Wat zou de elf maanden oude baby T. zélf tegen de rechtbank zeggen, als ze kon praten? Hoe naar ze zich moet hebben gevoeld, hoe angstig ze was en hoe ziek ze werd? De officier van justitie oefent vandaag zware druk op de rechtbank Den Haag uit. Ze eist een straf van 36 maanden cel. Want wat hier is gebeurd „mag niet, kan niet en moet niet meer gebeuren”. De centrale figuur, moeder Sara (27), zou een halve milligram ‘snel werkende’ oxycodon aan baby T. hebben gegeven. Sara haalt op haar beurt haar vierjarige zoontje aan. Die mocht eerder, tijdens haar 53 dagen voorarrest niet op bezoek komen. Voor Sinterklaas zou hij hebben gevraagd of ze hem „nooit meer alleen wil laten”.
Er wordt stevig op het gemoed gespeeld vanochtend. Moeder wordt verdacht van poging tot doodslag op het eigen kind vanuit de behoefte aandacht voor zichzelf te willen afdwingen. Het Münchhausen-by-proxysyndroom, kindermishandeling door falsificatie, is de hypothese. Ofwel het manipuleren of fingeren van ziekte of stoornissen.
Sara zou baby T. een pilletje hebben gegeven uit boosheid en wraakzucht jegens haar partner die weer eens niet kwam opdagen toen ze hem nodig had. En uit frustratie met de huisartsenpost die T.’s symptomen niet ernstig namen of niet zagen. En haar naar huis stuurden, terwijl zij zélf haar baby versuft vond en moeilijk wakker te krijgen.
Het enige dat vaststaat is dat baby T. daarna in een kinderziekenhuis belandde met sporen van oxycodon in het bloed, een krachtige opioïde pijnstiller. Maar wie diende die toe en wanneer precies? Er zijn vier kandidaten: het vierjarige broertje dat tv zat te kijken, de vader die z’n drugsverdoving uitsliep, moeder Sara dus, maar ook baby T. zelf, die net kon kruipen en een pilletje gevonden zou kunnen hebben. In baby T.’s bloed bleken behalve oxycodon ook cocaïnesporen aanwezig, die op een met coke vervuilde omgeving zouden wijzen, de woning van vader dus.
Het bewijs van het OM tegen Sara bestaat uit toxicologisch onderzoek, WhatsAppjes, verklaringen van ouders, familie en artsen, verdachte zoektermen in Google, een filmpje van de versufte baby, maar vooral moeders frequente eerdere ziekenhuisbezoek met beide kinderen. Een ‘smoking gun’ ontbreekt: het OM-scenario bestaat uit puzzelstukjes en interpretaties. Door één van haar exen wordt ze als ‘leugenachtig’, veeleisend en aandachtsziek gezien.
De baby overleefde de 0,5 mg ‘oxy’ met een nachtje ziekenhuis. Het kind is terug bij moeder Sara, die met haar (inmiddels) drie kinderen tot tevredenheid van de Kinderbescherming functioneert. De reclassering constateert dat zij een netwerk heeft, een woning en een uitkering. En geen strafblad. Ze geeft op alle vragen van de rechter helder antwoord. De enige tegen wie bezwaren bestaan is de vader. Die mag baby T. alleen onder toezicht bezoeken.
Uit psychiatrisch onderzoek kwam ‘Münchhausen’ als theoretische mogelijkheid: het was ‘niet uitgesloten’ maar ook niet vastgesteld. Wel zou ze „behoefte aan aandacht hebben die ze medicaliseert”. Overigens zagen de deskundigen haar als een „overbezorgde moeder met kwetsbare kinderen”. Oxycodon was Sara ooit voorgeschreven. Haar vriend leende het soms ‘wegens rugpijn’. Het was dus in huis, binnen handbereik, mogelijk zelfs in haar tas. In de rechtbank verdedigt ze haar frequente ziekenhuisbezoek en haar online zoektermen uit andere ervaringen. Met twee kinderen maakte ze eerder ziekenhuisopnamen mee, zware medicatie en kunstmatig slapen.
