De Nederlandse jaren van Sifan Hassan: ‘Ze was als een roofdier, met de finish als prooi’

Er staat een grimas op het gezicht van Sifan Hassan. Het regent, het waait en de temperatuur is laag, geen fijne omstandigheden voor een 1.500 meter. Maar Hassan (31) is toch van start gegaan, omdat het sluitstuk van de FBK Games, eerder dit jaar, onderdeel is van haar voorbereiding op de Olympische Spelen.

Tijdens de warming-up heeft de kou vat op haar gekregen, vanaf de eerste meters lopen haar benen vol. Hassan stort tijdens de laatste ronde in Hengelo in en wordt vijfde. Even gaat ze erbij zitten. „Het was echt moeilijk.” Dan komt ze overeind en begint op blote voeten aan een ererondje voor het publiek. Ergens in de bocht stopt ze voor een foto met fans. „Ik weet dat mensen hier komen om naar mij te kijken, dus ik wilde supergraag mijn best doen. Volgend jaar zien jullie meer van mij”, belooft ze met een glimlach.

Hassan komt nog altijd graag in Nederland. Ze kwam hier aan als vijftienjarige asielzoeker uit Ethiopië, bracht er acht jaar door, kreeg de Nederlandse nationaliteit en ontwikkelde zich van een verlegen meisje tot wereldtopper in een oranje hardloopshirt.

Hassan wil in Parijs als eerste vrouw op één Spelen medailles winnen op de baan en de weg. Maandag won ze op de 5.000 meter brons, vrijdag deed ze hetzelfde op de 10.000 meter. Maar voor Hassan moet het belangrijkste nummer nog komen, zondagochtend om 8.00 uur: de marathon.

Hoe verging het haar in die Nederlandse jaren? „Ik ben er mentaal volwassen geworden”, zegt Hassan. „Daarom ligt mijn hart in Ethiopië en hier in Nederland.” NRC ging op zoek naar de Nederlandse roots van Sifan Hassan.

Over hoe ze in Nederland terechtkwam, praat Hassan niet graag. Ze werd in Adama, ook bekend als Nazreth, in Ethiopië geboren, en zei in 2021 tegen NRC dat het gevaarlijk was om in haar geboorteland te blijven. Toen ze in 2008 landde op Schiphol werd ze door de politie naar Stichting Jade gebracht, een opvangcentrum voor minderjarige asielzoekers in het Drentse dorp Schipborg. In de eerste maanden mocht Hassan alleen naar school in Assen, verder moest ze in de opvang blijven. De stichting was bang voor mensensmokkelaars.

Hassan huilde veel in die tijd, vertelde haar toenmalige begeleider in Dagblad van het Noorden, omdat ze niet mocht doen wat ze zo graag wilde: hardlopen. Toen ze na een paar maanden naar de opvang in het nabijgelegen Zuidlaren mocht, nam de stichting contact op met een atletiekvereniging in Groningen. Daar liep Hassan haar eerste rondjes op een Nederlandse atletiekbaan.

Sifan Hassan was in haar jeugd lid van atletiekvereniging Lionitas in Leeuwarden.
Foto Privé-archief
Sifan Hassan wordt in 2013 Nederlands kampioen veldlopen.
Foto Merlin Daleman

Dubieuze atletenmanager

Acht maanden later verhuisde Hassan naar de wijk Aldlân in Leeuwarden, waar ze een rijtjeshuis deelde met drie andere vluchtelingen. Elke dag kregen ze bezoek van Harm-Jaap de Beer, ambulant begeleider bij Jade. „Ik probeerde die jonge mensen wegwijs te maken in Nederland.”

Hassan kreeg een fiets, waar ze in het begin weinig gebruik van maakte. Ze liep liever. Met Nederlands leren had ze moeite. „Maar ze noemde mij wel altijd ‘meneer’.” Verder was Hassan een rustig meisje, vertelt hij. „Ik denk dat ze moest bijkomen van alles wat haar was overkomen.”

Atletiekvereniging Lionitas ligt aan de rand van Leeuwarden. Naast de atletiekbaan staat een eenvoudig clubhuis. „Ik weet nog dat ik haar de eerste keer wegbracht en dat ze in de auto zei: ik ga later goud winnen”, zegt De Beer.

Hassan kwam onder de hoede van trainer Yke Schouwstra, die een grote groep middellangeafstandlopers begeleidde. Zij had eerder met vluchtelingen gewerkt. „Ze was angstig toen ze bij ons kwam. Ze wist niet of ze ons kon vertrouwen en was teruggetrokken.” Bij de warming-up liep Hassan midden in de groep, buiten de baan weigerde ze te trainen. „Ik denk dat ze bang was dat mensen haar zouden meenemen of iets zouden aandoen”, zegt Schouwstra. Toen Hassan wedstrijden begon te winnen, meldde zich een dubieuze atletenmanager. Schouwstra wimpelde hem af. „Hij beloofde gouden bergen, maar het voelde voor mij heel slecht.”

