De Nederlandse industrie blijft kwakkelen. In het tweede kwartaal (april, mei en juni) daalde de omzet van de industrie opnieuw. Daarmee daalt de omzet nu vijf kwartalen op rij. Dit keer was de daling wel een stuk kleiner dan in eerdere kwartalen: de omzet kromp met 2,1 procent ten opzichte van dezelfde maanden een jaar eerder, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In eerdere kwartalen daalde de omzet met 5 tot bijna 10 procent.
Ook stijgt het aantal faillissementen onder industriebedrijven gestaag. In de maanden april, mei en juni gingen 87 bedrijven failliet, 25 meer dan een jaar eerder.
Vooral in de transportindustrie ging het slecht: daar daalde de omzet met bijna 16 procent in het tweede kwartaal. Het gaat om bedrijven die onderdelen maken voor bedrijfswagens en auto’s, onder andere voor de Duitse industrie. „Die bedrijven merken de teruggang in de Duitse auto-industrie,” zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. De transportindustrie is relatief klein: 5 procent van de totale industrie.
Toegevoegde waarde groeit
Toch ziet Van Mulligen „ook wat positiefs” in de cijfers. Als je niet jaar op jaar vergelijkt, maar van kwartaal op kwartaal op kwartaal, dan zie je dat de „toegevoegde waarde” van de industrie in het tweede kwartaal wel groeide ten opzichte van het eerste, zo maakte het CBS vorige week bekend. De toegevoegde waarde is het verschil tussen de productiewaarde van bedrijven en de kosten van bijvoorbeeld energie en materialen. Sterker nog, zo gemeten was de industrie de hardst groeiende bedrijfstak in het tweede kwartaal. Dat maakte het slechte eerste kwartaal voor de industrie weer een beetje goed: in de eerste maanden van het jaar daalde de toegevoegde waarde even hard als die in het tweede kwartaal steeg.
Het is tekenend voor de sterke op en neergangen in de Nederlandse industriesector de afgelopen jaren. In 2021 en 2022 groeide de omzet hard, in 2023 en 2024 daalde die sterk.
Van Mulligen ziet dat het herstel in het tweede kwartaal „wel breed gedragen is,” terwijl de neergang in het eerste kwartaal zich concentreerde in een paar delen van de industrie, zoals de transportindustrie. „Er zijn onderdelen van de industrie waar het goed mee gaat, zoals de halfgeleiderindustrie,” zegt analist Bert Colijn van ING. „Maar over het algemeen blijft het kwakkelen. De vraag naar goederen blijft in Europa vlak, nieuwe orders komen niet echt door.”
Gevolgen coronacrisis
De industrie kampt nog altijd met de nasleep van de coronacrisis. Colijn: „Winkels wilden niet nog een keer met lege schappen komen te zitten en hebben veel voorraden aangelegd. Dat drukt nu de vraag naar spullen. Tegelijk geven consumenten minder uit aan goederen. Ze zijn de coronajaren in de kroeg aan het inhalen.”
Dat nu meer industriebedrijven failliet gaan, is waarschijnlijk ook een inhaalslag veroorzaakt door de coronacrisis. Veel bedrijven maakten gebruik van het belastinguitstel dat onderdeel was van de coronasteun. Daardoor was het aantal faillissementen tijdens de coronajaren uitzonderlijk laag. Van Mulligen: „Het aantal faillissementen stijgt nu weer, maar valt nog steeds wel mee.”
Lees ook
Nederlandse economie groeit weer door herstel van industrie en export