De klimaatactivist tegen de Corendon-topman: ‘Mensen op machtige posities zeggen: jullie generatie gaat het oplossen. Nee, júllie zitten daar’

Hannah Prins en Steven van der Heijden.

Foto Merlijn Doomernik

Interview

Zomeravondgesprek Steven van der Heijden, topman van Corendon, van de goedkope vliegvakanties, gelooft in een „narrow escape” van de ergste klimaatramp. Van onbegrip komt XR-activist Hannah Prins haast niet meer uit haar woorden. En dan moet het hoofdgerecht nog komen.

Pas als Steven van der Heijden (63) aan het vertellen is over zijn hobby, buigt hij naar de fles rode wijn die naast zijn stoel staat. Hij was ermee het terras op komen lopen, maar had er nog niets over gezegd. Nu gaat het erover dat hij naast zijn werk als topman van reisbedrijf Corendon ook met andere dingen bezig wil zijn. Om te voorkomen dat hij na zijn pensionering in een zwart gat valt. Wijn is een van die dingen. „Ik heb een flesje wijn meegebracht uit je geboortejaar”, zegt hij tegen Hannah Prins (26), activist bij Extinction Rebellion.

„Echt waar? Wat ontzettend leuk!”

„Ja, er hoort ook een verhaaltje bij.” Hij laat het etiket op de fles zien: Gaja Langhe Costa Russi 1997. „Gaja is een vrij bijzonder domein in de Barolo, in Noord-Italië. Dat is groot gemaakt door Angelo Gaja – die is nu dik in de tachtig – en later door zijn dochter. Die twee hebben bij de opvolging een heftige discussie gehad over wel of niet biodynamisch worden.”

Prins’ geboortejaar was „een heel bijzonder wijnjaar” in die streek, weet Van der Heijden. „Maar bij wijnen van 26 jaar weet je nooit zeker of een fles nog goed is. Hij ligt al heel lang in mijn kelder.”

„Dank je wel. Ik heb heel weinig verstand van wijnen, dus ik proef het waarschijnlijk niet. Weet je hoe het nu gaat in dat wijngebied?”

„Het is nu volledig biodynamisch.”

„En is het er droog?”

„Nee, dat valt wel mee. De nebbiolo-druif die in Barolo wordt gebruikt, werd eigenlijk nooit helemaal rijp. Maar klimaatopwarming heeft het positieve effect dat hij nu wel rijp wordt. En dus nog betere wijnen produceert.”

„Nou, alles stort in, maar we hebben straks nog wel rode wijn!”

Van der Heijden verwacht vanavond met Prins in conflict te raken, een beetje zoals het generatieconflict tussen vader en dochter Gaja. In dit geval: het conflict tussen goedkope vliegvakanties versus een leefbare wereld. Maar dan wel onder het genot van de meegebrachte rode wijn, die hij straks tijdens het diner samen wil opdrinken.

Verzet tegen ‘fossiel’

Even daarvoor hebben Prins en Van der Heijden ontspannen kennisgemaakt. Beiden blijken met de fiets naar het hotel gekomen, Landgoed Duin & Kruidberg in Santpoort, het voormalige buitenverblijf van ABN Amro tussen Haarlem en IJmuiden. Zij vanuit het huis van haar moeder in Haarlem, hij op de speed pedelec uit Amsterdam-Zuid, waar hij woont – zo’n 25 kilometer. Wel blijft Prins Van der Heijden steeds per ongeluk ‘u’ noemen, hoewel hij liever ‘je’ wil zijn.

„Ik kende u niet, sorry”, zegt ze op de vraag of ze voor deze uitnodiging weleens van elkaar hadden gehoord.

„Nou ik jou wel, dat is onontkoombaar!”

Onderweg naar het hotel had hij nog een podcast met Prins beluisterd, de Zelfspodcast van Sander Schimmelpenninck en Jaap Siewertsz van Reesema. Hij is daar zelf ook een keer te gast geweest, vertelt Van der Heijden. „Dat ging nergens over. Jij hield ze bij de les!”