Met handen en voeten maakte de trainingsgroep duidelijk aan Hassan dat ze bij hen veilig was. De vereniging hield een inzamelingsactie voor kleding en schoenen. Schouwstra heeft de rood-witte spikes waarop Hassan toen liep, een reservepaar, bewaard. Via de sport kwam Hassan in contact met andere mensen, zegt ze. „Nederland is toch een land waar we weinig tijd hebben. Hier konden ze samen hardlopen, ik denk dat ze daardoor weer heeft geleerd mensen te vertrouwen.”

Ze werd hier aangemoedigd zichzelf te zijn en van die vrijheid maakte ze gebruik

Ton van Hoesel
Trainer van Eindhoven Atletiek

Ze wijst naar het middenterrein. „Daar zat ze altijd. Sifan was lui, dan zei ze: ‘Ik ben moe, ik ben moe.’” Hassan had van nature een grote, efficiënte pas, waarmee ze eenvoudig kon versnellen, zag Schouwstra, maar trainen deed ze met tegenzin. Pas als er een wedstrijdje gelopen moest worden, stond Hassan vooraan. „Ze was net een roofdier, met de finish als haar prooi.”

Hassan wilde marathons gaan lopen, maar Schouwstra weerhield haar daarvan. „Ik vond dat ze dat niet voor haar 25ste moest doen, dat ze eerst moest opbouwen. Anders ga je kapot.” Een meisje uit de trainingsgroep van Hassan stroomde in die tijd door naar de langeafstandsgroep, raakte overbelast en keerde noodgedwongen terug. Volgens Schouwstra maakte dat diepe indruk op Hassan.

Tijdens een wedstrijd in Utrecht kwam Hassan een andere Ethiopische atleet tegen. Zo leerde ze van het bestaan van de Ethiopische gemeenschap in Eindhoven. In 2010 besloot ze die kant op te verhuizen. Schouwstra: „Na een vakantie kwam ik training geven op de club en Sifan was er niet. Ik wist dat ze naar Eindhoven zou vertrekken, maar ineens was ze weg.”

Luisteren naar je lichaam

Op De Groote Heide in Eindhoven is het goed trainen, vindt Ton van Hoesel. Zand, modder, gras; daar worden je voeten sterk van. Dus toen hij Sifan Hassan onder zijn hoede kreeg, gingen ze er vaak naartoe, vertelt de trainer van Eindhoven Atletiek aan zijn keukentafel. „Ze was toen al een topcrosser. Ik zei eens voor een wedstrijd: ‘Doe maar rustig aan.’ Nou, na de eerste ronde liep ze aan kop. En boos dat ze was toen ze tweede werd.”

Door met atleten als Ruth van der Meijden te trainen, toen Nederlands kampioene op de halve marathon, ontwikkelde Hassan zich snel. Van zulke sporters leerde ze structuur: luisteren naar je lichaam, rust inbouwen. Toen ze een tijd vermoeid was, nam Van Hoesel haar mee naar de dokter. Die constateerde bloedarmoede, waarna ze snel opknapte.

Van Hoesel wachtte Hassan een keer op voor een bostraining, toen die in paniek aankwam. Onderweg was ze haar verblijfsvergunning verloren. „Ze wist dat ze een probleem had als ze aangehouden werd.” Een zoektocht leverde niets op, Van Hoesel ging met Hassan mee naar de politie. „Daar hebben we het in alle rust opgelost, ze kreeg een nieuw document.”

Hassan was in die tijd veel bezig met haar toekomst, zegt Van Hoesel, iets waar ze het vaak over hadden als de atlete na een training een boterham at bij hem thuis. „Ze wilde naar de Olympische Spelen, een contract bij Nike. Ze was heel doelgericht bezig. En ze wilde de Nederlandse nationaliteit.”

Nederland is een land van kansen, zegt Van Hoesel, en Hassan zag dat als een opstap voor haar carrière. In die tijd droeg Hassan, een moslima, minder haar hoofddoek, zegt Van Hoesel: „Ik denk dat ze hier werd aangemoedigd om zichzelf te zijn en van die vrijheid heeft ze gebruikgemaakt.”

Het krachthonk in

Lang bleef Hassan niet in Eindhoven. Na ruim een jaar ruilde ze Van Hoesel als coach in voor haar landgenoot Aiduna Aitnafa, maar ook die samenwerking stopte snel weer. Hassan ging trainen op Papendal, onder coach Honoré Hoedt. Hij zag haar eind 2012 lopen bij de Warandeloop in Tilburg. „Ze werd negende of zo, niets bijzonders. Maar zoveel talent hadden we nou ook weer niet in Nederland. Dus ik heb haar gevraagd of ze meewilde op trainingskamp.” Op trainingskamp in Portugal, begin 2013, maakte Hassan kennis met het topsportbestaan. Samen trainen, sprinten, looptechniek, het krachthonk in. Van 400-meterspecialist Robert Lathouwers leerde ze zwemmen in het zwembad bij het hotel. Daarna vestigde ze zich in Arnhem.

