Naast de draaitafel waar de dj Zuid-Afrikaanse amapiano-clubsounds mixt met Nigeriaanse afrobeats kijkt Emavwoyan Oghenero (25) – artiestennaam Kxng Nero – uit over het drukke terras. Hij en zijn manager Tito Ogundipe (23) kwamen naar het Homecoming Festival in Lagos omdat ze weten hoe belangrijk het is om overal je gezicht te laten zien, wil je doorbreken in de Nigeriaanse muziekscene. Misschien realiseert de agent van het New Yorkse William Morris Agency zich vanavond wel dat drillrapper Kxng Nero de nieuwe Burna Boy kan worden – de Nigeriaanse artiest van wereldformaat die afgeladen stadions trekt met zijn concerten. Hadden vijf jaar geleden weinigen in de westerse mainstream oog voor wat er gebeurde in de Nigeriaanse muziekwereld, inmiddels staat hij wereldwijd in de schijnwerpers.
Dat is ook in Nederland niet onopgemerkt gebleven. Daarom bezocht op initiatief van het Amsterdam Dance Event (ADE) de afgelopen dagen een delegatie van tien Nederlanders Nigeria’s grootste stad. „Iedereen weet dat Lagos popping is. We wilden van dichtbij zien waarom”, zegt Danny Houtkamp (31), hoofd marketing van ADE. Voorheen gingen er ieder jaar vertegenwoordigers van het Amsterdamse festival voor elektronische muziek naar het culturele festival South by Southwest in Texas, nu togen zij voor het eerst naar West-Afrika. Het zegt iets over de internationale doorbraak van Nigeriaanse muziek.
Lees ook
Burna Boy: boegbeeld in het tijdperk van de global superstar
Hiphopscene
Het vijfdaagse Homecoming festival brengt mensen samen uit de culturele sector in Nigeria en ver daarbuiten. En dat reikt verder dan alleen muziek. Vanaf de brug over de Five Cowries Creek in hartje Lagos, schittert een elektronisch reuzenbillboard met de tekst ‘PATTA GOT LOVE FOR LAGOS’ in de Nigeriaanse nationale kleuren groen en wit je tegemoet. Het Nederlandse streetwear-merk Patta, dat nauw verbonden is met de hiphopscene, kondigde zo zijn nieuwste vestiging aan: na Amsterdam, Londen en Milaan opende het afgelopen weekend een winkel in Lekki Phase 1, de uitgaanswijk van welgesteld Lagos. De sweaters en petten van Patta zijn voortaan ook daar te koop.
Edson Sabajo, een van de twee oprichters van Patta, kwam naar Lagos voor de opening van de winkel. Het gaat hem niet alleen om zaken doen, benadrukt hij: „We vieren de creativiteit van Lagos en West-Afrika.” De geboren en getogen Amsterdammer met ouders van Surinaamse komaf ziet de nieuwste vestiging van het onder jongeren populaire kledingmerk in Afrika als „een symbolische terugkeer van kinderen van de diaspora.”
Homecoming-organisator Grace Ladoja (38) komt ook uit die diaspora. In 2018 begon de Britse met Nigeriaanse roots met dit festival om Afrikaans talent te promoten. De buitenlandse belangstelling is sindsdien alleen maar gegroeid, zegt ze: „Het is onmogelijk om Nigeria te negeren. Meer dan 200 miljoen mensen! Als je relevant wilt blijven in de hedendaagse markt dan moet je met Afrika in zee.”
Op het festivalprogramma staan niet alleen concerten en clubavonden, op de bovenste verdieping van het Alára-gebouw van de Brits-Ghanese sterarchitect David Adjaye vinden ook paneldiscussies plaats met onderwerpen zoals ‘hoe zet je een succesvol festival op’, ‘building your brand’ en ‘vergroot je muziekkansen in het buitenland’. Voor die laatste tekent de Nederlandse delegatie.
Voor een honderdkoppig publiek van jonge Lagosianen waar sneakers, baggy broeken en basketballshirts de boventoon voeren, delen de Nederlanders hun ervaringen in de muziekindustrie. Muziekproducer Gideon Frempong (28) van Gideonite Productions in Almere raadt collega’s aan niet op de grote namen te jagen maar iets op te bouwen met een veelbelovende artiest. En artiestenmanager Sophia van Wijk legt uit hoe belangrijk het is voor een artiest om altijd na te denken over de volgende stap in je carrière. Soms komen de sprekers nauwelijks uit boven het geraas van de zes industriële ventilators die het zaaltje flankeren, maar de toeschouwers hangen aan hun lippen en hebben meer vragen dan in een uur kunnen worden beantwoord.