Prins is in korte tijd uitgegroeid tot het gezicht van Extinction Rebellion (XR) in Nederland. Op tv, sociale media en tijdens acties verzet ze zich tegen alles wat ‘fossiel’ is: overheidssubsidies, de financiers en grote vervuilers als Shell, Tata Steel en Schiphol. Met haar opgeruimde humeur, welbespraaktheid en verzorgde krullen, sieraden en make-up verraste ze het publiek. Ze was niet wat men verwachtte bij XR. Inmiddels wordt de internationale club van klimaatactivisten ook in Nederland steeds breder omarmd. Bij de laatste blokkade van de A12 in mei waren duizenden mensen aanwezig, onder wie bekende actrices als Carice van Houten en Katja Herbers, vooraanstaande hoogleraren en advocaat Bénédicte Ficq.

Je kan je beter afzetten tegen iemand die niet op je lijkt

Steven van der Heijden

Van der Heijden vindt dat Prins mensen zoals hij „een extreme spiegel” voorhoudt. „Door op ons te lijken. Dat is ongemakkelijk. Je kan je beter afzetten tegen iemand die niet op je lijkt.”

Haar vrienden moesten ook wennen, vertelt Prins, die naast activist ook masterstudent strafrecht is. „Die hadden zoiets van: waarom laat je je oppakken op de Zuidas? Terwijl zij daar werken. Nu vinden ze het heel nice.” Ook bij de Zuidas blokkeerde XR weleens een weg.

Niet lang na de kennismaking komt Prins ter zake. De gesprekken – bij de borrel, tijdens het diner en de volgende ochtend aan het ontbijt – zullen wat haar betreft niet alleen luchtig zijn. Ze heeft zich ook in hem verdiept. Of beter gezegd, in Corendon, dat jaarlijks 700.000 vakanties verkoopt en 643 miljoen euro omzet behaalde in 2022. „Ik heb jullie site bekeken. Op de duurzaamheidspagina staat dat duurzaam vliegen nog niet mogelijk is. Dan denk ik: gaat dat ooit wel mogelijk zijn? Ik zag ook die Formule 1-reizen en die cruisereizen. Dan denk ik: móét dat nou?”

„Dat snap ik. Als je de duurzaamheidslat hoog legt, dan hebben we sowieso geen enkel bestaansrecht.”

„Nee.”

Ook Van der Heijden maakt zich „heel erg zorgen” over het klimaat, zegt hij. „Ik zie dat het al totaal is veranderd. Ik kom al lang in landen als Spanje. Daar is het nu 43 graden. Dat gaat natuurlijk niet goed.”

Prins: „We hebben te lang onze ogen gesloten.”

„En dat kan ook! Kijk om je heen!” Van der Heijden gebaart naar het lommerrijke bos en de vriendelijke vijver waaraan het terras grenst. „Het lijkt nog alsof er niks aan de hand is.”

Prins begint ook over „deportatievluchten” die Corendon uitvoert, waarmee het bedrijf „uitgeprocedeerde vluchtelingen terugstuurt naar onveilige gebieden”. Ze heeft het nagevraagd bij een advocaat, zegt ze. „En dat hóéven jullie dus niet te doen.”

„Dat doen wij niet, hè”, reageert Van der Heijden. „Dat doet de overheid. Die huurt een vliegtuig van ons. Na de coronajaren waren we bijna failliet, we konden niet zo kieskeurig zijn. Maar dit is niet mijn lievelingsvorm om geld te genereren.”

Prins zucht. „Het lijkt me zó pijnlijk.”

Van der Heijden merkt op dat deze kwestie weinig met het klimaat te maken heeft, maar Prins vindt dat de komst van vluchtelingen „diep verbonden” is met het klimaatprobleem. Nu al. „Er gaan gewoon miljoenen mensen hierheen komen, daar moeten we mee dealen.”

