De opvallendste albums van de week: The National, Kara Jackson, Metallica, en Marion von Tilzer

Albumrecensies Elke week komen er tientallen nieuwe albums uit. Welke zijn de moeite waard in week 17? Bij The National is het waken voor eentonigheid. Dat geldt niet voor het debuut van Kara Jackson, of Marion von Tilzers overwinning van onschuld op de haat (●●●●●).

Rock

●●●●●

The National First Two Pages of Frankenstein


De Amerikaanse band The National heeft altijd twee uitersten willen verenigen. Enerzijds is het vijftal zwaar op de hand, cerebraal en literair, neigend naar pretentie. Anderzijds is de groep van Matt Berninger ook baldadig en maf. Bij optredens crowdsurft hij richting de bar en tapt een eigen drankje. Zijn teksten zijn soms grappig venijnig. Op hun nieuwe, negende album First Two Pages of Frankenstein wint toch de melancholie. Muzikaal is er niet veel ontwikkeling ten opzichte van de twee vorige albums. Ook nu is de klank omfloerst, het tempo meestal traag, hebben de melodieën niet veel uitschieters. Lees de hele recensie.

Pop

●●●●

Everything But The Girl Fuse


In alle rust werkte het duo Everything But The Girl aan de minimaal-elektronische kamermuziek van Fuse, waarop ze schijnbaar relaxed zingen over de grote dingen des levens. „I lost the plot”, bekent ze in het minimale ‘Lost’ – „I lost my mother”. Tracey Thorn kan zo’n tragisch gegeven sereen over het voetlicht brengen, nadat Watt in ‘Run A Red Light’ de perfecte elektronische update van 10CC’s ‘I’m Not In Love’ heeft laten horen. Fuse speelt met contrasten tussen de introspectie van ‘Interior Space’ en het luchtige ‘Karaoke’, over een feestje dat pas kan beginnen wanneer iedereen zijn remmingen overboord heeft gegooid. Een mooi, veelzijdig album. Lees de hele recensie.

Klassiek

●●●●●

Marion von Tilzer Into Eternity


Duisternis en licht zijn een blijvende inspiratiebron voor kunstenaars. De Duitse pianist en componist Marion von Tilzer weefde er indringende muziek omheen op Into Eternity. Het hart ervan is een drieluik rondom een brief van de Joodse Vilma Grunwald aan haar man. Beiden zaten gevangen in een ander deel van Auschwitz. Vilma verkoos haar kind Jan te volgen naar de gaskamers. Von Tilzer laat de gezongen brief zich langzaam uit de drek van Auschwitz verheffen. En in het slotdeel herovert ze de onschuld op de haat en het kwaad door de eenvoud van een slaapliedje. In de vijf resterende stukken borduurt Von Tilzer voort op de gedachte dat de deur van de dood niet naar het donker hoeft te leiden. Het zou evengoed een reis naar het licht kunnen zijn. Lees de hele recensie.

Metal

●●●●●

Metallica 72 Seasons


Blijkbaar is een uur en zeventien minuten een comfortabele lengte voor Metallica. Het nieuwe 72 Seasons, dat ze deze week in de Johan Cruijff Arena presenteerden, is namelijk exact even lang als voorganger Hardwired… To Self-Destruct. Het is ook het tweede album op rij waarop Metallica zo begeesterd en hongerig klinkt, strooiend met geslepen riffs, smakelijke gitaarsolo’s, sterke teksten en dat alles in een kraakheldere productie. De meeste nummers mogen wel allemaal mee naar de sportschool om een minuut of twee kwijt te raken. Wat nu een behoorlijk sterke plaat is, zou dan een héél sterke plaat zijn. Lees de hele recensie.

Pop

●●●●

Kara Jackson Why Does the Earth Give Us People to Love?


Kara Jackson uit Chicago kan veel. Als 19-jarige werd ze gekozen tot Jeugddichter des Vaderlands, ze schreef een poëziebundel en trad op met spoken word-performances. Nu ze 23 is verschijnt debuutalbum Why Does the Earth Give Us People to Love? De liedjes zijn te beluisteren als gezongen gedichten, maar daarnaast zijn bijvoorbeeld ‘rat’, ‘no fun/party’ en ‘pawnshop’ (Jackson vermijdt hoofdletters) uitgegroeid tot rijk geïnstrumenteerde singersongwriternummers. De steelguitar gloeit, de ukelele rinkelt, de drums stuwen. Lees de hele recensie.

Pop

●●●●

Durand Jones Wait Til I Get Over


Drie studioalbums maakte Durand Jones met The Indications, de retro-soulgroep waarvan hij zanger en songwriter is. Op zijn soloplaat Wait Til I Get Over stapt hij een paar passen weg van de zalvende zoetigheid waar ze de laatste jaren in uitblonken. Neem de rauwe single ‘Lord Have Mercy’ die op het album wordt ingeleid met de mijmeringen van zijn oma. Zij herinnerde het dorp in Louisiana als een plek waar iedereen wilde zijn. Zo ervoer Jones het zelf nooit, hij wilde weg uit het dorp dat ooit werd gesticht door vrijgemaakte slaven. Die tegenstrijdigheid klinkt door in het nummer, in de zompige botsing tussen rock-’n-roll en soul waar de regio patent op heeft. Ook op andere nummers laat Jones meer Louisiana toe dan op de platen met zijn succesvolle groep. Lees de hele recensie.