De Nederlandse succesploeg van Demi Vollering benadert koersen anders dan de mannen van Jumbo-Visma

Reportage

Wielrennen SD Worx, de wielerploeg van Demi Vollering, won dit voorjaar vrijwel alle grote koersen. Ook in Luik was ze beste. „Ze moeten zelf nadenken.”

Demi Vollerin verslaat Elisa Longo Borghini in de finale van Luik-Bastenaken-Luik.
Demi Vollerin verslaat Elisa Longo Borghini in de finale van Luik-Bastenaken-Luik.

Foto AFP

Op de Quai des Ardennes in Luik, naast de L’Ourthe die een paar honderd meter verder in de Maas uitmondt, vormt zich vlak na de finish van Luik-Bastenaken-Luik een opgewonden menigte. Er drommen verzorgers, familieleden, filmende cameramannen, journalisten en een hond samen rond drie rensters in roze-oranje-paarse shirtjes. Het zijn Niamh Fischer-Black, Marlen Reusser en winnares Demi Vollering, die haar hond een dikke knuffel geeft. Samen vieren ze de overwinning, de zoveelste dit jaar voor de Nederlandse ploeg SD Worx.

„Het is een geweldig gevoel om zo rond te rijden. Je weet waar je het voor doet”, zegt Christine Majerus dik een kwartier later, wanneer ze net is gefinisht en haar teamgenoten Vollering en Reusser (die derde werd) al op het podium gehuldigd worden. Ze was namens het team verantwoordelijk voor de eerste 50 kilometer van de race, om het gat tussen het peloton en de koplopers klein te houden. „Ik doe gewoon mijn werk in het begin, en dan weten we dat we onze kopvrouwen kunnen rekenen om het af maken.”

SD Worx is al jaren een van de grootste ploegen van het vrouwenpeloton. Op de bus, in hetzelfde kleurenpalet gespoten als de wielershirts, staat hoe vaak de ploeg al is uitgeroepen tot beste van het jaar: sinds 2016 elke keer, zes keer op rij.

Dit voorjaar gaat het beter dan ooit: zestien eendagskoersen reed de Nederlandse ploeg dit seizoen, en daarvan won het er twaalf. Alleen de Trofeo Alfredo Binda, Parijs-Roubaix, Brugge-De Panne en de Brabantse Pijl wisten de rensters van SD Worx niet te winnen. Daar staat tegenover dat de ploeg ook al vijf keer eerste en tweede werd in de koers, onder meer in de Amstel Gold Race en de Ronde van Vlaanderen. „Je kan wel zeggen dat ik nog nooit heb gezien dat een ploeg zoveel heeft gewonnen. Het is echt absurd”, zegt ploegleider Anna van der Breggen over het succes van haar ploeg. Sportief manager Danny Stam heeft wel vaker goede jaren gehad met zijn ploeg, zegt hij. „Maar dit slaat nergens op. Het is nu gewoon een soort van asociaal.”

Fouten maken

Van de ploeg is Demi Vollering de grootwinnaar, met vijf zeges waaronder drie klassiekers op rij: de Amstel Gold Race, Brabantse Pijl en deze zondag Luik-Bastenaken-Luik (LBL). Ook de Belgische Lotte Kopecky (vier zeges) en Lorena Wiebes (drie) wonnen meermaals. De Zwitserse Reusser won Gent-Wevelgem. De rensters gunnen het elkaar, zegt Reusser nadat ze in LBL lang vooraan en zelfs even solo aan kop heeft gereden. „Demi had het ook mooi gevonden als ik had gewonnen, we gunnen elkaar de vreugde van het winnen.”

Het is een uitgangspunt dat door de ploegleiding wordt gestimuleerd. Waar wielerploeg Jumbo-Visma, de Nederlandse veelwinnaar in het mannenpeloton, zijn kopmannen tevreden houdt met duidelijke afspraken en kleurcodes om aan te geven wie voor welke wedstrijd de kopman is, doen ze het bij SD Worx helemaal anders, zegt ploegleider Van der Breggen. „Eerder het tegenovergestelde, denk ik.”

Bij de ploeg willen ze dat de rensters zelf in wedstrijden het koersverloop herkennen en hun momenten kiezen, zegt Van der Breggen. „Als je een kopman hebt, en iedereen een vaste rol, dan denk je niet meer na maar dan voer je gewoon het plan uit. Wij willen dat ze zelf nadenken en een beslissing nemen.”

Ze noemt Parijs-Roubaix als voorbeeld, ook al was dat een van de weinige koersen die het team niet wist te winnen. „Lotte Kopecky had aangegeven dat die wedstrijd een van haar grote doelen was, het is een droomkoers voor haar. Maar Femke Markus zat in de kopgroep, dus Lotte besloot: Femke maakt een hele grote kans om te winnen, dus ik ga niet naar haar toerijden.” Uiteindelijk komt Markus in de absolute finale, op het vélodrome in Roubaix, ten val, maar het is in de ogen van Van der Breggen wel het voorbeeld van hoe ze haar ploeg graag ziet koersen.