Dan raakt ze afgeleid door een mier die tussen de kruimels van de vegetarische bitterballen wandelt. Ze doet haar best hem op haar vinger te laten kruipen. „Ik wil hem redden.”

Van der Heijden kijkt mee. „Als je hem gewoon laat lopen, kan hij zichzelf redden.” Prins krijgt hem niet te pakken.

Steven van der Heijden

Onder een vergrootglas

Voor het diner frissen de twee zich even op in hun hotelkamer. Als Van der Heijden beneden komt, heeft hij zijn groene Lacoste-polo verruild voor een geruit overhemd. De mouwen losjes opgestroopt. Het is niet koud, maar Prins heeft een grote donkere fleecetrui aangetrokken over haar zomerjurk. „De foto is nu toch al gemaakt.”

Hoe ze overkomt is belangrijk, heeft Prins gemerkt. Als publiek figuur ligt ze onder een vergrootglas: van vakantiefoto’s op Instagram werd een collage gemaakt – kijk eens hoeveel deze hypocriete activist gevlogen heeft! Vliegen heeft ze inderdaad niet helemaal afgezworen. „De laatste keer was naar Amerika, daar woont mijn vader. Twee jaar geleden.” Maar zelfs een foto waarop ze stond met een stopcontact werd uitgelicht, vertelt Prins. „Moet ik dan in een hut gaan wonen?”

De online haat valt haar tegen. „Elke dag willen mensen me wel vermoorden of verkrachten. Het is echt diepe vrouwenhaat. Dit gebeurt nooit bij mannelijke klimaatactivisten.”

Tijdens het voorgerecht vertelt ze over de strategie achter de acties van XR. Behalve de blokkades van de A12 zijn de activisten bekend van de schilderijenplakkers in musea, het vastketenen aan privévliegtuigen op Schiphol-Oost en de bezetting van Tata Steel. „De A12 is soort van mainstream geworden, dus nu kunnen we weer een stapje verder.” Vanaf september willen ze dagelijks de toegangsweg tot Den Haag blokkeren, tot de overheid stopt met het fiscaal bevoordelen van de fossiele industrie.

Acties kunnen Prins niet ontwrichtend genoeg zijn. „Millennials zijn nooit ergens de straat voor opgegaan. Nu zie je een nieuwe generatie die zegt: nee, we gaan geen handen meer schudden en in overleg met Shell. Dit zijn onze eisen. En anders plakken we ons dus vast aan de straat.”

Het enige wat ons nog van de ondergang kan redden: massale burgerlijke gehoorzaamheid

Hannah Prins

Houdt ze rekening met de publieke opinie? „Ja, maar het moet wel op het randje zijn van wat mensen oké vinden. Mensen waren woest toen er tomatensoep over die schilderijen werd gegooid. Maar op een snelweg staan was toen niet meer zo radicaal.” In mei stonden er zevenduizend mensen op de A12, zegt Prins. „Ik durf nu best te dromen van twintigduizend mensen. Dat is het enige wat ons nog van de ondergang kan redden: massale burgerlijke gehoorzaamheid.”

Van der Heijden speelt met zijn zilveren tafelmes en hoort het gloedvolle betoog van Prins met wisselende gelaatsuitdrukkingen aan. Soms glimlacht hij, soms schudt hij het hoofd.

Dan staaft Prins haar stelling, niet voor het eerst in het gesprek, met een beroep uit losse pols op wetenschappelijk onderzoek. Daaruit blijkt, zegt ze, „dat als 3 procent van de bevolking meedoet aan grootschalige burgerlijke ongehoorzaamheid, dat dán revoluties, of grootschalige veranderingen, nog nooit zijn mislukt. Oh, het is 3,5 procent by the way.” Ze somt voorbeelden op: de burgerrechtenbeweging in Amerika, de onafhankelijkheidsstrijd in India, het vrouwenkiesrecht…

Van der Heijden onderbreekt haar. „Hannah, Hannah! Het is heel simpel om vrouwen kiesrecht te geven. Dat is gewoon één wet en dat verandert niet de hele maatschappij.”