Het OM- scenario bestaat uit puzzelstukjes en interpretaties
Het hardste bewijs van de officier komt uit toxicologisch en forensisch onderzoek. Daaruit moet blijken dat het tijdstip waarop baby T. de ‘oxy’ kreeg, precies ná het bezoek aan de huisartsenpost moet hebben gelegen. Dat de artsen daar ‘niets’ opmerkelijks vonden is voor het OM sleutelbewijs. Sara herinnert zich juist een twijfelende arts-assistent die z’n opleider vroeg om te komen kijken naar een baby die hij niet alert had kunnen krijgen. Daarna reed Sara bezorgd door naar het kinderziekenhuis, waar baby T. bekend was.
Het oordeel
De rechtbank spreekt in een beknopt vonnis Sara vrij van alle beschuldigingen. Het staat voor de rechters ‘niet buiten redelijke twijfel’ vast dat de oxycodon door haar is toegediend. Daarbij geeft de doorslag dat de deskundigen niet konden vaststellen wanneer het middel precies is toegediend. De officier rekende met een inwerkingstijd van een uur en komt uit op inname na het bezoek aan de huisartsenpost. De rechtbank vindt dat er te weinig bekend is over de snelheid waarmee kleine kinderen dit middel in hun bloed opnemen. „Het middel is niet geregistreerd voor toepassing bij kinderen en de beschikbare onderzoeken op basis van een klein aantal personen laten tussen die personen grote verschillen zien wat betreft (..) opname, verdeling over het lichaam en uitscheiding van het middel.” En dus mag je volwassenen niet als uitgangspunt nemen, wat het OM deed.
Voor dat ‘verminderde bewustzijn’ van baby T. zijn verschillende ‘startmomenten’ denkbaar. Ook op momenten dat alternatieve scenario’s denkbaar zijn met broertje, vader of baby T. zelf in de hoofdrol. Voor de ‘verdachte zoektermen’ op haar telefoon legde moeder Sara consistent plausibele verklaringen af, vindt de rechtbank. Het veronderstelde ‘Münchhausen-motief’ negeert de rechtbank.
„Dit is een heel mooi mandje, gemaakt door de firma Tichelaar. Het werd gebruikt op tafel als versiering en fruitmandje.” Dat is de uitleg die antiquair Ben Strik aan presentator Maxim Hartman geeft terwijl hij een wit met blauw aardewerken mandje naast zijn hoofd houdt. „Dat is veel te lang, het moet korter”, zegt Hartman buiten beeld. „Veel korter.”
Daarna ontvouwt zich een scène die, zo ongeveer, half Nederland wel kent. De uitleg moet, wat meneer Strik ook probeert, volgens Hartman telkens minder uitgebreid: „Nee, nog korter. Kort!” Het fragment van OmroepMaxim, waarin de uitleg van Strik wordt teruggebracht tot het alom bekende ‘Mand!’ werd door de VPRO gedeeld op YouTube. Nu, ruim dertien jaar later, is het meer dan vijfenhalfmiljoen keer bekeken.
Hartman, bekend geworden met Rembo & Rembo, staat bekend om zijn absurdistische en herkenbare provocatieve stijl. Berouw om zijn acties ligt niet in de lijn der verwachting. Toch realiseerde Hartman zich een paar maanden geleden dat het eigenlijk helemaal niet oké is.
Het is niet oké dat het leven van meneer Strik zo in het teken is komen te staan van die door hem gedwongen uitspraak. En dat iedereen meneer Strik nu kent als „meneer Mand”. En dat iedereen hem constant blijft herinneren aan wat hij voor de camera heeft gezegd. En dat, van reclames (in de reacties worden Ikea, Hema, Kruidvat, Bol.com en Albert Heijn opgeroepen óók te doneren) tot de Tweede Kamer, iedereen zijn uitspraak zomaar pikt. Helemaal niet oké.
