N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Midden-Amerika De verkiezingen in Guatemala, eind juni, worden een democratische klucht. De uitslag is allang voorgekookt. ‘Het gaat er niet om dat er met stembiljetten wordt gesjoemeld. Dat is helemaal niet meer nodig.’
Als Guatemala de laatste zondag van juni naar de stembus gaat om een nieuwe president, een nieuw Congres en nieuwe burgemeesters te kiezen, is de keuze ruim. Alleen al voor het presidentschap zijn er bijna twee dozijn kandidaten, van wie er drie veel kans maken om de tweede ronde te halen. De dochter van een ex-dictator, een voormalige first lady, een gerespecteerde ex-topdiplomaat van de VN: er lijkt dit jaar genoeg te kiezen.
Schijn bedriegt. In de praktijk worden dit de meest onvrije verkiezingen in decennia, nu de toch al wankele democratische rechtsstaat van het Midden-Amerikaanse land de afgelopen jaren in hoog tempo is afgebroken. Een kliek van zakenlieden, militairen, inlichtingendiensten, politici, magistraten, rijke families en (drugs)criminelen heeft zich ervan verzekerd dat de stem van het volk geen nare verrassingen oplevert.
Deze elites hebben de afgelopen tijd hun geld gezet op een paar loyale kandidaten en ondertussen kritische concurrenten door de corrupte kiesraad laten schrappen. De kansrijk geachte inheemse kandidate Thelma Cabrera, de populistische zoon van een ex-president en een in de peilingen snel opstomende TikTokkende zakenman: alle drie zijn ze op dubieuze gronden uitgesloten van deelname.
Ondertussen kan hier steeds lastiger over worden bericht of geklaagd. Eind mei hield El Periódico – een van de laatste kritische kwaliteitskranten – op te verschijnen, omdat zijn hoofdredacteur al bijna een jaar op gekunstelde aantijgingen in voorarrest zit. En druppelsgewijs zijn tientallen aanklagers, journalisten, activisten en advocaten het land uitgejaagd. Geconfronteerd met doodsbedreigingen, schijnprocessen en haatcampagnes op sociale media moeten zij – vaak als een dief in de nacht – de grens oversteken en zichzelf in veiligheid brengen.
Al jaren worden Guatemalteekse anti-corruptiestrijders en andere verdedigers van de rechtsstaat op deze wijze weggetreiterd naar de VS, Mexico of Costa Rica, maar in opmaat naar de verkiezingen bereikt de intimidatiecampagne een nieuw hoogtepunt.
Stiekeme presidentiële vriend
Zo moesten onderzoeksjournalisten Marvin del Cid en Sonny Figueroa sinds eind 2020 twee keer enkele weken het land uit. De gebruikelijke dreigementen aan hun adres werden ernstiger na spraakmakende primeurs over de rechtse president Alejandro Giammattei en diens entourage. De oerconservatieve christenpoliticus, onthulde het reportersduo voor online nieuwsmedium Vox Populi, bleek bijvoorbeeld niet alleen een ruim dertig jaar jongere man als levenspartner te hebben. Deze geheime minnaar voerde ook jarenlang een schaduwkabinet aan, waarin hij miljoenen kon verduisteren die hij via stromannen aan zijn familie doorsluisde.
„Dat de president homo is, is omstreden in een conservatief land als Guatemala”, vertelt Figueroa tijdens een bezoek aan Nederland, begin deze maand, op uitnodiging van Free Press Unlimited. „Maar wat ons betreft was die relatie een privékwestie. Ons ging het om het feit dat iemand van 32 met amper politieke ervaring als superminister een soort parallelle regering leidde, vol vriendjes van hen beiden.”
Lees ook: Schurk in het paleis jaagt zijn aanklager liever het land uit
De wijze waarop de macht terugsloeg, zegt veel over de afbrokkelende rechtsstaat, vertelt het duo. Een moeder en zus van de presidentiële vriend klaagden Figueroa en Del Cid aan op grond van een nieuwe wet die geweld tegen vrouwen moet tegengaan. Volgens de twee familieleden werden zij na de journalistieke onthullingen op straat lastiggevallen. „De klacht werd uiteindelijk geseponeerd, maar door die aangifte konden we maandenlang niet verder publiceren. Het kost tijd, geld en leidt tot onzekerheid.”