„Het is ook één wet om fossiele subsidies af te schaffen.”

„Ja, en dan dondert het hele systeem in Nederland in elkaar.”

Prins sputtert.

Van der Heijden: „Ja! Wel, want dat betekent dat de hele luchtvaart stil komt te staan. De hele productie van olie, gas, energie…”

Het is de kern van het verschil in hoe Prins en Van der Heijden denken. Hij zegt zich óók grote zorgen te maken, maar vindt dat het kapitalistische systeem behouden moet blijven. Daarbínnen moet gedaan worden wat mogelijk is. Zij gelooft dat redding binnen dat systeem niet kan. Al kan ze, als Van der Heijden doorvraagt, ook niet goed schetsen hoe een nieuw systeem er dan uit zou moeten zien.

Hannah Prins

Kruisraketten

Dan vertelt Van der Heijden iets waarvan Prins’ ogen wijd open gaan staan. „Ik stond in 1983 ook te protesteren, tegen de plaatsing van de kruisrakketen.”

„Oh ja?” De succesvolle zakenman, aandeelhouder en directievoorzitter van de een na grootste reisorganisatie van Nederland, met huizen in Amsterdam, de Beemster, Venetië en nabij Valencia, was ooit een linkse student?

„Wie niet? Als je niet links begint als student, waar eindig je dan? Ja, dan ga je PVV of Forum stemmen.” Van der Heijden is al jaren lid van D66 en lokaal stemt hij links. In de jaren tachtig heeft hij gedemonstreerd voor het recht op kraken, en hing hij rond bij de Unie van Studenten in Nijmegen, „een bijna communistische studentenvakbond”.

Hij vertelt over de grote krakersrellen in de binnenstad van Nijmegen, in 1981. Na het afbreken van zijn studie geschiedenis zat hij in militaire dienst. Terwijl zijn vrienden „op de barricaden” stonden, moest hij in de kazerne paraat staan om eventueel te helpen bij het ontruimen van het hem bekende kraakpand in de Piersonstraat. Gelukkig kwam dat bevel niet. „Dat is zo’n moment in de geschiedenis dat je denkt: wat zou ik doen?”

In voorbereiding op dit gesprek heeft Van der Heijden zich ook zo’n vraag gesteld: „Als ik nu 26 was geweest, had ik het dan ook aangedurfd om zo activistisch te zijn als jij? Ik hóóp dat ik het had gedaan. Misschien iets minder extreem dan jij nu doet.” 

Prins: „What háppened met die idealen van jou?”

„Ik word er niet op aangesproken. Niet door mijn eigen generatie. Wel door de volgende. De generatie van mijn kinderen.”

„Dat vind ik nou zó gevaarlijk.” Even klinkt Prins bijna wanhopig. „De mensen die op machtige posities zitten zeggen altijd: jullie gaan het oplossen. Nee, júllie zitten op machtige posities!”

Van der Heijden gelooft niet dat mensen zoals hij zo veel macht hebben. „Onze klanten bepalen wat wij doen. Als onze klanten massaal vliegvakanties blijven kopen, dan blijven wij ze aanbieden.”

De suggesties die Prins aandraagt om Corendon duurzamer te maken, wijst hij af. De trein, elektrische bussen, bestemmingen dichterbij? Kan allemaal niet, zegt hij, of nog niet. Maar binnen „het systeem” en „wat commercieel haalbaar is” doet hij wat hij kan, zegt Van der Heijden.

„Ik word binnen de luchtvaart wel gezien als klimaatactivist, kan je nagaan. Omdat ik zeg dat het best wat minder en wat duurder mag. Ik ben er bijvoorbeeld vóór om kerosine geleidelijk te gaan belasten.” Hij somt op wat Corendon al doet: de eigen hotels verduurzamen, de drie vliegtuigen van de Nederlandse vloot worden dit jaar vervangen door zuiniger toestellen, en ze mengen per vlucht 1 procent ‘duurzame’ brandstof bij.

