Een succescoach, maar ook een boeman, bullebak. De afgelopen week op 84-jarige leeftijd overleden Gerard Bakker, ontdekker van tafeltenniskampioene Bettine Vriesekoop, was zijn tijd vooruit in de jaren zeventig. In een decennium dat de individuele topsport in Nederland gelijk stond aan amateurisme, voerde hij een schrikbewind zoals dat in de Oostbloklanden werd gepropageerd.
Volgens de statistieken met succes. Vriesekoop werd, onder leiding van twee verschillende coaches, twee keer Europees kampioen en won twee keer het even prestigieuze Top 12-toernooi. Het ultieme doel – de Chinezen van de wereldtop stoten – mislukte. Haar hoogste mondiale klassering was de zevende plaats.
Maar de Spartaanse trainingsmethoden hadden een donkere keerzijde. De piepjonge Vriesekoop leed zichtbaar onder de coach met de grote bril en het strakke trainingspak. Later gaf Bakker haar voor de NOS-camera de volle laag vlak nadat ze zich notabene had geplaatst voor de kwartfinale op de Spelen van 1988 in Seoul. Een uur daarna werd ze uitgeschakeld door een minder sterke Europese tegenstander. Mentaal murw gebeukt stopte de 27-jarige per direct, om vrij snel daarna zonder Bakker een succesvolle, meer ontspannen rentree te maken onder trainer Jan Vlieg, die een zachte aanpak voorstond.
Vaderfiguur
Bakker was een vaderfiguur voor de boerendochter uit Hazerswoude, die haar eigen vader als elfjarige verloor. Tv-beelden van een bang, bleek tienermeisje die tot huilens toe wordt opgejut en uitgescholden, leidden nog net niet tot Kamervragen. Voor de satirici Koot & Bie en Spaan & Vermeegen waren ze een dankbaar onderwerp. En niet alleen Vriesekoop had last van de grillen van de coach: in 1982 deelde Bakker tafeltennisinternational Ron van Spanje een kopstoot uit tijdens een ruzie op een trainingskamp.
Bakker werd eind jaren zestig clubtrainer van Avanti in Hazerswoude, waar hij later Vriesekoop onder zijn hoede zou krijgen. In 1984 blikte hij in NRC terug op het amateurisme dat hij aantrof. „Zij speelden toen één keer in de week in een gymzaaltje. Ik heb meteen tegen de voorzitter gezegd: jullie moeten eerst maar eens zorgen dat er elke dag getraind kan worden, anders wordt het hier nooit wat.” Acht jaar later had Avanti een luxe tafeltennishal waar zich ook een groot talent aandiende: Vriesekoop.
De samenwerking met de minderjarige pupil had de goedkeuring van Bettines moeder. Zelf was ze aanvankelijk ook positief. „Hij is altijd als een tweede vader voor mij geweest. Hij heeft me behoed voor negatieve invloeden vanuit de bond. In het verleden zijn er veel spelers aan die sfeer kapot gegaan. Dankzij Gerard is mij dat niet overkomen”, zei ze in hetzelfde interview in 1984.
‘Mijn moeder moest mij afstaan’
In 1999 blikte Vriesekoop, ook in NRC, minder positief terug op haar relatie met Bakker. „Door de dood van mijn vader was er thuis een rotsfeer. Bakker heeft min of meer tegen mijn moeder gezegd dat ze mij moest afstaan. Zij was allang blij; we hebben een surrogaatvader gevonden, dacht ze. Ik mocht niet naar feestjes. Zijn pedagogiek had een doel: presteren.
„Toen ik op mijn achttiende verliefd werd, heeft hij dat de kop ingedrukt. Het was stoppen met dat vriendje, of hij zou geen aandacht meer aan mij besteden. Ik heb die jongen dus opgebeld om te zeggen dat het niet doorging. Hij heeft in de jaren tachtig mijn naam gezet onder een advertentie voor ‘tweezijdige ontwapening’. Ik wist van niks, met maatschappelijke vraagstukken hield ik mij nauwelijks bezig. Hij peperde mij in: jij voelt en vindt niks zelf.
„Na de Spelen in Seoul wilde ik naar Amsterdam verhuizen, alleen de stad in, niet met Bakker. De beest uithangen. Beginnen met leven. Maar Bakker vond Amsterdam gevaarlijk, ik zou aan de drugs raken. Ik hield vol. Met iemand die zo zwart-wit denkt, is verbreken van het contact dan onvermijdelijk. Die man was god voor me. Ik weet niet wat hij voor mij voelde. Maar als het liefde was geweest, had hij me mijn eigen weg laten gaan. Ik was zijn vrouw niet, dat wist hij best. Als een man zoveel macht heeft over een twintig jaar jonger meisje, is er altijd een soort spanning. Meer zeg ik daar niet over.”
Leeslijst