De nieuwe versie van ‘Nosferatu’ draait om de mannelijke angst om seksueel tekort te schieten

Hij was een roofkopie van graaf Dracula, ging een eigen leven leiden en blijkt ondanks verwoede pogingen niet uit te roeien. Vampier Nosferatu herrijst deze week voor de derde keer uit zijn graf in een ijzersterke en eigenzinnige verfilming van Robert Eggers – in 1979 maakte Werner Herzog al een indrukwekkende remake van de Duitse horrorklassieker. De focus verschoof in de loop der tijd van de brave burgerman Thomas Hutter via de desolate vampier Nosferatu naar de spirituele heldin Ellen Hutter.

De plot van Friedrich Wilhelm Murnaus Nosferatu – eine Symphonie des Grauens (1922) klinkt wellicht bekend. Anno 1838 stuurt makelaar Herr Knock de ambitieuze jongeman Thomas Hutter uit havenstad Wisborg naar Transsylvanië om een contract te tekenen met de excentrieke graaf Orlok, die een oud, vervallen pand tegenover de Hutters wil kopen. Thomas’ echtgenote Ellen voorziet onheil en in de Karpaten blijken de lokale boeren doodsbang voor de graaf, die ze Nosferatu noemen. Hij is een boomlange, lijkbleke, kale man met puntoren, lange nagels en nogal scherpe voortanden en staart geobsedeerd naar een medaillon met Ellens portret. Snijdt Thomas Hutter zich tijdens een diner in zijn vinger, dan wordt de gastvrijheid van graaf Orlok ronduit opdringerig.

De volgende ochtend ontwaakt Thomas met twee gaatjes in zijn nek. Dwalend door het vervallen kasteel treft hij de graaf slapend in een doodskist. Na nog een wilde nacht – op afstand overreedt slaapwandelaar Ellen de graaf in trance haar Thomas niet leeg te zuigen – blijft hij achter als de vampier per schip naar Wisborg vertrekt. Thomas ontsnapt en spoedt zich per paard eveneens naar huis.

Daar is Herr Knock inmiddels uit de kast als dienaar van de vampier en wordt insecten etend in een gesticht opgesloten. De graaf consumeert op zee de hele scheepsbemanning en arriveert in een dodenschip vol pestilente ratten aan de kade. Te midden van massale sterfte gaat Thomas dan met hulp van professor-alchemist Bulwer op jacht naar de vampier, die zich evenwel toegang weet te verschaffen tot Ellens slaapkamer en zo afgeleid raakt door het bloedzuigen dat de opkomende zon hem verrast. De graaf lost in een rookwolk op terwijl Ellen haar laatste adem uitblaast.

De weduwe Stoker

Inderdaad: gewoon Bram Stokers vampierroman Dracula uit 1897, maar met een ellendig einde en andere namen: Hutter voor Harker, Bulwer voor Van Helsing, Herr Knock voor Renfield. Het Duitse Prana Film besloot de bestseller te verfilmen zonder de weduwe Florence Stoker voor de rechten te betalen. Vlak na de horreur van de loopgraven en de Spaanse griep beroerde Nosferatu een gevoelige snaar; met zijn onbehaaglijke sfeer, gebruik van slow motion en versnelling, dianegatieven en schaduwspel gold het een nieuwe triomf van het Duitse expressionisme. Prana Film ging evenwel in 1922 failliet en de weduwe Stoker dwong drie jaar later via een Duitse rechter af dat alle kopieën van de film vernietigd werden. Dat lukte niet echt: Nosferatu bleef in allerlei hermontages circuleren voordat hij in 1984 werd gereconstrueerd op basis van gebrekkige Franse, Spaanse en Duitse kopieën.

Voor de Hollywood-versie van Dracula kreeg Florence Stoker in 1930 wel 40.000 dollar, en ook die film, van regisseur Tod Browning, bleek een daverend succes. Hier speelt Bela Lugosi de vampier als een aristocraat die met olieachtige charme, oeroude magie en hypnose witte vrouwen tot overgave dwingt. Net als in Stokers roman is het een confrontatie tussen oriëntaals, feodaal bijgeloof en westers bourgeois rationalisme. Dat laatste zegeviert: de heren openen een klopjacht op de immigrant en diens bezoedelde harem, het medicijn blijkt een fallische, blank houten staak door het hart te zijn.