Prins is niet onder de indruk. Het gaat te langzaam, vindt zij. Als dat zo doorgaat, herhaalt ze keer op keer, gaan we het niet redden.

„Een doemscenario”, noemt Van der Heijden dat.

Ze verbetert hem, zoals ze steeds doet als Van der Heijden haar overtuiging afdoet als haar waarheid. „Dit is hét doemscenario.”

Nu reageert Van der Heijden een beetje geërgerd. „Je hebt niet de wijsheid in pacht. Ja, je hebt heel veel wetenschappers achter je, maar…”

„Onderschrijf je dan niet wat er in de IPCC-rapporten staat?” Ze verwijst naar de alarmerende studies van het klimaatpanel van de Verenigde Naties.

„Wel, maar ik weet niet of dat ook het volledige einde van de leefbaarheid van de wereld betekent. Dat weet ik niet.”

Van der Heijden gelooft in „een narrow escape”, zegt hij. „Maar dan wel tegen een hele hoge prijs.” Uiteindelijk wordt de nood zo hoog, verwacht hij, dat er wél genoeg draagvlak zal zijn voor hele drastische maatregelen.

Prins komt van onbegrip haast niet meer uit haar woorden. „Een narrow escape voor hele rijke witte… Er sterven nu al miljoenen mensen per jaar! Wij kunnen hier nog aan deze tafel zitten. Maar zeg maar… Half Pakistan staat onder water! Die escape is dan dus wel alleen voor mensen zoals jij.”

Een beetje lucht

En dan moet het hoofdgerecht nog komen. Tournedos voor hem, couscous met portobello voor haar. De discussie gaat even op pauze, de Gaja uit 1997 komt erbij. Van der Heijden laat hem geroutineerd ronddraaien in zijn glas, Prins volgt zijn voorbeeld. „Zo?”

„Ja, hij moet een beetje lucht hebben. Hij heeft 26 jaar opgesloten gezeten in die fles.”

De eerste slok. Prins: „Het lijkt alsof het pure alcohol is, niet?”

„Nee, nee. Maar hij is wel vrij expressief.” Van der Heijden proeft rozen en teer, zegt hij. „En aardse tonen. Champignon-aarde, nat bos.”

Prins herkent de smaken niet. Ze drinkt langzaam en met kleine slokjes – ze zegt slecht tegen drank te kunnen. „Ik heb ook nooit drugs gebruikt.” Om haar moeder uit te dagen zei ze vroeger thuis weleens dat ze iets had uitgeprobeerd. Die begon dan altijd te lachen, omdat ze het toch niet geloofde.

Haar moeder heeft haar en haar vijf jaar jongere broertje grotendeels alleen opgevoed. Haar ouders gingen uit elkaar toen ze tien jaar was. Thuis bij haar moeder in Haarlem is een basis gelegd voor hoe ze nu naar de wereld kijkt. Ze aten vegetarisch en de kinderen gingen naar de vrijeschool. Ze werden gestimuleerd om zich uit te spreken over wat ze belangrijk vinden.

Haar moeder, zegt Prins, is altijd haar moeder en vader in één geweest. Na de scheiding ging haar vader in de VS wonen, ze zag hem sporadisch. Hoe gaat dat nu? „Nu zitten we wel in een goede flow. Hij steunt me. Alleen de verf op de schilderijen vond hij verschríkkelijk. Maar hij begint ook steeds meer klimaatartikelen toe te sturen.” 

Van der Heijden heeft twee dochters, allebei begin dertig. Twee maanden geleden is hij opa geworden. Hij wil geen vaste oppasdag, maar hoopt wel – „dat is natuurlijk een beetje een cliché” – dat hij een betere opa dan vader zal zijn. Toen zijn kinderen jong waren, was hij „altijd van huis”. Toen werkte hij ook al in de reiswereld.

