten van de kredietcrisis, die wereldwijd anti-Joodse stereotypen nieuw leven inblies. Die werd gevolgd door de corona-jaren, met hun anti-vaccinatie-variaties op het Joodse wereldcomplot. Zou ex-NCTV-chef Schoof het blad Gezond Verstand, voor al uw tweewekelijkse paranoia, wel eens hebben doorgebladerd bij zijn lokale Bruna? Alsnog doen, Dick! (liever geen abonnement nemen).
Ik wil maar zeggen, er zijn genoeg sluimerende ‘autochtone’ bronnen van antisemitisme waar het kabinet eveneens nodig naar zou mogen kijken.
Zo voelt het dus om je regering te wantrouwen. Toch nog verbinding – in ontgoocheling
Maar ook apologeten die in de Mokumse scooterknokploegen een gemotoriseerde vorm van dekolonisatie zien, kunnen de slingers beter binnen halen. Oplaaiend antisemitisme is een keihard feit. Van Europa tot de VS (‘Jews will not replace us’) en het mondiale Zuiden. Ja, ook onder moslims. Dat erkennen is nog niet Mona Keijzer gelijk geven.
Dit is het funeste: er rukt in Nederland en elders een islamofoob rechts-radicalisme op dat zich ‘vriend van Israël’ noemt en briest over antisemitisme, maar tegelijkertijd de balk in eigen oog niet ziet. Met rugwind van de extremistische regering-Netanyahu, die uit politiek machiavellisme de ophef aanmoedigt.
En dus doet dit kabinet, dat voortstrompelt als een verwarde dakloze, niet wat het als vriend van Israël óók zou moeten doen: zich steviger uitspreken tegen de onophoudelijke ellende in Gaza. Kenners noemen die genocide, maar je kunt al te rade gaan bij de bedenker van de term, de jurist Raphael Lemkin. Genocide is niet alleen of per se totale uitroeiing, maar systematische vernietiging van een gemeenschap.
Maar dit kabinet trekt liever paspoorten in.
Zo voelt het dus om je eigen regering te wantrouwen, een ervaring die in Nederland al jaren breed wordt gedeeld. Kijk aan, toch nog iets van verbinding – in ontgoocheling.
Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.
Toen de sportpsychologie in Nederland nog in de kinderschoenen stond, zweerden veel topsporters bij Ted Troost. De deze maand op 88-jarige leeftijd overleden haptonoom had op het EK van 1988 en het WK van 1990 de halve selectie van Oranje in handen. Met wisselend succes, zou de cynicus kunnen denken. Na het EK-goud in West-Duitsland volgde roemloze uitschakeling op het WK in Italië.
Ted Troost werd door de opeenvolgende bondscoaches Rinus Michels en Leo Beenhakker oogluikend binnengelaten in het hotel van Oranje. Bondsarts Frits Kessel vond hem misschien een kwakzalver, maar moest zich schikken vanwege het teambelang. De vedetten Ruud Gullit, Marco van Basten en Hans van Breukelen zeiden er baat bij te hebben. Net als Johan Cruijff en Willem van Hanegem, Wimbledonkampioen Richard Krajicek, de schaatskampioenen Hein Vergeer en Yvonne van Gennip en vele anderen.
Over zijn slechte contact met Kessel zei Troost in 2022 tegen Voetbal International: „De bondsdokter háátte me. Logisch. Ik was toch een bijdehand ventje geworden. En ik deed dingen die hij niet kon uitleggen. Maar driekwart van het elftal wilde door mij worden geholpen. Michels stond het oogluikend toe.”
Tennisleraar
De geboren Rotterdammer Troost was korte tijd tennisleraar, voordat hij fysiotherapie ging studeren. Al in de jaren 60 werd hij gegrepen door haptonomie en ging hij in de leer bij grondlegger Frans Veldman. In zijn bestseller Het lichaam liegt nooit uit 1989 schreef hij wat zijn therapie behelsde. „Het is een geneeswijze, die mensen via hun gevoel confronteert met de emotionele problemen die aan hun kwaal ten grondslag liggen. Door de aanraking wordt opnieuw geleerd te voelen. Daardoor ontdooit het bevroren gevoel van binnen.”