Op 26 maart van dit jaar besluit Hartman, die bekendstaat om zijn altruïstische inborst, daarom recht te zetten wat hij zelf scheef heeft gemaakt. Op Instagram laat hij weten dat hij een crowdfunding begint, om Strik te geven „waar hij recht op heeft”. Want hij is „zo vaak gebruikt en misbruikt en geciteerd en gejat” dat hij wel „een mooi nationaal cadeau” verdient. Want: „Misschien wil hij wel ooit begraven worden in een hele grote mand? Maar beter iets tijdens zijn leven.”
Een paar dagen later, op 1 april, wordt zijn oproep behandeld in de uitzending van Goedemorgen Nederland. „Het zit in het rijtje van toeslagenaffaire en slavernijverleden”, zegt Hartman. „Ik vind dat we als collectief die man schadeloos moeten stellen. Hij moet twee miljoen euro krijgen van de samenleving.” En nee, verzekert hij presentatrice Welmoed Sijtsma: „Het is echt geen grap.”
Smartengeld
Aan die twee miljoen is Hartman niet gekomen. Maar dankzij „1400 gulle donateurs” heeft hij toch 10.908 euro op de cheque kunnen schrijven. Onduidelijk blijft of Hartman zelf ook een bijdrage heeft gedaan.
In een Instagram-filmpje overhandigt hij de cheque aan ‘mijnheer Ben “Mand” Strik’, die volgens Hartman „jarenlang geterroriseerd” is. Met stift getekend op een oranje A4’tje met witte stipjes, staat dat het ‘smartengeld’ is. „Voor het leed dat u is aangedaan”, vult Hartman aan. „Het is een herstelbetaling namens het Nederlandse volk en mijzelf wegens het uitmelken van u als persoon.”
Het gaat niet slécht met meneer Strik. Ja, het was wel irritant, altijd maar gebeld worden met diezelfde grap. „Mand zeggen, hoorn d’r op”, werd de regel. Hij wordt bijna 83 jaar oud maar werkt nog steeds „zes dagen in de week” in zijn „kunst- en curiosawinkel”. Hij hoeft dat niet korter te vertellen, zegt Hartman, hij is genoeg uitgebuit. Het bedrag, waar hij „heel dankbaar” voor is, gaat hij „goed gebruiken”, zegt hij in de camera. „Waarschijnlijk ga ik daarmee weer een mooie cruise maken.”
En dan haalt meneer Strik iets uit zijn koffertje. „Is dat de echte?”, vraagt Hartman. „Ja”, zegt meneer Strik. Natuurlijk is het de echte. „Verkoopt u hem”, vraagt Hartman hoopvol. „Nee, nooit.” „Ook niet voor 10.908 euro?” „Nooit”, zegt meneer Strik. „Het is en blijft mijn mandje.”
Het mandje blijft van meneer Strik, die waarschijnlijk te maken krijgt met een nieuwe golf aandacht die hem naar verluid best kan bekoren. De kosten gingen naar de donateurs. De lof gaat naar Hartman, die de mensen aanspoorde iets te geven: „Doneren kreng. Als iedereen die mand zegt een euro geeft haal@ik het streefbedrag!”
Als ze vanaf de andere kant van de wereld contact met hem maakten op zijn privé-eiland in Polynesië, noemde hij, zoals het hoort, eerst zijn call sign, „FO5GJ”, en dan zijn naam, „Marty”. Dat is wie je bent op de korte golf: je roepletters, je voornaam en een plaats. Dan wisten ze niet dat ze even met Marlon Brando hadden gepraat, acteur uit The Godfather en Apocalypse Now, die een parallel leven leidde als zendamateur. „Daarin kan ik mezelf zijn”, zei Brando in 1994.
De vorige koning van Jordanië was JY1 en ‘Hussein’. En Priscilla Presley vond haar liefhebberij „verslavend”, maar liet haar zendmachtiging verlopen wegens een te druk leven. Zij was altijd N6Y0S, nooit de vrouw van.
