Olaf van der Donk, tientallen jaren belastingadviseur van private-equityfondsen, wilde er opeens niets meer mee te maken hebben. Hij had genoeg van de miljardendeals, de billable hours, de stress, de harde onderlinge verhoudingen. Leeg en moe, dat werd hij ervan. Hij werd vijftig, en liet zich omscholen tot tuinman. Groenperken en borders ontwerpen, kubieke meters aarde inrijden, bomen planten, dat was fijn en overzichtelijk. Full body contact gardener noemde hij zichzelf, alsof het een vechtsport was.
Zeven jaar later, in 2020, begon hij zich toch weer met zijn oude werk te bemoeien – maar dan vanaf een andere kant. De aanleiding: het zoveelste „halfslachtige” en „slecht onderbouwde” debat in de Tweede Kamer over private equity, waarin „weer niks werd besloten”. Als niemand politici van correcte informatie wilde voorzien, moest hij dat maar doen.
Hij kende de branche van binnenuit. Hij had met eigen ogen gezien hoe bedrijven kaalgeplukt achterbleven nadat ze waren gekocht door opkoopfondsen. De managers namen beslissingen die goed waren voor henzelf, zag hij, niet voor het bedrijf. Hij wist ook hoe weinig belasting de private-equitymiljonairs hadden betaald die hij tegenkwam in zijn woonplaats Bloemendaal.
En dus schreef hij in 2020 een groot aantal Kamerleden aan om hun zijn hulp en advies aan te bieden. Alleen PvdA-Kamerlid Henk Nijboer toonde belangstelling.
Complexe deals
Van der Donk, nu 62 jaar, werkte na een korte carrière als belastinginspecteur decennialang als belastingadviseur bij grote advocatenkantoren op de Zuidas en in Londen. Daar groeide hij uit tot een van de best betaalde fiscalisten van het land, à 1.200 euro per uur. Zijn specialiteit was private equity, overnames met geleend geld, waarbij het zittende management van de overgenomen partij aandelenpakketten krijgt om „de neuzen dezelfde kant op te krijgen”. Aan hem de taak de complexe deals fiscaal behendig te structureren.
In zijn beste jaren ging hij van deal naar deal en hielp het ene na het andere Nederlandse bedrijf aan nieuwe eigenaren. De vaak buitenlandse opkopers hadden maar één doel: zo snel mogelijk zo veel mogelijk verdienen aan de zo’n bedrijf. Van der Donk was goed in zijn werk. In 2005 won hij de M&A Award, de vakprijs voor fusie- en overnamespecialisten. Hij heeft de plexiglas bokaal bewaard met zijn foto erop: een typische Zuidasman, met een brede gestippelde stropdas en een intense, Wolf of Wall Street-achtige grijns.
Het waren de jaren dat private-equityfonds APAX uitgeverij PCM overnam, en investeringsfonds Providence kinderopvangbedrijf Catalpa – later Estro: twee deals waar Van der Donk van dichtbij bij betrokken was. De overgenomen bedrijven bleven berooid achter, Estro ging na vier jaar failliet.
Maar hoe leg je de belastingkwesties rond dit soort complexe deals uit aan parlementariërs? „De meeste Kamerleden werken hard, maar er zijn zoveel fiscale vraagstukken dat ze lang niet alles kunnen doorgronden”, zegt hij in de eetkamer van zijn villa in Bloemendaal, met uitzicht op zijn grote, goed gecureerde tuin met zwembad. Rond private equity is het bovendien al jaren stil. Mede door de goedlopende economie blijven faillissementen uit en daardoor zijn er ook geen faillissementsverslagen of rechtszaken die inzicht bieden in de techniek en de details van private-equitydeals.
Van der Donk is geen spijtoptant of klokkenluider, en hij is ook niet rancuneus, benadrukt hij. „Het is allemaal legaal. Als we met z’n allen democratisch besluiten dat private-equitymanagers heel belangrijk zijn en fiscale voordelen verdienen – prima. Maar ik maak me druk over wat daaraan vooraf gaat. Kennen de politici de feiten wel, bijvoorbeeld over hoeveel belasting die managers betalen? De mensen die deze deals doen, verdienen jaarlijks tonnen, miljoenen, maar betalen veel lagere tarieven dan mensen in loondienst.”