In 1988 legde hij een NRC-verslaggever uit hoe de surfplank van Martine van Soolingen een verlengstuk van haar lichaam moest worden. Haar houding zou verkeerd zijn, waarna Troost staande op haar rug aangaf hoe het wel moest. „Zoals hij op mij ging staan, zo zou ik op de plank moeten staan. Hij leerde me ontspannen waardoor het geen pijn deed als hij op mij stond”, liet Van Soolingen optekenen in het boek.
Drievoudig olympisch kampioene Yvonne van Gennip zei zich mentaal weerbaarder te zijn gaan voelen dankzij Troost, vertelde ze een jaar na haar goldrush in Calgary. „De eerste keer hebben we niet zoveel gepraat, maar heeft hij me dingen laten voelen. Dan trekt hij je aan je nekvel, laat je stuiteren en probeert je te laten voelen wat voelen eigenlijk is”, aldus Van Gennip. Minder tevreden was wielrenner Jacques Hanegraaf. Zijn boosheid was volgens Troost terug te voeren op een moeilijke jeugd. Hanegraaf liet zich niet meer zien.
Niet onomstreden
Troost was een begrip in sportkringen, maar niet onomstreden, net als zijn leermeester Veldman. In NRC sprak Frits Abrahams in 1989 met oud-patiënten over de werkwijze van beide haptonomen. Seksualiteit was een belangrijke factor in hun medische denken, vertelden zij. Veldman gaf naakt demonstraties en bij Troost, die na ruzie voor zichzelf was begonnen, werden cursisten in het kruis gegrepen.
Ongewenste intimiteiten of niet, Oranje-doelman Van Breukelen legde aan de vooravond van het mislukte WK in 1990 in NRC uit welke positieve invloed Troost op hem had: „Ted heeft me laten zien dat ik waardering voor mezelf behoor op te brengen. Verder moet ik mezelf accepteren zoals ik ben met alle positieve en negatieve punten. Voor mijn eigen bestwil sta ik nu open voor bepaalde dingen zoals kritiek. In het verleden kon ik me mateloos ergeren aan wat er over me geschreven en gezegd werd, als ik weer eens niet naar behoren had gepresteerd. Daar kan ik nu mee omgaan. Als ik vroeger een blunder maakte, kon ik daar een week mee zitten. Nu ga ik dat relativeren en me afvragen wat er precies is fout gegaan.”
‘Elkaar aanvoelen, letterlijk’
Behalve Van Breukelen kwamen de WK-gangers Joop Hiele, Adri van Tiggelen en Gerald Vanenburg in de behandelkamer van de haptonoom. In Voetbal International legde hij zijn werkwijze tijdens het WK uit. „Toen heb ik nog vier van die voetballers op elkaar gelegd. Over zulke dingen dacht ik niet na, ik voelde gewoon wat er diende te gebeuren. Soms legde ik ze op elkaar, soms liet ik ze bij elkaar op schoot zitten. Dat zorgde voor meer zelfvertrouwen en voor verbinding in het team. Ze moesten elkaar aanvoelen, letterlijk. Daar is niets spiritueels aan”, aldus Troost. „Het is net als wanneer je een kind op schoot neemt. Je versmelt. Ook een voetballer heeft geborgenheid nodig. Leg de as op elkaar en je elftal wordt veel hechter. In 1988 is het gebleken.”
Maar op het WK in 1990 dus niet, zo bleek een paar weken later toen Oranje vroegtijdig werd uitgeschakeld. De toenmalige bondscoach Beenhakker, die tegen de zin van de meeste en belangrijkste internationals van het bondsbestuur de voorkeur had gekregen boven Cruijff, hoopte met de komst van de haptonoom de ‘onwillige honden’ aan het voetballen te krijgen.
Beenhakker in NRC: „Wat ik persoonlijk van Troost vind, is niet interessant. In dit circus zoekt een speler zekerheid. De een doet dat via een gesprek met zijn vrouw, de ander zakt een avondje door, de derde zoekt deskundige hulp. Mijn zegen hebben ze.”
Ted Troost was getrouwd met oud-toptennisster Marianne van der Torre, met wie hij drie dochters kreeg.