„Onder radioamateurs is iedereen gelijk”, zeggen de mannen die elke donderdag bijeenkomen in een zaaltje in Sassenheim. De afdeling Hollands Midden van de Vereniging van Radio Zend Amateurs (VRZA), is met 137 leden een van de grootste.
In 1901 verzond Guglielmo Marconi het eerste transatlantische draadloze bericht (de letter ‘s’ in morsecode). Hij had twintig zendmasten nodig. Precies honderd jaar geleden bewees de Poolse ingenieur Joseph Tykocinski-Tykociner dat je op de korte golf even ver of verder kon zenden met één mini-antenne.
De mannen in Sassenheim zijn hun erfgenamen. Ze kennen elkaars call sign beter dan hun echte namen. Ze praten over golflengtes, frequentiebanden, signaalsterkte en storingen, en over van alles en niks, behalve politiek. Wat niet erg verschilt van hoe veel van hen ooit begonnen, met een illegaal ‘27Mc bakkie’.
‘Als je contact legt met, zeg, Australië, daar kun je een week op vooruit’
Daar raakten ze op uitgekeken, gingen studeren voor het zendexamen, soldeerden een zendontvanger in elkaar, zetten een antenne in de tuin of op het dak, en nu zitten ze elk vrij ogenblik achter microfoon of morsesleutel om „te werken” met een zielsverwant in de wereld. In een schuurtje dat ze shack noemen, op zolder of in de huiskamer.
Zoals Gert de Jonge (60), voorzitter van de afdeling en met vroegpensioen, omdat hij na een leven op de ambulance „genoeg heeft gezien”. „CQDX”, zegt hij in de microfoon, thuis in Hillegom. „This is PD0CT from the Netherlands.” CQ is ‘seek you’. En DX is ‘lange afstand’. Radiosignalen kunnen via de ionosfeer rond de wereld stuiteren, maar de ionosfeer is al dagen van kaas. „Drama”, zegt hij.
Maar als je dan contact hebt gelegd met, zeg, Australië, liefst met zo min mogelijk vermogen op de antenne, want dat is de sport, „ja, daar kun je een week op vooruit, dan ben je het ventje”. Maar je weet het nooit. Opeens gaat een band open, alsof wolken voor de zon wegschuiven. Of je hebt een prachtige DX en, pats, klapt-ie dicht. „Dat zijn de grillen van de korte golf.”
Er zijn ook vrouwen bij zijn afdeling en twintigers, maar die zijn er die avond in Sassenheim niet bij. De verenigingswebsite heeft een bladzijde die ‘silent key’ heet, naar de morsesleutel die niet meer bediend wordt.
„Ik roep niet vaak zelf, want dan moet je de hele tijd antwoorden”, zegt hij. Gert is iemand die zelf liever reageert, liefst intercontinentaal. En natuurlijk kun je ook bellen of mailen, maar, „het gaat om de ether, dat hij je hoort en dat je dat kunt loggen.”
Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.
Het witgepleisterde kerkje aan de voet van de Golden Gate-brug in San Francisco completeert een perfect Amerikaans plaatje. Links de erebegraafplaats met eindeloze rijen witte kruizen, waar dertigduizend soldaten en hun familieleden begraven liggen. Rechts de gemanicuurde grasvelden van het paradeveld van de voormalige legerbasis, waar gezinnen picknicken en frisbeeën. Het Presidio heet het ruim zeshonderd hectare grote Nationale Park – de Spanjaarden bouwden hier eind achttiende eeuw een gelijknamige militaire buitenpost.
Maar binnen in de Presidio Chapel overheersen de zorgen. „We moeten dit gebied verdedigen tegen de grijpgrage handen van projectontwikkelaars”, zegt Peg DiGiammarino, voordat ze een benefietconcert van een blues- en folktrio in de kapel aankondigt. DiGiammarino is bestuurslid van het historisch genootschap van het Presidio, dat al zeventig jaar strijdt voor het behoud van het gebied – inmiddels een van de drukst bezochte en meest geliefde parken van Californië.