Een van de verklaringen: vermogende bedrijven en particulieren zijn rijk genoeg om een lobbyist in te huren. Dat kan de gemiddelde belastingbetaler niet betalen, zegt Van der Donk. „Het gevaar is patronagepolitiek; dat alleen bepaalde groepen voordelen krijgen. Dat het bij private equity alleen nog maar om de aandeelhouder draait. Het algemeen belang heeft geen lobbyist.”
Het algemeen belang heeft geen lobbyist
Waarover maakt u zich het meest druk?
„Over hoe slecht Kamerleden geïnformeerd worden. Private equity groeit hard in Nederland, steeds meer bedrijven worden overgenomen door investeringsfondsen. Dat is zo wezenlijk voor de Nederlandse economie, daar zouden we alles van moeten weten. De opkopers zadelen de bedrijven op met schulden, wat niet in het belang kan zijn van een bedrijf. We moeten meer oog hebben voor het feit dat bedrijven hierdoor kwetsbaar worden. Ook moeten politici begrijpen hoe de aandelenpakketten voor de managers van een overgenomen bedrijf werken.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129036144-af7d4b.jpg|https://images.nrc.nl/HHB_xTjgy4Fg2xyPN5nB4sHKj5E=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129036144-af7d4b.jpg|https://images.nrc.nl/kj3ZrbwvvaYYEXfGtL9arSjujOQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data129036144-af7d4b.jpg)
Hoe zit dat?
Van der Donk legt het geduldig uit, zoals hij dat ook aan Kamerleden doet. Bij private equity wordt een financiële constructie rond een overgenomen bedrijf opgezet, vertelt hij. De opkopers en de managers van een opgekocht bedrijf verwerven tegen een laag bedrag aandelenpakketten, zogeheten ‘lucratieve belangen’, „een soort turbo-aandelen”. Het idee is om het bedrijf binnen een paar jaar – „zeg vijf” – met dikke winst door te verkopen. Het bedrijf staat er daarna meestal slechter voor, zegt hij, maar de lucratieve belangen „zijn intussen veel meer waard geworden”.
Die aandelenpakketten hebben een functie. Ze duwen de neuzen van de managers en de private-equitypartijen dezelfde kant op, alignment of interests in vaktermen, of skin in the game. „Het bestuur van een overgenomen bedrijf moet de belangen dienen van de opkopers. Ze moeten natuurlijk niet gaan dwarsliggen over zaken als pensioenen, werknemersrechten, schuldratio’s of klanten.”
Hoe doe je dat?
„De beste manier is om managers aandelen te laten kopen. Dan lopen ze zelf risico als het bedrijf niet met winst wordt doorverkocht. We mikten daar heel precies op. We keken naar iemands privéleven. Jonge vent? Huisje in een Vinexwijk? Hypotheek? Dan lieten we hem instappen voor 80.000 euro, een ton. We zochten de pijngrens op. Dan zou het echt zeer doen als het mis zou gaan. Reken maar dat die dan braaf de agenda van de koper uitvoert. En als het dan goed gaat, verdient-ie heel veel: tonnen, soms miljoenen.”
En dan komt de Belastingdienst langs?
„De fiscus belast de winst op deze aandelen zeer vriendelijk. Deze mensen betalen rond de 30 procent belasting over hun verdiensten. De ‘miljonairsvrijstelling’ noem ik dat.”
Had Wouter Bos (PvdA) in 2008 als minister van Financiën de belastingen op private-equitywinsten niet juist verhoogd?
„Dat zou je denken. Er was toen veel maatschappelijke onrust over private equity en Bos had de Kamer beloofd dat de managers in de sector zwaarder belast zouden worden. Zij zouden het toptarief van bijna 50 procent gaan betalen. Maar adviseurs en ambtenaren op het departement wisten allemaal dat er een geitenpaadje was en dat niemand meer dan zo’n 30 procent zou betalen. Een private-equitymanager die in aanmerking wil komen voor de miljonairsvrijstelling, hoeft alleen maar bij een fiscaal adviseur binnen te stappen en een eigen bedrijfje op te zetten om een lager tarief te betalen.