Prins: „Hoe vaak was je er dan niet?”

„Ik denk 80 procent van de tijd. Dat dat geresulteerd heeft in een echtscheiding en discussie met de kinderen, is achteraf wel vrij logisch.” Toen dat gebeurde, hadden ze ongeveer de leeftijd die Prins had toen haar ouders uit elkaar gingen. Pas toen ze wat ouder waren, heeft hij zijn dochters eigenlijk echt leren kennen. „Sinds ze een jaar of vijftien zijn probeer ik een keer in de een of twee jaar met ze op reis te gaan, een-op-een.” Als kinderen eenmaal zo oud zijn, zegt hij, „valt er eigenlijk alleen nog maar te repareren”.

Prins ontdekt een fruitvliegje in haar dessert van mango-ijs. Met het hoekje van haar servet probeert ze het te vangen. Nog nooit heeft ze een mier of een spin doodgedrukt, zegt ze. Muggen wel. „Die tellen niet mee, nee. Verder vind ik alle dieren leuk.”

U is makkelijker

Bij het ontbijt vervalt Prins in haar oude gewoonte. Gevraagd of Van der Heijden is zoals ze verwacht had, zegt ze: „Ik vind u wel bezorgder…” Ze corrigeert zichzelf. „Je… Ik vind je bezorgder dan ik dacht.”

Hij lacht. „U is makkelijker, dan kan je een beetje bozer worden.”

Door die toenemende klimaatzorgen, zegt Van der Heijden, wordt zijn baan wel lastiger. „Het is een spagaat. Die bezorgdheid, en aan de andere kant vol doorgaan om je bedrijf succesvol te maken. Maar wat is het alternatief? Als ik stop, komt er iemand op mijn plek die hoogstwaarschijnlijk minder begaan is met het klimaat dan ik.”

Kan hij zich voorstellen dat mensen zijn zorgen vanwege zijn baan onoprecht vinden? „Jazeker.” Hij zoekt even naar woorden. „Gisteren hadden we het erover dat Hannah van kaas houdt.” Prins kan niet wennen aan een dieet zonder kaas, vertelde ze. Ook al weet ze dat kaas veel CO2-uitstoot veroorzaakt. Van der Heijden: „Dit is net zoiets. Ik weet niet beter. Dit is de biotoop waarin ik ben opgegroeid. Dit is mijn carrièrepad geweest. Dat is ook waar ik trots op ben.”

Al komt die trots wel „een klein beetje in de klem”. Hij was er altijd trots op dat hij anderen verder heeft kunnen helpen in hun carrière, zegt hij. „Maar dat is wel in mijn industrie geweest. Ik heb een heleboel fossiele leerlingen afgeleverd.”

Vindt Prins zijn zorgen oprecht? „Ja, zeker. Maar ik denk wel: please, je kan beslissingen nemen, je hebt invloed, je kent mensen.”

„Dat zei je gisteren ook. Dan vraag ik: wat dan? Wat kan ik doen binnen dit systeem? Dat is heel lastig te beantwoorden – ook voor jou.” Dat is waar het gesprek ook steeds vastloopt, stelt Van der Heijden vast. Hij vindt Prins „sprankelend” en „inhoudelijk”, maar ze is ook „compromisloos”.

Prins, een beetje verontwaardigd: „Hoe kan ik een compromis sluiten over de leefbaarheid van de aarde?”

„Nee, nee. Ik verwijt het je niet. Ik constateer het. Maar dat betekent dat praten een relatief beperkte betekenis blijft houden.”

Toch wisselen ze telefoonnummers uit. Bij vertrek – Van der Heijden moet naar een afspraak in Breda, zijn speed pedelec neemt hij mee in de trein – krijgt hij van Prins een omhelzing. „Jammer”, zegt ze, „dat we niet samen op het fietsje weg kunnen.”

Fotografie Merlijn Doomernik.