De kunst is niet los te zien van haar maker

Hans den Hartog Jager wierp vorige week in een tot nadenken stemmend stuk in NRC de vraag op of je het werk van een kunstenaar met een bedenkelijke opvatting of levenswandel toch kunt waarderen: de aloude vraag dus of je leven en werk van een kunstenaar gescheiden moet zien. Misschien komt het doordat ik (net als Den Hartog Jager trouwens) veel kunstenaars heb geïnterviewd, en doordat ik dan vaak geïnteresseerd was in het verband tussen kunst en werkelijkheid, maar ik denk dat je persoon en werk nooit los van elkaar kunt zien en waarderen. Alle kunst is door iemand gemaakt. Alle kunst komt voort uit een persoonlijkheid met een bepaald talent en verstand en karakter, en is daarmee in verband te zien en mogelijk ook te begrijpen.

Je ziet aan Picasso’s werk eigenlijk wel dat hij een beetje een etter was, die op een nogal primaire manier aan borsten en vagina’s dacht en er geen probleem mee had vrouwen althans in verf te deformeren. Dat deed hij op een manier die ook best fris en vrolijk was, zeker in zijn tijd. Met talent, charme en vindingrijkheid. Maar het hoeft geen grote verbazing te wekken dat hij in de dagelijkse omgang een macho en een klier kon zijn die lomp en dierlijk tegenover vrouwen stond. In zijn tijd kwam je daar als mannelijke kunstenaar bovendien nog makkelijk mee weg: ook de tijdgeest speelt mee in iemands persoonlijkheid.

Zoals de zeden en gewoonten van de tijd ook mede bepalend zijn voor de waardering van zijn kunst. In de twintigste eeuw kwam de ongemakkelijke, anti-esthetische kunst in de mode: kunsthistorisch allemaal wel begrijpelijk, maar je moet zulke kunst dan ook in samenhang zien met haar maker en niet verbaasd zijn als die grillige, onaantrekkelijke kanten blijkt te hebben. (Een kunstenaar die nadrukkelijk wél naar esthetiek en rimpelloosheid streeft zal trouwens ook wel iets mankeren.)

Harry Potter

Ik heb de Harry Potter-boeken bij verschijnen allemaal met groot plezier gelezen, ze waren ouderwets meeslepend, maar J.K. Rowling was ook ouderwets in haar keuze om het verhaal – hoe leuk en slim en warm ook – te situeren in een tovenaarswereld met bezems, hoeden, uilen, toverstaffen en mistige fantasywouden. Voeg daarbij dat seksualiteit nauwelijks een rol speelt en niet-heteroseks helemaal geen, zelfs niet indirect (Rowling heeft later wel eens gezegd dat het schoolhoofd Dumbledore homo is, maar dat is een gedachte achteraf, er blijkt niets van in de boeken), en voeg daarbij bovendien dat de schrijfster tot haar doorbraak een alleenstaande moeder was die moeite had haar leven rechtop te houden. Dan komt het niet als een enorme verrassing dat Rowling schamper doet over mannen die zich als vrouw identificeren. Zoiets past wel bij de schrijfster die je je bij de boeken voorstelt: intelligent en grappig, maar ook behoudend in haar wereldbeeld en artistieke smaak. Een complexe persoon kortom, zoals iedere serieus te nemen kunstenaar (en ieder serieus te nemen mens).

Andersom leer ik zo nu en dan kunstenaars kennen wier werk me nooit zo interessant leek, maar die zo verstandig en sympathiek en boeiend zijn dat ik tijdens of na de ontmoeting denk: toch nog eens goed kijken. En verdomd ja, dan heb ik plotseling een ingang tot hun werk. Ik ben misschien nog steeds geen grote fan, maar ik begrijp nu wel waarom zo iemand maakt wat hij maakt, waarom dat werk klopt met zijn persoon. Ik herken er ineens die verstandige en sympathieke eigenschappen in.

Kleurenblind

En weer andersom lijkt kunst me wel eens goed en stevig tot ik de maker leer kennen in al zijn menselijkheid en bij nader inzien denk: iets van zijn ijdelheid, benepenheid of onzekerheid zie je toch ook wel in zijn werk terug.

Of, simpeler voorbeeld: ah, dus hij is kleurenblind! Dat verklaart dat merkwaardige gebruik van roden en groenen in zijn schilderijen.

Kunst en kunstenaar zijn met elkaar verweven, en van die verwevenheid wordt zowel de maker als het werk interessanter. Blijkt een bewonderde kunstenaar als mens een lul te zijn, dan is een mogelijke conclusie dat een en dezelfde persoon blijkbaar tot goede kunst en slecht gedrag in staat kan zijn. En dat wijzelf ten aanzien van die persoon in staat zijn tot zowel bewondering als afkeuring. Niets tegenstrijdigs is ons vreemd. Misschien doen we zelf in de loop van ons leven ook zowel goede als slechte dingen. Zou zomaar kunnen. Het lijkt me zinniger om daar eerlijk over te zijn en er belangstellend en analytisch naar te kijken dan om ofwel meteen een oordeel klaar te hebben ofwel een kunstenaar die als persoon tegenvalt krampachtig los te weken van zijn werk.