Risico van de rage
Tussen de bedrijven door luncht het Nederlandse gezelschap in het gerenommeerde restaurant Nok op de begane grond. De geometrische roosters filteren het licht dat door de vide op de eettafels valt waaraan artiestenmanager Koos Groenendijk (42) en hoofd conferentie ADE Wiecher Troost (43) aanschuiven.
Zij wijzen ook op de gevaren van de Afrobeats-rage en de internationale run op Nigeriaanse muziek. Groenendijk zag het eerder gebeuren in Latijns-Amerika en Azië, zegt hij: „Wereldwijd een nieuwe hype, maar als die over is blijkt er lokaal niemand op te zijn vooruitgegaan.” Troost valt hem bij en legt uit dat ADE daarom pleit voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in de muziekindustrie: stop een deel van wat je verdient terug in deze cultuur. Studio’s, opleidingen, een lokaal ecosysteem waarin meer talent zich kan ontwikkelen, is voor iedereen goed, betoogt hij. Daarom pleit hij ervoor dat in de artiestenwereld minder grote namen en hun entourage ook goed moeten kunnen verdienen: „Het geld moet niet blijven hangen in een kleine bovenlaag in de gated communities.”
Die kloof tussen rijk en arm is overal in Lagos zichtbaar, merkt ADE’s marketinghoofd Houtkamp op, die een tafel verderop achter een jerk chicken-gerecht zit dat meer dan de helft kost van het Nigeriaanse minimum maandsalaris: „Er zijn hier two lives. Wij zitten achter een luxe-façade, maar het straatleven is een heel andere realiteit.”
Vrijwel alle Homecomingactiviteiten spelen zich af op de centraal gelegen eilanden waar de welgestelden wonen, achter hoge muren in bewaakte compounds. Terwijl Nigeria zich in een diepe economische crisis bevindt en de gemiddelde Lagosiaan op het vasteland het zich niet kan veroorloven helemaal naar de eilanden te komen voor een festival.
Organisator Ladoja heeft oog voor die tegenstelling, zegt ze, maar volgens haar is het om redenen van logistiek en veiligheid vooralsnog praktischer om op de eilanden te blijven: „Je moet ergens beginnen.” Ze wijst erop dat het festival nooit gevestigde namen boekt: „Wij werken alleen met opkomende artiesten, zodat die ook een podium krijgen.”
Vijftienhonderd feestgangers
Dat geldt bijvoorbeeld voor Derin Ogala (24), exponent van de opkomende Nigeriaanse dance cultuur. De bedreadlockte dj, die als Aniko bekendstaat, zweept samen met een collega het publiek van het dance-event in Space Hub Lekki vrijdagnacht in een anderhalf uur durende set zo op dat ze zelf al snel de wijde blouse en witte pet afgooit en verder draait in een topje, zo heet is het. Onder de meer dan vijftienhonderd feestgangers zijn ook managers van Universal en Warner Music Entertainment. „Het is ongelofelijk dat die mensen hierheen komen. Het betekent dat wij eindelijk worden gezien”, zegt Ogala in een gesprek buiten de club, omdat de oorverdovende muziek elke conversatie onmogelijk maakt.
Geen wonder dat de stem van Wiecher Troost na vijf dagen festival in Lagos een halve octaaf lager is geworden. „Deze week was een rollercoaster”, zegt hij. De nieuwe Burna Boy, Wizkid, Tems of Rema heeft hij niet ontdekt, maar er borrelden wel steeds dezelfde namen op van artiesten die op doorbreken staan. „Als ze de juiste keuzes maken en de juiste mensen om zich heen verzamelen, dan kan dat ze lukken. En wij kunnen helpen door ons netwerk te delen en ze goede contacten te verschaffen.”
Rapper Kxing Nero en zijn manager hopen ooit tot die Nigeriaanse muziektop te behoren. De opleving van de interesse in de muziek uit zijn land geeft moed, zegt de rapper: „Sinds Nigeria doorbrak op wereldniveau, heeft Afrika aan zelfvertrouwen gewonnen.” Als voorbeeld noemt hij de taal. Zelf gebruikt hij in zijn drillraps niet alleen Nigeriaans Engels maar ook Pidgin, Yoruba en Urhobo. „We verbergen niet meer dat we Afrikaans zijn.”