Ook Murnaus vampier Nosferatu is een Slavische immigrant, sommigen zien er zelfs een antisemitische karikatuur in. Maar dit wandelende lijk in rigor mortis mist de seksuele allure van Dracula; Nosferatu is de dood zelf, een ziekteverspreider. Anders dan bij Bram Stoker kunnen burgermannen met hun houten staakjes niets tegen hem uitrichten; Ellen Hutter redt haar echtgenoot door de vampier met haar bloed te verleiden. Haar martelaarschap is een triomf van de liefde.

Nosferatu (Max Schreck) wordt verrast door het ochtendgloren, in de klassieker ‘Nosferatu, eine Symphonie des Grauens’ van F.W. Murnau (1922).

Foto Getty Images

Werner Herzog

Dat offer interesseerde regisseur Werner Herzog niet zo in zijn remake Nosferatu – Phantom der Nacht (1979) – vrouwen boeien hem sowieso maar matig. Hem ging het om de vampier als (zelf)destructieve outsider: een gekweld, triest en eenzaam creatuur dat dorst naar liefde en eigenlijk dood wil – Herzog instrueerde zijn ‘frenemy’ Klaus Kinski, die een formidabele vampier neerzet, niet angstig te schreeuwen als hij sterft, maar het zonlicht juist gulzig te inhaleren. Als Wisborg figureerde bij Werner Herzog de stad Delft, in zijn woorden „zo bedaard, bourgeois, zelfbewust en solide, zo netjes en goed geordend”. Die burgerlijke zelfgenoegzaamheid smeekt om ontregeling.

Herzogs Nosferatu past in de domesticatie van de vampier. De oriëntaalse verkrachter Dracula veranderde in een smachtende loner– en werd in de 21ste eeuw zelfs een tieneridool: zie Edward Cullen van de Twilight-reeks.

Na Herzogs versie volgde in 2000 de zwarte komedie Shadow of the Vampire, over het maken van de film Nosferatu in 1922. Een echte vampier (Willem Dafoe) speelt de hoofdrol: regisseur Murnau (John Malkovich) ontmoette hem bij het locatie scouten en maakt cast en crew wijs dat hij een ‘method actor’ is die altijd in karakter blijft. Als het ene na het andere crewlid verdwijnt, rijst de vraag of de regisseur niet de grootste vampier is.

Na dat amusante uitstapje is het regisseur Robert Eggers nu weer ernst in zijn bloedstillend mooi gefilmde remake die vaak refereert aan Murnaus origineel – zie de schaduw van Nosferatu’s klauw over nachtelijk Wisborg glijden als de pest zich verspreidt. Eggers is een ‘mentaal archeoloog’ die psychoseksuele mechanismen onder wereldbeelden, mythen en sprookjes reconstrueert, zoals de 17de-eeuwse, puriteinse heksenpaniek (The Witch), Victoriaanse maritieme horror (The Lighthouse) of Vikingsages (The Northman).

Masculiene onmacht

Eggers’ update van Nosferatu draait om Ellen Hutter, meeslepend vertolkt door Lily-Rose Depp. Zij heeft een verleden van depressies (‘melancholie’) en leeft met één been in het dodenrijk; in de proloog wekt zij via een spirituele vereniging Nosferatu uit zijn grafsluimer. Hij ís de dood: een grotesk lijk in staat van ontbinding met een vieze druipsnor die naar het leven dorst zoals Ellen naar de dood.

Kennelijk geschrokken van haar eigen doodsdrift valt Ellen voor de duffe burgerman Hutter (Nicholas Hoult), die slechts een handenwringende pion kan zijn in haar duel met de dood. De onmacht van masculiene redelijkheid benadrukt Eggers via een nutteloze arts en via de hautaine koopman Friedrich Harding, wiens gezin de vampier systematisch onttakelt: Hardings koppige scepsis heeft geen enkel antwoord op de dood. Willem Dafoe vat het samen als mysticus Von Franz, het Van Helsing-type: „Wij zijn niet verlicht, maar verblind door het gaslicht van de wetenschap.” Hij beseft dat dit verhaal alleen in de slaapkamer kan eindigen, waar Ellen nu zeer actief is – ‘meer, meer!’ – in een apert seksuele finale. Aan haar omhelzing kan zelfs een vampier niet ontsnappen.

Robert Eggers komt zo tot de kern van de zaak. Bram Stokers Victoriaanse vampier ging over (witte) mannelijke angst voor ‘De Ander’ en dus over de eigen angst seksueel tekort te schieten. En tevens over de band tussen erotiek en de dood die bij de vrouw veel inniger is, want seks gaat over penetratie en in principe levensbedreigende zwangerschap. Maar alleen zij brengt leven voort en kan de dood partij bieden. Tussen Nosferatu en Ellen eindigt het in gelijkspel.