De aanval op het Presidio kwam krap een maand na de inauguratie van president Donald Trump. Op 19 februari tekende de Amerikaanse president een decreet waarin hij het Presidio, in één adem met drie organisaties die vrede in Afrika en Latijns-Amerika propageren, als „overbodig” bestempelde. Trump schreef dat hij de organisatie die het park beheert, wil ontdoen van „alle overbodige taken” en zoveel mogelijk personeelsleden wil ontslaan.
Protestlied
„We weten niet wat ons overkomt”, zegt secretaris Samantha Davis van het historisch genootschap nadat de circa vijftig aanwezigen in het kerkje – de meesten wit en op leeftijd – ter afsluiting gezamenlijk ‘This land is your land’ hebben gezongen, een hit uit de jaren veertig over de ongelijkheid van inkomen en grondbezit in de VS. Sinds artiesten als Bob Dylan en Bruce Springsteen eigen versies van het nummer opnamen geldt het protestlied als een alternatief volkslied – voor progressief Amerika wel te verstaan.
De strijd om het Presidio is geen politieke strijd, zegt Davis, in het dagelijks leven vastgoedadviseur, terwijl ze na afloop de concertbezoekers taartjes en limonade serveert. „Het is een symbolische aanval, het gaat over iets groters”. Bovendien, zegt ze: het Presidio bedruipt zichzelf, door de oude barakken en militaire gebouwen op het terrein te verhuren. Van de opbrengsten worden het groenonderhoud en de salarissen van de parkwachten (rangers) betaald.
Betogers lopen op 1 maart in een protestmars in het Presidio in San Francisco, tegen de achtergrond van de Golden Gate Bridge. Foto Dan Hernandez / San Francisco Chronicle / Polaris
Al even wonderlijk, zegt zij, is dat Trump aanstuurt op een botsing met de Presidio Trust, de door het Congres in het leven geroepen stichting die het gebied beheert. In het bestuur daarvan zit een aantal Republikeinse kopstukken en zeer vermogende inwoners van San Francisco die Trump tijdens zijn eerste termijn als president nota bene zelf heeft benoemd.
Haar analyse: „Het is een gevaarlijk spel. Als Trump de Presidio Trust weet te kraken, dan kan hij bij wijze van spreken alle nationale parken van de VS opheffen en de grond aan de hoogste bieder verkopen. Want de meeste parken hebben helemaal geen geld of een sterk bestuur, zoals hier.”
Democratisch bolwerk
Ook schrijver en docent aan Columbia University Lincoln Mitchell zegt dat de aanval op het Presidio meer is dan pesterij door Trump, die zijn afkeer van het Democratische bolwerk San Francisco nooit onder stoelen of banken heeft gestoken. Mitchell groeide op vlakbij het Presidio, toen nog militair terrein. Nadat het Amerikaanse leger in 1989 de legerbasis verliet, speelde hij op de grasvelden honkbal en American football met zijn kinderen.
De eerste reden voor de aanval, zegt Mitchell, is een persoonlijke. Dat het Presidio een Nationaal Park werd, is de verdienste van het Democratische kopstuk Nancy Pelosi – met wie Trump hevig overhoop ligt. Pelosi ijverde vanaf de jaren negentig met succes voor een publieke bestemming van het militaire terrein. Als extraatje regelde zij in 2023 een injectie van 200 miljoen dollar in het Presidio.
Als dank daarvoor is de rotonde naast het bezoekerscentrum omgedoopt in het ‘Speaker Nancy Pelosi Plaza’. Daar herinnert een plaquette bezoekers eraan dat de voormalige Huis-voorzitter „het Amerikaanse Congres en de buurt verenigde om het Presidio te redden als nationaal park”. En dat „haar leiderschap” ervoor heeft gezorgd dat het park „vandaag, morgen en voor altijd mooi en open zal zijn voor iedereen”.