„Ik vind dat problematisch. Voor de bühne lijkt het opgelost, maar in werkelijkheid is er niets veranderd. Ondertussen heeft de Kamer geen idee hoeveel geld hiermee gemoeid is. Hoeveel managers hebben zo’n lucratief aandelenpakket? Hoeveel geld loopt de Belastingdienst mis? Het typeert hoe er met private equity wordt omgegaan.”
Weglopen met miljoenen
Inmiddels is er een aanzet, mede dankzij de vragen en adviezen van Van der Donk. In april 2024 dienden Kamerleden Folkert Idsinga (NSC) en Senna Maatoug (PvdA-GroenLinks, nu wethouder in Utrecht) een motie in om de winsten uit de aandelenpakketten van private-equitymanagers tegen het toptarief te belasten. De motie werd aangenomen, maar het ministerie van Financiën besloot eerst onderzoek naar de praktijk te doen. De resultaten ervan kwamen vorige maand vrij. In de jaren 2023 en 2024 hebben circa 3.000 private-equitymanagers zo’n aandelenpakket aangemeld bij de fiscus, staat daarin. Over de jaren ervoor is niets bekend, over de waarde van de aandelen evenmin.
Van der Donk: „Die getallen zeggen me weinig. Natuurlijk: er zijn ook managers met kleine aandelenpakketten, maar veel zitten erin voor grote bedragen. De winkelketen Action – eigendom van het Britse opkoopfonds 3i – is uitgebreid in de media geweest. Als die straks wordt verkocht, lopen er managers met bedragen van honderden miljoenen weg. Zij vallen vast ook onder de miljonairsvrijstelling. Reken uit hoeveel belastinggeld dat ons scheelt.”
U wilde iets doen en nu is er de motie en het rapport. Bent u trots?
„Nou, nee. Na al die jaren is er één dun rapportje, waar weinig in staat – behalve wat we al sinds 2008 wisten, namelijk dat de managers zo’n 30 procent belasting betalen. Na jaren vertraging kan het parlement nu met dat gegeven aan de slag.
„Ik neem de Kamerleden niets kwalijk. Objectieve fiscale informatie bereikt hen veel te weinig. Belastingadviseurs en advocaten houden hun mond, het is niet in het belang van hun klanten om de Tweede Kamer te informeren. De branchevereniging van belastingadviseurs beperkt zich tot technische commentaren op wetsvoorstellen. Ambtenaren zijn bang om politiek gevoelige uitspraken te doen. Ngo’s snappen er weinig van, Oxfam Novib begint over de koloniale geschiedenis van belastingverdragen. VNO-NCW vindt alles best en VVD-prominent Annemarie Jorritsma, die zelf in de private-equitybelangenbehartiging zit, jubelt dat alles geweldig gaat. Soms zijn er rapporten van het ministerie, die zijn nuttig, maar al met al is het bar weinig.
„Eerst dacht ik: ik ben maar een boekhoudertje, maar inmiddels heb ik het idee dat ik Kamerleden echt een beetje op weg kan helpen. Belastingheffing is een van de pilaren van onze samenleving. De controle daarop vanuit de Kamer is enorm belangrijk.”
Zijn er meer problematische belastingdossiers waarmee u zich wil bemoeien?
„Ja, zeker. Kijk eens naar de landbouwvrijstelling, een enorm fiscaal voordeel voor boeren dat teruggaat tot 1819 – en geen enkele functie meer heeft. Of naar de bedrijfsopvolgingsregeling, die vooral vermogende families bevoordeelt. Van 73 fiscale regelingen die een paar jaar geleden waren onderzocht, bleken er maar elf nut en noodzaak te hebben. De lijst is eindeloos.”
U lijkt boos. Maar u heeft toch zelf goed verdiend aan de praktijk.
„Ik ben niet boos. Nou ja, soms. Ondertussen profiteer ik nog steeds van de opmars van de private equity. Eerst legde ik dure tuinen aan bij advocaten en bankiers. Inmiddels doe ik ook tuinen van private-equitymanagers.”
