N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Muziek
Klassiek In de NTR ZaterdagMatinee klonk Jean-Philippe Rameau’s opera ‘Castor et Pollux’ door een kordaat koor en orkest, en een stel goede solisten. Al is een twee-en-een-halfuur durende concertante uitvoering vooral geschikt voor de radio, minder voor een zaal.
Het is een beetje onduidelijk: zijn ze nou allebei half-goddelijk, of heeft één van de tweeling een sterveling als vader? Kastor en Polydeukes zijn in de Griekse mythologie de ‘Dioskouren’, de ‘zonen van Zeus’. Zeus verwekte ze bij de Spartaanse Leda in de gedaante van een zwaan. Of was toch alleen Polydeukes Zeus’ zoon, en was Kastor de zoon van Leda’s echtgenoot, de Spartaanse koning Tyndareos? Dat laatste lijkt waarschijnlijk, want na meerdere avonturen als onafscheidelijke tweelingbroers sterft Kastor plots in een gevecht. De ontroostbare Polydeukes krijgt van zijn vader Zeus de keuze: of jij komt alleen op de Olympus wonen, of jullie wisselen samen per dag de Olympus en de onderwereld af. Polydeukes koos het laatste.
In 1737 verwerkte de Franse componist Jean-Philippe Rameau een versie van dat verhaal tot opera, met de Romeinse namen van de tweeling, Castor et Pollux. Zaterdag klonk die twee-en-een-halfuur durende opera concertant in de ZaterdagMatinee in het Amsterdamse Concertgebouw.
Bij Rameau is Castor net overleden, en heeft de zon een dochter genaamd Télaïre, die verliefd is op Castor. Hier vraagt Pollux zijn vader om de gunst omwille van Télaïres ontroostbaarheid, waarop Jupiter Castor het leven op aarde gunt op voorwaarde dat Pollux zijn eigen leven opgeeft. Uiteindelijk blijkt Jupiter toch wel een goeie: hij vereeuwigt de broers samen in de sterrenhemel.
Verrassing van de middag
Dirigent György Vashegyi leidde zijn Hongaarse Purcell Choir en Orfeo Orchestra zaterdag stevig; in de keuze tussen een golvende en kordate manier van zingen en spelen, koos Vashegyi meestal voor de kordate weg. Het zorgde voor een strak en prominent koor, uiterst precieze snelle versieringsnootjes in de violen (soms met ruim meer aandacht gespeeld dan de lange basistonen eromheen) en heldere houtblazers, waarin vooral de 1e fagottist zichzelf heerlijk hardrockend in de spotlights blies.
Van de meeste zangers viel veel te genieten. Véronique Gens zong overtuigend, met een dragende en theatrale stem, de rol van Phébé, vriendin van Télaïre. Tassis Christoyannis gaf zijn Pollux een mooie toon en een paar goeie dramatische uitbarstingen op belangrijke woorden, al verdween daarna de rest van de zin wat onzorgvuldig. Sopraan Judith van Wanroij heeft vooral een stem voor de microfoon. Haar Télaïre is mooi wendbaar en menselijk doordacht, maar te bescheiden voor een grote zaal. Een tegenvaller is bariton David Witczak: hij zingt te slapjes voor iemand die de almachtige Jupiter moet zijn. Maar hij werd ruimschoots gecompenseerd door de grote verrassing van de middag: tenor Reinoud Van Mechelen, Castor, die pas in de een-na-laatste akte ten tonele komt, maar trakteerde met een pracht van een fluwelen stem die perfect gecontroleerd de hele zaal vulde. Ineens gingen mensen weer rechtop zitten, en werd er in boekjes naar zijn naam gespeurd.
Sterrenbeeld
De NTR ZaterdagMatinee is een radioserie, en in dat verband is zo’n flinke barokopera concertant uitvoeren logisch. Het is heerlijk om op de radio (terug) te horen, terwijl je rommelt in huis of een lange wandeling maakt. Als zaalzitter daarentegen, kun je het best liefhebber zijn of een dosis rijke fantasie en wat uithoudingsvermogen hebben: twee-en-een-halfuur muziek die eigenlijk bedoeld is om scenisch en met dansen uit te voeren is lang, als je stilzittend kijkt naar niet zo veel. Eigenlijk verdient Rameau meer, een uitvoering op zijn minst semi-scenisch, en het zou de NTR sieren als ze dat zouden financieren.
Er is sinds de tijd van Rameau een hoop veranderd, maar niet in de sterren. Castor en Pollux staan nog steeds aan het firmament, als de hoofden van het sterrenbeeld Tweelingen. De ZaterdagMatinee koos de perfecte periode van het jaar voor deze opera, want Tweelingen is precies nu goed te zien. Kijk vanavond maar rond een uur of negen naar het zuiden omhoog, en speur halverwege tussen de Grote Beer en Orion naar twee heldere sterren. Ze staan nog steeds onafscheidelijk, schuin boven elkaar.
Lees ook: Ellen ten Damme over barokmuziek: ‘Buxtehude op orgel, dat is bijna punk!’