Dat het Presidio een Nationaal Park werd, is de verdienste van het Democratische kopstuk Nancy Pelosi
Politicoloog Mitchell zegt dat zelfs de meest uitgesproken tegenstanders van de inmiddels 85-jarige Pelosi – en dat zijn er nog al wat – haar roemen om haar bemoeienis met het gebied. Maar dat geldt niet voor een aantal haviken uit de zakelijke achterban van Trump. Die hebben hele andere ideeën, zegt hij. „En Trump laat ze hun gang gaan.”
De plannen van die haviken werden medio januari uit de doeken gedaan in Palladium, een conservatieve glossy uit San Francisco. In het blad bepleitten twee prominente libertaire activisten voor het volbouwen van het park, dat zou moeten plaatsmaken voor de zogeheten ‘Presidio Freedom City’ – een vrijhaven voor vastgoedontwikkelaars en techondernemers, met eigen wetten en regels en zo laag mogelijke belastingen.
Wandelaar in het Presidio-park in San Francisco. Foto Adam C Bartlett
Zo’n nieuwe wijk is de gedroomde leefomgeving voor gezinnen en bedrijven, onder meer vanwege een „hogere dichtheid” aan gebouwen, „effectiever politie-optreden” en een betere „handhaving van de openbare orde”, betuigen de auteurs. Hun voorbeeld: China, waar grootschalige bouwprojecten zonder noemenswaardige inspraak van de bewoners worden gerealiseerd.
Trump zelf sympathiseert met deze ideologie. In het voorjaar van 2023 schaarde hij zich achter een plan om tien van zulke ‘vrijheidssteden’ te stichten, door de hele VS. De aanhangers van Freedom Cities hebben ook sterke morele ideeën: binnen de grenzen van deze economische vrijhavens is geen plek voor lastige buren, daklozen of progressieve Amerikanen die de libertaire toekomstdromen in de weg staan.
„Ik heb vaak gehoord dat ik overdrijf”, zegt Lincoln Mitchell. „Maar we moeten dit soort wilde plannen helaas uiterst serieus nemen. Stuk voor stuk lijken het wellicht losse flodders, maar alles bij elkaar opgeteld staat er niets minder dan de toekomst van de democratie op het spel.”
Techbro’s
Aan de andere kant van de baai van San Francisco maakt ook Jeremy Mack zich zorgen. De stedenbouwkundige zit in de achtertuin van Xochi the Dog – een alternatieve koffiebar in Oakland, waar hondenbezitters hun havermelk-latte komen halen en een vrouw haar kind borstvoeding geeft.
Mack is een van de drijvende krachten achter het in 2023 opgerichte Phoenix Project, een organisatie die de lobby van de vastgoed- en techbedrijven in San Francisco probeert bloot te leggen. Dat is een flinke klus, zegt hij. Rechtse lobbyorganisaties in de regio zijn volgens hem de voorgaande jaren onder de radar sterk in aantal gegroeid en naar elkaar toe gekropen.
Hun krachtenbundeling begon volgens Mack als een reactie op het strenge ruimtelijke ordeningsbeleid dat ontstond nadat progressieve politieke kandidaten tussen 2015 en 2020 veel lokale verkiezingen wonnen. Vooral vastgoedpartijen hadden last van alle extra regelgeving die daarna werd geïntroduceerd. Gaandeweg sloten diverse techondernemers die fortuin hadden gemaakt in de nabij gelegen Silicon Valley – Elon Musk van Tesla en X, de libertaire durfinvesteerder Pieter Thiel – zich bij hen aan.
Zij bestrijden het progressieve stadsbestuur niet openlijk, zegt Mack, maar via maatschappelijke organisaties met onschuldig klinkende namen zoals ‘Buren voor een beter San Francisco’, ‘SF verbonden’, ‘Stop Misdaad in SF’ en de ‘SF Coalitie van ouders’. En via tijdschriften zoals Palladium, waarin de plannen voor de vrijheidsstad Presidio uit de doeken werden gedaan. „Als je de financiële en bestuurlijke achtergronden van deze organisaties in kaart brengt, ontdek je dat ze worden gerund door professionele lobbyisten en worden betaald door vastgoedmannen en techbro’s op zoek naar politieke invloed”, zegt Mack.
