De kop

Ellen Deckwitz

Onlangs tweette de BBC over een onderzoek dat beweerde dat de geestelijke gezondheid van de mensheid amper beïnvloed was door Covid. Het regende meteen woedende reacties, niet alleen omdat de conclusies bleken te zijn gebaseerd op studies die zich alleen maar op rijke landen hadden gericht, maar ook omdat er niet was gekeken naar kinderen, jongeren, en mensen die van nature al mentaal of fysiek kwetsbaar zijn.

Zelf merk ik de gevolgen van corona regelmatig, zowel voor de klas – de concentratiespanne maar ook het gemoed van leerlingen is sinds de pandemie compleet door de war geschopt – als persoonlijk. Ik heb het in totaal viermaal gehad. De eerste twee keer in 2020 en 2021 waren vervelend, maar ik herstelde en ondervond geen schade op de lange termijn. In 2022 kreeg ik in korte tijd twee keer achter elkaar omikron, dat aanvankelijk slechts een mildere variant leek, tot er paniekaanvallen opkwamen van een duur en intensiteit die ik nog nooit had meegemaakt. Vanuit het niets stormden plotseling ieder uur hete stressgolven door mijn lijf. Nu heb ik van nature aanleg voor somberte en onrust, maar paniek van deze aard, bovendien zonder enige aanleiding, was nieuw. Maandenlang had ik er last van, en op een zeker moment belde ik wanhopig een bevriende huisarts.

„Meid, houd op”, zei ze. „Sinds omikron de dominante soort is, regent het telefoontjes. Doorgaans totaal stabiele mensen liggen opeens krankjorem van de paniek, of volslagen depressief, onder hun keukentafel.”

‘Maar hoe dan?” „Ik las ergens dat deze mutatie de productie van cortisol, noradrenalines en andere hormonen overhoop kan gooien, maar er is nog veel onzeker. Het enige dat je ertegen kan doen is de buien uitzitten. En proberen om nooit meer corona op te lopen, ha ha ha.”

Makkelijker gezegd dan gedaan, want niemand die anno 2023 nog bij een besmetting thuisblijft, geen hond die bij een kriebel nog in zijn elleboog hoest. Alle maatregelen zijn losgelaten. Als een virus zulke gevolgen kan hebben voor de geest, kan je je afvragen of we met zijn allen misschien toch een beetje beter op zouden moeten passen, ik weet niet, ook leuk voor de samenleving en zo.

„Ik snap niet dat hier niet meer over wordt gesproken”, mompelde ik.

„Nou ja, men is zo klaar met corona dat ze er niet meer aan willen worden herinnerd, en daarom doen velen maar alsof het virus helemaal niet meer gevaarlijk is. Het sluit bovendien lekker aan op het aloude gebruik om het maar gewoon niet over mentale problemen te hebben.”

Ze zuchtte diep en zei toen: „Men steekt nog steeds liever de kop in het zand, dan dat men de kop serieus neemt.”

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.