Dat rechtspraak wordt misbruikt ter intimidatie, is van een wrange ironie. Na de vredesakkoorden die een einde maakte aan de bloedige burgeroorlog (1960-1996, ruim 200.000 doden) zette de internationale gemeenschap juist vol in op het schragen van de wankele Guatemalteekse rechtsstaat. Met westerse miljoenen werd in 2006 door de VN de Internationale Commissie tegen Straffeloosheid en Corruptie in Guatemala (CICIG) opgezet, die moest zorgen dat het land een beter bestuur kreeg en niet opnieuw zou afglijden naar geweld.
Ballingschap
De CICIG kon een jaar of tien haar werk doen. Onderzoek na onderzoek legde de zogenoemde ‘parallelle structuren’ – illegale netwerken van rechtse politici, militairen en (clandestiene) veiligheidsdiensten – uit de burgeroorlog bloot. De CICIG mocht onderzoeken én vervolgen en nam daarbij niet de minsten in het vizier: zelfs een oud-president werd veroordeeld. Maar uiteindelijk kwam de commissie te dicht bij de machthebbers: in 2019 werd de laatste hoofdaanklager het land uitgejaagd.
Advocate Claudia González werkte jarenlang voor de CICIG. Tijdens een bezoek aan Den Haag op uitnodiging van de ngo’s Impunity Watch en Lawyers for Lawyers, eind mei, beschrijft ze hoe de ene na de andere collega-jurist wordt vervolgd, vastgezet of het land uitvlucht. Zelf wordt ze ook geïntimideerd, onder meer met juridische bevelen uitgevaardigd door omgekochte rechters. „Ik voel me omsingeld.”
Maar, zegt ze ook strijdbaar: „Zolang er geen arrestatiebevel tegen me ligt, blijf ik. Als je eenmaal in ballingschap gaat, is er geen weg terug.” Ze kent internationaal gerespecteerde rechters en aanklagers die in Washington belandden en daar nu aan de grond zitten. Ook al treft de VS de meest corrupte Guatemalteken met sancties, de ballingen die Washington opvangt moeten vaak nog maar afwachten of zij en hun gezinsleden asiel krijgen.
De beruchte ‘parallelle structuren’ uit de burgeroorlog zijn nooit verdwenen, alleen worden ze tegenwoordig ‘het pact der corrupten’ genoemd. González: „Ten eerste willen ze wraak nemen voor het vervolgen van de onaantastbaren. En ten tweede willen ze een duidelijke boodschap afgeven dat er geen onafhankelijke rechtspraak meer zal zijn.”
Opkomst zegt meer dan uitslag
Na de aanvankelijke steun voor Guatemala na de vrede van 1996, trekt de internationale gemeenschap haar handen al jaren van het land af. Europese landen sloten ambassades of staakten ontwikkelingshulp. Washington is vooral geïnteresseerd in Guatemala als buffer tegen migranten en drugs uit Zuid-Amerika, en als land dat in VN-gremia trouw meestemt met het westerse kamp. González: „Ik voel me in de steek gelaten. We staan er helemaal alleen voor. De wereld moet druk zetten op een terugkeer naar de democratie.”
De verkiezingen van zondag 25 juni zullen de democratische schijn echter hoog houden. Hoewel ze gevolgd worden door honderden internationale waarnemers, worden ze dankzij de sabotagecampagne van het ‘corruptiepact’ een klucht, zegt journalist Sonny Figueroa. „Het gaat er niet om dat er met stembiljetten wordt gesjoemeld of zo. Dat is helemaal niet meer nodig.”
Doordat alle kritische of niet gekochte kandidaten zijn uitgesloten, trekken veel burgers de stembusgang in twijfel. „En dat is precies het doel. Daardoor blijven veel mensen thuis en komen alleen de mensen opdagen die echt enthousiast zijn over de overgebleven, goedgekeurde kandidaten.”
De volgende president zal door een kleine minderheid van de kiesgerechtigden worden gekozen, voorspelt Figueroa. Als zondagnacht de uitslagen binnenstromen, zal hij dus niet zozeer op de percentages letten. „Hoe laag de opkomst wordt, zegt mij veel meer.”