Progressieve buurtinitiatieven
De naar rechts neigende organisaties zijn succesvoller dan veel progressieve buurtinitiatieven, zegt hij. „Traditionele, links georiënteerde clubs zijn vaak onderling verdeeld en hebben weinig budget.” Bovendien hameren de conservatieve organisaties op thema’s die veel inwoners aanspreken. Mack: „Zij hebben het narratief veroverd.”
Want inderdaad: de stad kampt met een aantal in het oog springende problemen, zoals grote aantallen verslaafde daklozen. In het centrum van San Francisco zijn ze niet te missen, de tientallen junkies die onder invloed van onder meer fentanyl als zombies op straat staan te trippen, hun knieën gebogen en hun broek op hun knieën. Ook de daklozencampings onder de spoorbaan aan de rand van de stad zijn onontkoombaar.
Een ander probleem: het wegkwijnende downtown, waar de huren van kantoren torenhoog hoog zijn, terwijl de meeste werknemers sinds corona het liefst vanuit huis werken. Het gevolg: uitgestorven straten, lege wolkenkrabbers en horeca zonder gasten.
De discussie in San Francisco had moeten gaan over de kwaliteit van leven en het revitaliseren van de binnenstad, zegt Mack. Maar in plaats daarvan werd het één grote klaagzang over drugs, daklozen en huisvesting, breed uitgemeten in de conservatieve media. Mack: „De rechtse zender Fox News besteedt elke week aandacht aan de problemen in San Francisco. Hun boodschap: dit is wat je krijgt als een stad jarenlang door de progressieven wordt bestuurd.”
Parken zijn helemaal niet links of rechts – iedereen houdt van ze
Mack probeert met zijn Phoenix Project aan te tonen dat deze verhaallijn geregisseerd is – en dat de conservatieven in de lobbyclubs en burgerinitiatieven in werkelijkheid een hele andere agenda hebben, zoals het volbouwen van het Presidiopark. „Onze gulste donors zijn progressieve mensen uit de techhoek”, zegt hij. „Die vinden het verschrikkelijk dat hun bedrijfstak zich zo identificeert met de conservatieve agenda.”
De onderzoeken van het Phoenix Project slaan aan, zegt hij. „Veel mensen vroegen zich al af waar al die maatschappelijke organisaties zoals ‘Buren voor een beter San Francisco’ vandaan kwamen? Nu ze weten dat die in het leven zijn geroepen door rechtse stichtingen en ondernemers, kijken ze op een hele andere manier tegen hun pleidooien aan.”
Alcatraz
Terug in het bezoekerscentrum houdt parkwachter John Osborne, die al vrijwel zijn hele leven in het Presidio werkt, de moed erin. Achter hem worden documentaires vertoond over de benarde positie van Japans-Amerikanen in de Tweede Wereldoorlog. Hij deelt buttons en kaarten van het gebied uit.
De aanval van Trump op het park is de afgelopen weken ingehaald door nieuwe decreten en proefballonnetjes. Onder meer over de voormalige gevangenis Alcatraz – een eilandje vlak voor de kust van San Francisco, dat net als het Presidio de status van nationaal park heeft. Trump wil de gevangenis heropenen, liet hij begin mei weten via sociale media. Alcatraz zou opnieuw „een symbool moeten worden van wet, orde en rechtvaardigheid”.
„Als ambtenaar hoor ik me bescheiden op te stellen”, zegt park ranger Osborne. Toch mogen nationale parken zoals het Presidio en Alcatraz geen speelbal van politieke belangen worden, vindt hij. „Rechts houdt nou eenmaal niet van regulering en de beschermende status van parken. En Trump is ook een beetje een pestkop. Maar kijk om je heen, naar alle bezoekers hier. Parken zijn helemaal niet links of rechts – iedereen houdt van ze.”