De Nederlandse hockeyers waren klaar voor goud, ook als er shoot-outs zouden komen

Dat het deze donderdagavond kon gebeuren, daarvan waren de Nederlandse hockeyers wel overtuigd: dit team kon voor het eerst sinds 2000 goud winnen op de Olympische Spelen. In de groepswedstrijd hadden ze weliswaar met 1-0 verloren van Duitsland, maar „het team is gegroeid”, aldus keeper Pirmin Blaak. „We zijn zo’n eenheid en zo goed op elkaar ingespeeld – we weten dat we erg goed zijn en dat we steed beter zijn geworden.”

Blaak heeft gelijk, Nederland speelt aanvallender dan de Duitsers, is beter. Toch is het zestig minuten nagelbijten en na de reguliere speeltijd (1-1) volgen shoot-outs.

Na drie gemiste Duitse pogingen en twee raak geschoten Nederlandse shoot-outs is het de beurt aan de negentienjarige Duco Telgenkamp om de winnende te maken. Lukt het niet, dan heeft Duitsland nog een kans kans om op gelijke hoogte te komen. „Ik wist dat ik ging scoren, het was gewoon another day at the office,” vertelt Telgenkamp na de wedstrijd. Hij wist het zelfs zo zeker dat hij had gevraagd of hij als vijfde en laatste speler een shoot-out mocht nemen. En met succes: Telgenkamp schiet raak en het is klaar. Nederland verslaat de huidige wereldkampioen en wint na bijna een kwart eeuw weer olympisch goud.

Thierry Brinkman maakt 1-0 in de shoot-outs.
Foto Remko de Waal

Nederland-Duitsland is een feestje, zowel om te zien als wat de sfeer op de tribune betreft. Anders dan bij de meeste wedstrijden lijken de supporters het goed met elkaar lijken te kunnen vinden. Dat blijkt al voor de wedstrijd als ze in Colombes, een voorstadje van Parijs, in groepen naar het stadion lopen: zowel Nederlanders als Duitsers bezetten de straten, drinken zich met bier moed in en proosten op de finale die komen gaat.


Lees ook

De transformatie van de Oranje-hockeyers zie je het beste terug bij Floris Middendorp en Joep de Mol

Floris Middendorp aan de bal in de groepswedstrijd tegen Spanje op de Olympische Spelen.

Ook tijdens de wedstrijd zijn de supporters harmonieus – letterlijk. Als het ‘Hólland’ klinkt uit Nederlandse kelen, gaan Duitse supporters er dwars doorheen met ‘Deutschland’, en andersom. De Fransen zijn inmiddels dol op ‘Links, rechts’ van de Snollebollekes en ook daar doen de Duitsers aan mee; een hoempaband voor de tribunes maakt het feest compleet. Als in het derde kwart opeens een watersproeier aangaat op het veld, is het publiek zelfs eensgezind: ‘boe’ roepen zowel de Duitsers als de Nederlanders naar de watersproeier.

Scorende aanvoerder

Het is aanvoerder Thierry Brinkman die in de 46ste minuut Nederland op voorsprong zet, verlost als hij is na zijn eerste doelpunt van het toernooi in de halve finale tegen Spanje. Duitsland maakt vijf minuten later gelijk. Als het tot shoot-outs komt, scoort Brinkman wederom als eerste, nadat in de beurten voor hem zowel twee Nederlandse spelers als twee Duitse spelers hun shoot-out hebben gemist.

Man of the match is echter Pirmin Blaak. De 36-jarige doelman ramt voor elke shoot -out met zijn stick op het doel, maakt zich breed en imponeert meer dan de kleinere Duitse keeper. Van de vier Duitse shoot-outs, houdt hij er drie tegen. „Ik heb uren naar shoot-outs van die Duitse jongens gekeken, dus ik was goed voorbereid. Ik wist exact wat ze gingen doen”, vertelt Blaak na afloop. Hij zegt dat het team wist dat het wel eens op shoot-outs zou kunnen aankomen, maar ook dat ze dan konden winnen. Wat Blaak betreft maakte Nederland in de finale het spel en waren de Duitsers vooral aan het verdedigen.

Steijn van Heijningen is na afloop enorm opgelucht dat het goed is gekomen, hij had in zijn carrière vooral meegemaakt dat het precies andersom afliep. „Ik zei wel tegen de jongens dat het statistisch gezien niet anders kon dan dat we deze shoot-out een keer zouden winnen”. Van Heijningen, die als reserve voor de finale werd opgeroepen omdat Tjep Hoedemakers twee dagen eerder geblesseerd was geraakt tegen Spanje, sluit zijn carrière nu af op het hoogtepunt, vertelt hij. „Als er ergens een wilg is, dan hang ik m’n stick er nu aan op”.

De Nederlandse hockeyers worden toegesproken door coach Jeroen Delmee tijdens de finale tegen Duitsland.
Foto Remko de Waal/ ANP

Stilte-gebaar

Onprettig wordt de finale pas als Duco Telgenkamp na zijn winnende shoot-out naar de Duitse keeper Jean-Paul Danneberg loopt. Hij tuit zijn lippen en houdt zijn vingers ertegen: ‘Ssst’. Daarna geeft hij hem nog een tikje op de helm. Het is een onsportief en denigrerend gebaar, helemaal omdat Danneberg op zijn knieën zit te balen. De scheidrechter stuurt Telgenkamp weg en spreekt de Duitse keeper bemoedigend toe.

Het Duitse publiek en de Duitse spelers zijn, ondanks de gemoedelijkheid van de hele avond, woedend. En dat zullen ze blijven ook. Als Telgenkamp zijn gouden medaille krijgt omgehangen, klinkt er gefluit en boegeroep.

„Die keeper had tegen de Duitse pers gezegd dat wij bang voor ze waren. Nou dat raakt me, en dan reageer ik zo”, legt Telgenkamp zijn actie uit. „Ik ben gewoon een jongen met lef en al heeft die Duitse keeper er niks aan, ik zeg sorry. Ik had het beter niet kunnen doen. Maar er zijn dingen gezegd voor en tijdens de wedstrijd en dan doe ik dit. Nou ja, dan zijn er een paar Duitsers boos. We zijn toch ook gewoon jongens onder elkaar – zo kan je het ook zien.”

Ook Blaak vindt dat er niet over gezeurd moet worden. „Ik had denk ik hetzelfde gedaan. Je moet je in de pers niet uitlaten over je tegenstander, dat is les één. Dat die Duitse keeper dat wel doet, is dom, maar dat werkt wel motiverend voor ons. We overwogen nog even het artikel in de dug-out op te hangen, maar dat vonden de coaches een minder goed idee. En laten we wel wezen, we zijn hier niet om de ideale schoonzonen uit te hangen.”

Hij kijkt naar zijn medaille en op de vraag of hij stopt, zegt hij: „Ik was het eigenlijk wel van plan en ik besprak het ook met m’n ouders en vriendin, maar ik denk dat de jongens me niet laten gaan. Dus het kan zomaar zijn dat je me over vier jaar weer ziet.”