De magie van musical ‘Hadestown’: je weet dat het slecht afloopt en toch blijf je hopen

Het is een oud lied, zingt verteller Hermes in het openingsnummer van Hadestown. “It’s a tale of a love from long ago.” Even later zal hij de hoofdrolspelers in dat liefdesverhaal introduceren: Orpheus en Eurydice, een jong koppel uit de Griekse mythologie. De legende van hun liefde die bijna – bíjna – sterk genoeg bleek om de dood te overwinnen, wordt al eeuwen verteld; de tragische afloop staat bij voorbaat vast. “It’s a sad song”, waarschuwt Hermes dan ook. „But we’re gonna sing it, even so.”

De liefde van Orpheus en Eurydice wordt nu ook bezongen in Amsterdam. Koninklijk Theater Carré werkte samen met de oorspronkelijke makers aan een eigen productie van Hadestown, de Broadwayhit die in 2019 acht Tony Awards en een Grammy binnensleepte en sinds vorig jaar ook succes boekt op het Londense West End. Net als het origineel wordt de musical in Amsterdam opgevoerd in het Engels, onder het label Broadway in Carré.

Dat je dat voor elkaar krijgt in een voorstelling; dat de toeschouwer bij iets voorspelbaars alsnog zo op het puntje van de stoel zit… Ja, dan ben je magie aan het maken

Madeleine van der Zwaan
directeur van Carré

De wens van Carré-directeur Madeleine van der Zwaan om Hadestown naar Nederland te halen, ontstond in 2018, vertelt ze in haar kantoor boven het theater. „Ik zag de musical toen in het National Theatre in Londen, voordat hij naar Broadway ging – en ik was blown away.” Bij voorstellingen als deze „weet je weken of maanden later nog hoe je je voelde toen je de zaal uitliep”, zegt Van der Zwaan. Als ze nadenkt over hoe ze dat gevoel het best kan uitleggen, herinnert ze zich een zin die ze opving toen ze de musical opnieuw bezocht, nu wel op Broadway. Na afloop hoorde ze een jongen tegen zijn vriend verzuchten: „En tóch hoopte ik dat het goed zou aflopen.”

Ben je bekend met de mythe van Orpheus en Eurydice, dan weet je dat dat ijdele hoop is. Orpheus’ poging om zijn geliefde terug te halen uit het dodenrijk kent geen sprookjeseinde. Het lukt hem wel om af te dalen naar de onderwereld, die vernoemd is naar de God die daar de dienst uitmaakt: Hades. Ook slaagt hij er met zijn muzikale talenten in om Hades en zijn vrouw Persephone over te halen Eurydice aan hem mee te geven. Maar Hades stelt een cruciale voorwaarde: Orpheus mag niet achteromkijken tot hij en Eurydice de Hades hebben verlaten. Hij moet er dus blind op vertrouwen dat ze daadwerkelijk achter hem loopt.

„Je weet hoe dat afloopt”, zegt Van der Zwaan. „En toch denk je: hij wéét hoeveel ze van hem houdt. Er zit vertrouwen. Hij gaat niet omkijken. Dat je dat voor elkaar krijgt in een voorstelling; dat de toeschouwer bij iets voorspelbaars alsnog zo op het puntje van de stoel zit… Ja, dan ben je magie aan het maken.”


Boodschap van hoop

Een ander belangrijk onderdeel van de magie van Hadestown is dat het verhaal, ondanks alles, een boodschap van hoop overbrengt. „Wij als goden weten ook hoe het afloopt”, zegt Joy Wielkens, die de rol van Persephone speelt. „We zitten steeds in dezelfde cirkel. Toch is er telkens dat korte moment waarin je vol gelooft dat er misschien verandering mogelijk is. ‘We sing it again, and again’, zingt Hermes op het eind, en dat is ergens verdrietig – maar het heeft óók een schoonheid. In dat constant blijven proberen zit hoop. Dat vind ik zo mooi.”

Ook Wielkens’ personage heeft die hoop hard nodig, legt ze voorafgaand aan een repetitie uit in een van de foyers van Carré. In de musical vormen Orpheus en Eurydice namelijk niet het enige liefdeskoppel. Hun verhaal wordt afgezet tegen dat van Hades en Persephone, bij wie alle verliefdheid en naïviteit uit de relatie is gesleten. De grillige verhouding tussen de twee oude goden heeft directe invloed op de bovenwereld: de helft van het jaar woont Persephone bij Hades in zijn dodenrijk en is de aarde koud en dor. Als ze naar boven komt om daar de andere helft van het jaar te spenderen, brengt ze de lente met zich mee.