Daarbij nemen ze bij SD Worx het risico dat het ook wel eens mis gaat. „Als je voor het eerst een finale rijdt, dan is de kans groot dat je het niet goed doet. Maar anders leer je het nooit”, zegt Van der Breggen. „Fouten maken mag.”

Tijdens Strade Bianche lijkt het er even op alsof de ploeg in de fout is gegaan, nadat Vollering en Kopecky samen om de winst sprinten en na de streep verbaasd en boos op de uitslag wachten. „We werden een en twee, dus ik wil dat geen fout noemen”, zegt ploegmanager Stam. Maar er had tussen de rensters wel beter gecommuniceerd kunnen worden, zegt hij, bijvoorbeeld door af te spreken dat ze erom zouden gaan sprinten. Overwogen in te grijpen, heeft hij niet. „Wij gaan die wedstrijd niet van de rensters afpakken.” Uiteindelijk blijkt Vollering te hebben gewonnen; een uitslag waarmee beide rensters al snel vrede hebben.

Groot budget

Bij SD Worx zien ze het hebben van meerdere kopvrouwen als een groot voordeel. „Het geeft je meer vrijheid om ervandoor te gaan als de anderen ook rekening moeten houden met een teamgenoot”, zegt Van der Breggen. Daarom besloot SD Worx afgelopen winter Lorena Wiebes aan te trekken, een sprinter. In Kopecky had de ploeg al iemand met een goeie eindsprint, dus zij was niet direct enthousiast, zegt Stam. Hij had echter al gezien dat ze bij haar vorige ploeg ook ploegmaatjes liet winnen. „Ik had stiekem wel verwacht dat haar komst een succes zou worden.”

Dat de ploeg Wiebes, regerend Europees kampioen en tweevoudig ritwinnaar in de Tour, kon aantrekken, is te danken aan het relatief hoge budget van de ploeg. „Het is zeker handig als je op zoek bent naar goede renners, want er komen steeds meer ploegen bij en er zijn niet zomaar meer goede rensters”, zegt Van der Breggen. „Maar veel geld betekent niet automatisch veel succes. Zo werkt het niet. Je moet wel een team vormen.”

Andere ploegen als Trek-Segafredo, die ook grote budgetten hebben omdat ze zijn aangesloten bij de (financieel) grotere mannentakken, zijn dit jaar een stuk minder succesvol. Van der Breggen ziet het als een voordeel dat haar team geen mannentak heeft. „Zo hebben we meer vrijheid onze eigen keuzes te maken. We hoeven met niemand rekening te houden.”

De komst van Wiebes werd een groot succes: ze boekte de eerste zege van de ploeg dit jaar, een etappe in de UAE Tour. Daarna was het Kopecky die, vóór Wiebes, Omloop het Nieuwsblad won. „Ze winnen allebei direct, dan valt ook alles goed”, zegt Stam. Die eerste zeges veroorzaakten een vliegwieleffect, zegt Vollering terwijl haar bokaal voor de zege in Luik voor haar staat. „We kwamen vroeg in een flow, en kwamen op een roze wolk van winnen terecht. Het is gelukt om daarop te blijven.”

Stam ziet dat omdat alle kopvrouwen hun wedstrijden winnen, ze ook bereid zijn te werken voor de anderen. „Combineer dat met de rest van het team dat bereid is zich zo goed te schikken, dat maakt ons zo sterk en compleet.”

Hopeloos

Voor de andere teams is het wachten op de ommekeer, tot die tijd resteren voor hen in het beste geval podiumplaatsen en een hopeloos gevoel. „Come on!”, roept Elisa Longo Borghini van Trek-Segafredo als haar naar de dominatie van de Nederlandse ploeg wordt gevraagd. De Italiaanse toont zich strijdvaardig: „Ze zijn erg sterk en ik heb veel respect voor ze, maar we moeten niet bang zijn. Er komt echt wel weer een periode dat ook zij niet winnen.”

Maar vast staat dat dit voorjaar absoluut van SD Worx was. Er resteren nog grote doelen in de rest van het jaar, zegt ploegmanager Stam, zoals de Tour de France en het WK. Volgende week begint al de Vuelta a Espana, waar Vollering opnieuw de kopman zal zijn.

Stam zal daar zelf niet bijzijn, vertelt hij met een glimlach, hij heeft een paar weken vrij. „Ik hoop dat het mooi weer wordt, dan ga ik lekker in de tuin zitten met een goed glas wijn om na te denken van: ‘Wow, wat hebben wij eigenlijk neergezet dit voorjaar.” Welke van al die mooie momenten hij dan gaat terugkijken? „Ik denk Parijs-Roubaix”, zegt Stam lachend. „Die hebben we niet gewonnen, dus daar valt nog wat van te leren.”