De kracht van de illusie in de 17de eeuw is goed te zien bij Samuel van Hoogstraten

Zowat iedere figuratieve schilder is een soort illusionist. Zeker als de kunstenaar in kwestie – zoals dat sinds de late Middeleeuwen in Europa eeuwenlang gebruikelijk was – de werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk probeert na te bootsen. Dan wil de schilder met het platte vlak van een schilderij een illusie van de drie dimensies van het echte leven oproepen.

Op die regel vormt de 17de-eeuwse schilder Samuel van Hoogstraten (1627-1678) geen uitzondering. Toch legt het Amsterdamse Rembrandthuis in de tentoonstelling van zijn werk juist een sterk accent op ‘De illusionist’, waardoor eerder Van Hoogstratens reputatie wordt benadrukt, dan de bijzonderheid van zijn werk. De expositie is een afgeslankte versie van een veel grotere presentatie die aan zowel Samuel van Hoogstraten als Rembrandt was gewijd en die tot enkele weken geleden in het Kunsthistorisches Museum in Wenen te zien was.

Van Hoogstraten, geboren in Dordrecht, groeide op in Den Haag. In de jaren 1640-1647 was hij in de leer bij Rembrandt in Amsterdam. Hij zal er in die periode bijna dagelijks over de vloer zijn gekomen. Nadat Van Hoogstraten zich in Dordrecht als zelfstandig schilder had gevestigd, voerden verschillende buitenlandse verblijven hem naar Italië, Wenen en Londen. Toen hij 1668 definitief in Nederland terugkeerde, was hij een succesvol en gefortuneerd kunstenaar.

Samuel van Hoogstraten, Zelfportret (1645).
Foto The Princely Collections, Vaduz-Vienna, Liechtenstein.

Evenmin als zijn oude leermeester Rembrandt koos Van Hoogstraten voor één bepaald schildergenre: hij maakte portretten en stillevens, woonkamerinterieurs en stadsgezichten. En net als Rembrandt legde Van Hoogstraten zich naast het schilderen toe op het maken van etsen. Met een vijftigtal schilderijen, tekeningen en prenten geeft de expositie in het Rembrandthuis een overzichtelijk beeld van die artistieke activiteit.

‘Zichtbaere werelt’

Samuel van Hoogstraten is echter ook en misschien wel vooral bekend geworden als schrijver en kunsttheoreticus. Zijn traktaat Inleyding tot de hooghe schoole der Schilderkonst, anders de zichtbaere werelt verscheen in 1678. De catalogus wijst er op dat de auteur een, voor die tijd opvallende, encyclopedische belangstelling had voor culturen in andere werelddelen dan Europa. Daarin klinkt een superieure, koloniale houding door ten opzichte van gebieden in Azië en Afrika, maar ook oprechte bewondering voor onder meer amantecas (verenkunstenaars) in Mexico en de makers van Japans lakwerk. Noch van de ene, noch van de andere benadering zie je in de expositie iets terug.

Hoogstratens fascinatie voor de „zichtbaere werelt” en de uitbeelding daarvan vormt echter een rode draad in zijn oeuvre en ook in de geëxposeerde werken. In zijn boek schreef hij dat een volmaakt schilderij de natuur dient na te volgen, en het moet laten lijken alsof dingen die er niet zijn, er toch zijn. Zo’n voorstelling bedriegt het oog, volgens Van Hoogstraten, „op een geoorloofde, vermakelijke en prijselijke wijze”.

Samuel van Hoogstraten, Jonge vrouw in een deuropening (1645).
Foto The Art Institute of Chicago

In veel van zijn werken zoekt de schilder dan ook naar manieren om figuren op levendige wijze uit te beelden en een brug te laten slaan tussen de geschilderde en de echte wereld. Jonge vrouw in een deuropening (1645), bijvoorbeeld, toont haar omlijst door een deur waarvan de bovenste helft is geopend. Het onderste deel reikt bijna tot haar middel: de vrouw heeft haar handen op het paneel gelegd en buigt zich nieuwsgierig iets naar voren om iets of iemand linksvoor (maar buiten het schilderij) te zien.

Nog bedrieglijker is Oude man in een venster (1653), waarin niet alleen het vriendelijke gezicht van een man met baard en muts uiterst levensecht is geschilderd, maar ook het houten raamkozijn dat het gezicht strak omlijst en de natuurstenen muur daaromheen bijzonder gedetailleerd zijn weergegeven. Het lijkt inderdaad alsof deze man even zijn hoofd uit het raam steekt, en zelfs alsof de kunstenaar zijn eigen monogram rechtsonder in steen heeft gebeiteld, in plaats van op doek geschilderd.

Dergelijke composities zijn goed doordacht en fraai uitgevoerd maar de optische oplossingen komen ook over als trucs en handigheidjes die soms aantoonbaar van Rembrandt komen. En die deed het dan vaak ingenieuzer, zoals in zijn (niet geëxposeerde) Meisje in een schilderlijst (1641), waarin de hoofdpersoon niet een deurpaneel maar de bedrieglijk echt geschilderde lijst rond haar eigen portret vastpakt. En in Van Hoogstratens portret van de ietwat slungelige Weense Graaf van Werdenberg (1652) is deze voorzien van precies dezelfde uitgestoken hand als kapitein Frans Banning Cocq midden op Rembrandts Nachtwacht.

Brievenborden

Toch maakte Samuel van Hoogstraten ze wel: verrassende, meer dan gemiddeld uitgewerkte illusies. Vermakelijk zijn bijvoorbeeld zogenaamde ‘brievenborden’ waarvan er twee worden getoond, een genre waarmee de schilder succes had tot in keizerlijke kringen. Het zijn trompe-l’oeil-voorstellingen van houten borden waarop met rode linten papieren, boekjes, schrijfbenodigdheden en andere kleine voorwerpen zijn geklemd.

Samuel van Hoogstraten, Trompe-l’oeil stilleven (1644).
Dordrechts Museum

De grootste wapenfeiten van Van Hoogstraten als „illusionist” vormen schilderijen met doorkijkjes in huiselijke interieurs in sterk perspectief, en perspectiefkastjes zoals die omstreeks het midden van de 17de eeuw in Nederland werden ontwikkeld. Zulke kastjes zijn kijkdozen die van binnen zijn beschilderd met wanden, vloeren en meubels, maar dan niet zo dat elke wand van het kastje correspondeert met die van het geschilderde interieur. Bekeken door de open voorkant zie je merkwaardige vertekeningen en onnatuurlijk perspectief. Maar aanschouwd door kleine gaten aan de zijkanten valt alles op zijn plaats.

De expositie bevat een levensgroot opgeblazen reconstructie van zo’n perspectiefkast. Helaas is ook de versie op ware grootte (in Londen, National Gallery) in de expositie een replica.


Lees ook

De ‘gansche zichtbare natuer’

Samuel van Hoogstraten: Gezicht in een gang (1662)  Collectie Blathwayt UK