Terwijl ze op de baan record na record liep, had Hassan moeite met het leven daarbuiten, zegt Hoedt. „Vooruitdenken was er niet echt bij. Ze deed boodschappen elke keer als ze iets nodig had. Of ze kwam pas op het laatste moment bij een wedstrijd opdagen.” Het gebeurde ook dat de dopingcontroleur voor een dichte deur stond, zegt Hoedt, omdat Hassan was vergeten haar whereabouts aan te passen.

Ze wilde erbij horen in Nederland, zegt Hoedt, daarom wilde ze een paspoort. „Sifan besefte niet dat het betekende dat ze in het oranje WK’s en EK’s kon gaan lopen. Dat kwam later pas.” Op 27 juni 2013 wint Hassan de 1.500 meter bij de Diamond League in Ostrava. Hoedt: „Toen zijn we achter haar naturalisatie aangegaan.”

Gerrie Elfrink, destijds wethouder Sport in Arnhem, had nog nooit van Hassan gehoord toen Hoedt hem belde. „Honoré vertelde mij dat Hassan niet kon meedoen aan WK’s en EK’s omdat ze geen paspoort had, ook geen Ethiopische.” Toen Elfrink haar ontmoette, raakte hij overtuigd van haar vastberadenheid. „Zij had het recht om mee te doen met de wereldtop en de wereldtop had het recht om tegen haar te lopen.” Elftrink belde met zijn contacten in Den Haag, Hoedt met sportkoepel NOC-NSF. De hele zomer van 2013 waren ze ermee bezig, ook tijdens hun vakantie. Natuurlijk speelde er opportunisme mee, zegt Elfrink. Hassan was een wereldtopper in spé. „Maar het kwam van beide kanten. Voor haar was een paspoort een middel om aan wedstrijden mee te kunnen doen.”

Vrijdag 22 november 2013 was het zover. In de Rijnstroomzaal in het Arnhemse stadhuis kreeg Hassan haar Nederlandse paspoort. Hoedt en Elfrink vierden het met een gebakje, Hassan had belangrijkere zaken aan haar hoofd. Twee weken later werd ze Europees kampioen veldlopen onder 23 jaar.

Een enorm spandoek voor Sifan Hassan tijdens de FBK Games.
Foto Vincent Jannink
Sifan Hassan in 2016 op Papendal met trainer Honoré Hoedt.
Foto Olaf Kraak/ANP

Hassan bleef bij Hoedt trainen, werd Europees en wereld(indoor)kampioen op de 1.500 meter, maar de Spelen van Rio in 2016 liepen vanwege een spierblessure uit op een teleurstelling. Daarna trok ze naar de VS. „Ze heeft hier de stappen kunnen zetten die nodig waren om wereldtop te worden”, zegt Hoedt. Hij denkt dat hij haar naar een hoger niveau had kunnen brengen. „Maar ze was altijd al lekker eigenwijs. Sifan gaat haar eigen weg.”

Haar Nederlandse jaren zijn niet alleen voor Hassan vormend geweest, zeggen de mensen die haar begeleid hebben. „Door Sifan zag ik in wat voor geweldig rijk land wij wonen”, zegt Schouwstra. Voor Van Hoesel vormde Hassan een bron van inspiratie. „Zij is het summum van wat je van je leven kunt maken als je je droom achterna gaat.” Toen hij nog voor de klas stond, gebruikte Van Hoesel filmpjes van haar om dat punt te illustreren.

Maar benoemen wat er typisch Nederlands is aan Hassan, vindt iedereen moeilijk. „Ik kan daar eigenlijk geen antwoord op geven”, zegt Schouwstra na een lange stilte. „Ze eet boterhammen met pindakaas, en ze vindt stamppot lekker.” Hoedt denk dat Hassan net zo goed bijvoorbeeld de Noorse nationaliteit had kunnen hebben, als haar vliegtuig daar was geland. „Ze deed vroeger voor wedstrijden oranje lintjes in haar haar. Ik denk dat ze zo wilde laten zien dat ze trots was voor Nederland uit te komen.”

Wat vindt Hassan zelf? „Is typisch Nederlands een blonde vrouw?” , wil ze weten. „Want dat ben ik niet. Ik ben heel direct en stel heel veel vragen. Ik denk dat dat mijn Nederlandse kant is.”

Dit artikel is geactualiseerd op zaterdagochtend 10 augustus.