De muziekfan is een melkkoe

Popmuziek De prijzen voor concerten en festivals rijzen de pan uit. zoekt naar een oplossing.

Bruce Springsteen en de E Street Band, tijdens de opening van hun laatste wereldtournee, 1 februari in Tampa, Florida.
Bruce Springsteen en de E Street Band, tijdens de opening van hun laatste wereldtournee, 1 februari in Tampa, Florida.

Foto Chris O’Meara / AP

In de week dat Bruce Springsteen zijn wereldtournee aftrapte, hield een van de oudste Springsteen-fanmagazines het voor gezien. Drieënveertig jaar had Backstreets het „oprecht geloof voor de man en zijn muziek” van brandstof voorzien, schreef de hoofdredacteur, maar nu was het op. Op de burelen van Backstreets waren ze „moedeloos, neerslachtig en, jawel, gedesillusioneerd”.

De voornaamste reden: de exorbitante prijzen voor de optredens van The Boss. In de Verenigde Staten lopen de prijzen op tot vijfduizend dollar. Het heeft te maken met het zogenoemde ‘dynamic pricing’-systeem aldaar, van kaartverkoper Ticketmaster. Dat handelt op basis van algoritmes, maar bovenal op basis van de liefde van de fans.

In mei komt Springsteen naar Nederland, en ook ik heb een kaart, gekocht voor ruim honderd euro. En gek, nadat ik vorig jaar meer dan tweehonderd euro had betaald om The Rolling Stones te zien optreden in diezelfde Johan Cruijff ArenA, voelde het ticket voor Springsteen als een ‘koopje’.

Veel fans verwachtten dat Bruce iets tegen de hoge ticketprijs in de VS zou doen. Ik ook. Je bent nu eenmaal The Boss of niet. Springsteen vertolkt al decennialang de gevoelens van de gewone man en vrouw, binnen en buiten zijn songs; van de arbeider in de fabriek, in Factory, en van het meisje achter de kassa, in Queen of the Supermarket. Hij mag hun levens dan hebben gevormd, zij hebben hem gebracht waar hij nu is. En nu kunnen ze zijn show niet meer betalen.

Maar het was Taylor Swift die het voor de fans en tegen het dynamic pricing-systeem opnam. Springsteen deed niets. Of, toch wel. In een interview in het blad Rolling Stone zei hij dat als er toch iemand aan zijn concerten ging verdienen, het geld dan „beter naar de mensen op het podium kon gaan, die er drie uur voor hebben staan zweten”.

Een week na het begin van Springsteens wereldtournee deed Beyoncé de kaarten voor de hare in de verkoop. Ik wilde een kaart voor mij en mijn negentienjarige dochter kopen, maar deed het niet. Een doorsnee kaart kost al gauw 150 euro. Tel daar twee treintickets, vier cola’s, twee hamburgers en, vooruit, een T-shirt van Beyoncé bij op en ik ben ruim vierhonderd euro kwijt. Jammer is het wel, want ik had mijn dochter graag dit feministisch festijn laten zien (Beyoncé werkt uit principe met een vrouwelijke band). Je bent nu eenmaal The Role Model of niet. Maar ik vraag me intussen af voor wie, want een negentienjarige vrouw kan het zich niet veroorloven om Beyoncé te zien ‘rolmodellen’.


Lees ook: 40 euro servicekosten voor doorverkocht Lowlands-kaartje? Politiek denkt aan maatregelen

Lowlands

Vorige week ging ook de prijs van een kaartje voor Lowlands door het dak: 300 euro. Nooit eerder was het driedaagse festival zo duur. En natuurlijk, ook organisator Mojo kampt met hoge energieprijzen en flinke personeelskosten. Maar toch. Er speelde ook iets anders. Wie een kaartje had weten te bemachtigen, en onverhoopt toch niet kan, kan deze editie zijn ticket alleen doorverkopen op de site van (daar zijn ze weer!) Ticketmaster. Met hulp van, opnieuw, een digitale vernuftigheid zet Ticketmaster alle concurrenten buiten spel. Vervolgens rekent het bedrijf, dat al aan de oorspronkelijke verkoop verdient, ook nog eens 12 procent commissie (omgerekend een ruime veertig euro) over de doorverkoop.

De irritatie komt bovenop het steeds luider wordende gemopper dat de machtige concertorganisatoren zich alleen om de grote namen bekommeren, waar dito geld mee valt te verdienen, terwijl ze beginnende bands en het kleinere zalencircuit aan hun lot overlaten. En het rare is: dit systeem bijt zichzelf in de staart. U2 is niet als stadionband begonnen, maar heeft het vak geleerd in kleine zalen. Lowlands is niet begonnen met een publiek van rijke veertigplussers. Ik wil maar zeggen: wie niet in aanwas van onderop investeert, eindigt tenslotte met een leeg podium en een leeg veld.

De oplossing? Van de organisatoren verwacht ik weinig. Voor het machtige Live Nation (onder dit Amerikaanse entertainmentbedrijf vallen onder meer Mojo en Ticketmaster) is de muziekfan een melkkoe

De bestuurder riep Springsteen vanuit een passerende auto toe: ‘Bruce, we need you’

De overheid dan? Zou kunnen. In de VS hield de Justitiecommissie van de Senaat vorige maand een hoorzitting waar Live Nation (en dus ook Ticketmaster) onder vuur kwam te liggen. In Nederland heeft de Autoriteit Consument en Markt Ticketmaster in het vizier, al laat ze zich niet uit over een eventueel onderzoek. Staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur, D66) wil eind maart een brief naar de Tweede Kamer sturen over de aanpak van de woekerhandel.

Maar het is lastig zolang de muziekliefhebber dure kaarten blijft kopen. Een consumentenboycot zou helpen, maar is onrealistisch. (Zoals muziekblad over de dure Springsteen-kaarten schreef:Baby, those tickets were born to run.”)

En de grote artiesten? Van hen verwacht ik toch zeker iets – helemaal als die Beyoncé, Bruce of Mick heten. Laten zij opstaan tegen de woekerhandel. Er is een beroemde anekdote. Op de dag van de aanslagen in de VS, 9/11, staat Springsteen op een parkeerplaats in New Jersey, als een bestuurder uit een passerende auto naar hem roept: „Bruce, we need you.” Niet lang daarna brengt Springsteen het album The Rising uit, een herinnering aan 9/11, en een ode aan de stad New York.

Je zou willen dat er nu weer iemand naast hem komt staan en het raampje opendraait. Krijgen wij, en de mensen op de burelen van Backstreets, er ook weer een beetje lol in.