De mislukte overname van de Duitse tak van Tennet ligt niet alleen politiek gevoelig, maar is ook een risico voor de energietransitie

Alle betrokkenen zagen het de afgelopen maanden aankomen – maar een probleem voor de energietransitie blijft het. En politiek gevoelig is het ook.

Donderdagochtend maakte het ministerie van Financiën bekend dat de verkoop aan de Duitse staat van de Duitse tak van Tennet, de beheerder van het hoogspanningsnet in Nederland en in een groot deel van Duitsland, is mislukt, nadat eerder al was uitgelekt dat de onderhandelingen waren vastgelopen. De Duitsers krijgen de overname niet rond in hun begroting, aldus Financiën, en daarmee zijn de gesprekken nu officieel „ten einde”.

De overname was cruciaal voor Tennet om voldoende financiële middelen te verkrijgen voor de dringend noodzakelijke maar uiterst kostbare uitbreiding van het stroomnet. En die uitbreiding is op haar beurt weer essentieel voor de verduurzaming van Nederland. Als bedrijven massaal overschakelen op elektriciteit als schoon alternatief voor fossiele energie, moeten er natuurlijk wel genoeg kabels zijn om al die stroom te vervoeren. En het net zit nu al propvol.

Met de verkoop dacht Tennet zo’n 20 tot 25 miljard euro aan kapitaal op te kunnen halen. Waarmee het vervolgens weer naar de bank zou kunnen gaan om, tegen hopelijk zo gunstig mogelijke rentes, de resterende miljarden te lenen voor de verzwaring van het stroomnet. De komende tien jaar verwacht Tennet voor de uitbreiding het kolossale bedrag van 160 miljard euro uit te moeten trekken. Daarvan is 60 procent voor Duitsland bestemd, en 40 procent voor Nederland.

Maar nu moet er dus naar alternatieve oplossingen worden gekeken. En al die alternatieven liggen lastig, zowel zakelijk als politiek.

Eerder al, toen duidelijk begon te worden dat de onderhandelingen vast begonnen te lopen, liet de staat (100 procent eigenaar van Tennet) weten dat andere opties alvast onderzocht moesten worden. Zoals een beursgang of een (gedeeltelijke) verkoop aan een private partij. Denk aan pensioenfondsen of private-equitybedrijven. In de Kamerbrief van Financiën waarin de afgeketste verkoop bekend werd gemaakt, staat dat ook gedacht kan worden aan een kapitaalstorting door de overheid.

Verkenning van deze varianten zou inmiddels „in volle gang” zijn. Een woordvoerder van Tennet laat weten dat al gesprekken hebben plaatsgevonden met zakenbanken, die zoiets zouden kunnen ‘begeleiden’.

Les van de energiecrisis

Maar bij de eerste twee varianten is het maar de vraag of daar animo bij private partijen voor zal zijn – en of de Duitse staat zelf dat echt helemaal ziet zitten. De onderhandelingen over de verkoop van Tennet Duitsland begonnen twee jaar geleden juist op verzoek van de Duitse overheid, omdat die de controle over zulke kritieke infrastructuur volledig terug in eigen handen wilde hebben.

Dat was een les van de energiecrisis in 2022, toen Duitsland keihard geraakt werd door het afsnijden van Russisch gas, waar het zich in de jaren daarvoor extreem afhankelijk van had gemaakt. De Duitse minister van Economie en Klimaat Robert Habeck (Groenen) zei recent nog: „De staat moet ervoor zorgen dat belangrijke infrastructuur in goede handen blijft.” Demissionair minister Steven van Weyenberg (Financiën, D66) schrijft desondanks: „De Duitse staat heeft mij laten weten deze alternatieve scenario’s te zullen steunen.”

Commerciële partijen in Duitsland zijn zelf mogelijk ook niet zo geïnteresseerd in zulke infrastructuur, omdat daar over het algemeen niet heel veel mee te verdienen valt. De vraag is dus of zij het zien zitten om, eventueel samen met de Duitse overheid, de Duitse onderdelen over te nemen. Want dat is een variant die nu ook in Berlijn rondgaat.

De laatste variant ligt juist weer gevoelig in Den Haag, waar het nieuwe rechtse kabinet op het punt van aantreden staat. Een kapitaalstorting – die vermoedelijk meerdere miljarden zou moeten bedragen – komt deels ten goede aan Duitsland. En er zijn verschillende politieke partijen, waaronder de PVV, die het eerder juist problematisch vonden dat Nederlands geld werd aangewend voor het moderniseren van het Duitse stroomnet. In Nederland zelf was de opgave al groot genoeg.