Maar de vruchtbare seizoenen worden korter naarmate Hades bezitteriger wordt en hij zijn vrouw eerder dan afgesproken mee terugvoert naar ‘Hadestown’. Terwijl de oogsten op aarde mislukken bouwt hij zijn koninkrijk om tot een kapitalistische koortsdroom, vol neonlicht en anonieme werkers. Die draagt hij op een muur te bouwen om „de vijand” buiten te houden. “The enemy is poverty”, spreekt Hades zijn onderdanen toe in het lied ‘The Wall’. “And the wall keeps out the enemy, and we build the wall to keep us free.” Teksten die akelig dicht in de buurt komen van leuzen die je politieke leiders nu kunt horen roepen.

‘Hadestown’ in Carré Foto Danny Kaan

Politieke laag

„Er zit een politieke laag in de musical”, zegt Wielkens; een laag die onder de twee liefdesverhalen zit. Ze denkt daarbij ook aan zinnen die refereren aan klimaatverandering – in ‘Chant’ zingt Orpheus over hitte, verwoesting, overstromende oceanen. „Ik denk dat we die gedachten in het slotlied, ‘Raise our cup’, aan elkaar proberen te koppelen. Dan spreken we de zaal aan: blijf geloven in elke Orpheus in jezelf, of elke Orpheus die je tegenkomt. Daarin komt voor mij dat grote, idealistische deel van de voorstelling samen met het liefdesverhaal”, zegt Wielkens. „Als we niet meer geloven in hoop en liefde, in de mogelijkheid dat dingen beter kunnen worden, dan komen we misschien uit waar we nu zijn.”

Daarmee ziet Wielkens in Hadestown „een voorstelling met een boodschap die heel erg nodig is nu. Zonder dat we met pamfletten op het podium gaan staan, moeten we wel die lading voelen als we dat verhaal elke keer vertellen. We zeggen niet zomaar iets. Zoals we binnen de liefde tussen onze personages een verandering proberen teweeg te brengen, proberen we met de voorstelling ook – hoe klein ook – een verandering in de wereld teweeg te brengen.”

Jazz, folk, blues

Om te zorgen dat die boodschap goed overkomt, zijn de oorspronkelijke makers vanaf de casting betrokken geweest bij de Nederlandse productie. Samen met Carré zorgen zij ervoor dat deze uitvoering van Hadestown zo dicht mogelijk bij het origineel blijft, inclusief het grootse, tijdloze decor, dat de sfeer oproept van een jazzcafé. Dat komt mede door de aanwezigheid van een live band op het toneel, die Hadestown van zijn kenmerkende, swingende geluid voorziet – een mix van jazz, folk en blues. Voor de bandleden is er altijd wel wat te doen: er zit geen gesproken dialoog in de musical, het is één lang muziekstuk.

Het is die muziek die Wielkens ertoe heeft bewogen te auditeren. „Het heeft iets alternatiefs”, vindt ze, „en tegelijkertijd is het heel soulful.” Dat is de verdienste van Anaïs Mitchell, die zowel het verhaal als de muziek van Hadestown schreef en in samenwerking met regisseur Rachel Chavkin deze musical neerzette. Ook op Van der Zwaan maakte de klank van Hadestown direct veel indruk, evenals de bijbehorende liedteksten. De muzikaal supervisor die vanuit Londen bij de Carré-productie betrokken is, Tarek Merchan, beschouwt deze teksten als poëzie, vertelt Van der Zwaan. „Daarom is het zo belangrijk hoe het gezongen wordt, hoe het gebracht wordt. Over ieder woordje is nagedacht.”


In die teksten blijft Wielkens zinnen ontdekken die haar ontroeren. Een van haar lievelingszinnen wordt gezongen door Eurydice, wanneer ze Orpheus voor het eerst ontmoet. Terwijl Hermes toekijkt vertelt Orpheus haar dat hij aan een lied werkt:

A song to fix what’s wrong

Take what’s broken, make it whole

A song so beautiful

It brings the world back into tune

Back into time

And all the flowers will bloom

When you become my wife

„Oh”, zegt Eurydice – „hij is gek. Waarom zou ik zijn vrouw worden?” „Maybe because he’ll make you feel alive”, zegt Hermes. Waarop Eurydice antwoordt: „Alive? That’s worth a lot.”

„Zij komt uit de grauwheid”, zegt Wielkens; „ze heeft het opgegeven. En zoiets simpels als je echt levend voelen – hij kan haar dat geven. Dat is misschien ook wat liefde is. Dat iemand je een gevoel geeft waardoor je de wereld op een rijkere manier ervaart.”

Tegen de stroom in blijft Orpheus werken aan het lied waar hij de wereld heel mee wil maken. Net zoals Hermes het liefdeslied van Orpheus en Eurydice blijft zingen, in de hoop dat er een volgende keer toch iets verandert. En als het verhaal alsnog op dezelfde manier afloopt, is er tenminste weer dat moment van hoop geweest. Opnieuw, en opnieuw.

Hadestown gaat in première op zondag 29 juni in Carré en is daar te zien t/m 24 augustus. Info: carre.nl