Een eerdere kapitaalstorting, van 1,6 miljard euro, uit 2023 blijkt nu ook niet terug te kunnen worden betaald door Tennet, door het mislukken van de verkoop, blijkt uit de Kamerbrief. Waardoor het aankomende kabinet alvast een tegenvaller moet noteren in de begroting van 2025. Van Weyenberg meldt verder dat bij een eventuele kapitaalstorting ook gekeken moet worden of daarmee geen begrotingstekort ontstaat dat de Europese maxima daarvoor overschrijdt. Het is aan het CBS en Eurostat om hier een oordeel over te vellen, schrijft hij.

Konijn uit de hoge hoed

Lukken alle structurele oplossingen niet, dan zal er een konijn uit de hoge hoed getoverd moeten worden om de immense investeringen voor de ‘netverzwaring’ alsnog te kunnen doen. De staat heeft Tennet eerder een noodlening verstrekt van 25 miljard, om toch door te kunnen blijven investeren in de netten, toen de verkoop begon vast te lopen en het uitzicht op geld steeds kleiner werd. Daarmee kan Tennet tot en met 2025 vooruit. Een soortgelijke oplossing zal misschien opnieuw moeten worden gezocht. Het nu demissionaire kabinet sloot bij de aankondiging van de eerste ‘hulplijn’ al niet uit dat zoiets nog een keer moet gebeuren.

Van Weyenberg: „Uiteraard ben ik teleurgesteld dat de onderhandelingen, die op verzoek van de Duitse staat zijn gestart en al ruim anderhalf jaar liepen, niet tot een succesvol resultaat hebben geleid.”

Bij Tennet zelf blijven ze positief. Het stroomnetbedrijf was aanvankelijk zelf ook tegen een volledige verkoop aan de Duitse staat. Het zag voordelen in de Duits-Nederlandse combinatie, bijvoorbeeld op het gebied van het gezamenlijk inkopen van materialen voor het stroomnet. Wie meer koopt, kan immers vaak korting bedingen.

Tennet Duitsland leverde Tennet bovendien ook concrete winst op: daar geldt geen maximumtarief voor het transport van stroom, omdat Tennet er geen monopoliepositie heeft. In Nederland is dat wel het geval. Het totale dividend van 1 miljard dat de staat afgelopen jaren als aandeelhouder van Tennet ontving, kwam dan ook volledig uit Duitsland.

Een woordvoerder zegt: „Met de eerdere lening kunnen we vooruit tot en met 2025. Die tijd kunnen we gebruiken om te kijken naar de uiteindelijk oplossing. Als de structurele oplossingen niet lukken, moeten we weer in gesprek met de staat. Maar dit zou in principe genoeg tijd moeten zijn. Wij hebben er vertrouwen in dat er op tijd een oplossing komt.”

De Duitse klimaatminister Habeck zei donderdag tegen Duitse media „niet blij” te zijn met het mislukken van de onderhandelingen. Staatsecretaris van Economie en Klimaat Philipp Nimmermann zei vervolgens dat de Duitse staat nu hoopt als onderdeel van een „consortium” met private partijen een minderheidsaandeel in Tennet te verwerven, „aangezien Tennet Duitsland een belangrijke rol speelt in de Duitse energietransitie”.

Bovendien is Nimmermann ervan „overtuigd dat Tennet zijn taken bij de uitbouw en de ontwikkeling van het net ook in toekomst betrouwbaar en in het geheel zal nakomen”. Datzelfde belooft Tennet ook in een persbericht.

Chronisch oneens

De Duitse coalitie onder kanselier Olaf Scholz (SPD) van SPD, Groenen en FDP is het ondertussen chronisch oneens over de begroting. De liberale FDP staat erop aan het begrotingsevenwicht vast te houden. Voor de investeringen die de Groenen noodzakelijk achten, waaronder die in de energietransitie, werd bij het regeerakkoord eind 2021 een fonds aangelegd van begrote coronahulp die niet was uitgegeven. Maar de hoogste Duitse rechter oordeelde in december dat die wissel van corona- naar klimaatfonds onwettig was. Sindsdien piept en kraakt het in de coalitie. In december werd te elfder ure een akkoord over de begroting van 2024 bereikt. Die voor 2025 moet voor 3 juli rond zijn, maar er is grote scepsis of dat lukt. Er is nog een begrotingsgat van circa 40 miljard euro.

In dat licht is ook de mislukte overname van Tennet te zien: de Groenen hadden het graag gewild, de FDP achtte de overname niet noodzakelijk. Voor de economisch liberale partij is nationalisering geen logische zet, en dat die kritieke infrastructuur in handen is van buurland Nederland, vindt de FDP nou niet echt alarmerend, klinkt het uit de partij.


Lees ook

Kabinet voelt zich met miljardenlening aan Tennet genoodzaakt tot ‘onorthodoxe’ stappen

Het landstation van Tennet op de Tweede Maasvlakte. Een landstation maakt de elektriciteit afkomstig van windmolenparken geschikt voor het landelijke hoogspanningsnet.