„Veel van mijn buren hadden hun stempas al verscheurd”, vertelt Stacey Leenders (34) in de Eindhovense volksbuurt Schouwbroek. „Die balen nu allemaal. Misschien valt er ineens tóch iets te kiezen.”
Een peiling van Maurice de Hond na het SBS-verkiezingsdebat op donderdag 16 november wees ineens de PVV aan als mogelijk grootste partij. Ook al betrof het op dat moment slechts één peiling van een peiler die volgens experts te weinig transparant is over zijn methodes, de toon voor een dramatisch slotakkoord was gezet. De slotpeiling van I&O Research peilt PVV deze dinsdag op 28 zetels, gevolgd door VVD en GroenLinks-PvdA op 27 – allen met een foutmarge van drie. Ipsos peilt maandagavond VVD op 29 zetels, twee meer dan PVV.
Ineens begon ‘strategisch stemmen’ deze week vrijwel ieder gesprek te beheersen. Berend Jan van Bruggen (46) uit Zwolle, een zorgmedewerker die met gehandicapte kinderen werkt, stemde eerder op de Piratenpartij en ging voor die partij ook de straat op, maar ontpopte zich in de laatste dagen van de campagne tot pleitbezorger van GroenLinks-PvdA. „Mijn dochter mag voor het eerst stemmen. Je kunt wel kiezen voor een Volt of een Dierenpartij, zei ik tegen haar, maar als je echt iets wilt bereiken, stem je beter strategisch. Misschien dat het via haar doordruppelt naar anderen.”
Wisseling van de macht
Bijna 13,3 miljoen Nederlanders mogen deze woensdag kiezen uit 26 partijen. Daarmee komt een einde aan een lange reeks interviews en debatten. En ook wie geen tv kijkt, zag deze in op maat geknipte fragmenten op de tijdlijn belanden. De kiezer kon middels een keur aan peilingen en stemwijzers zijn huiswerk doen, voor een verkiezing die na dertien jaar premier Rutte (VVD) hoe dan ook zal uitmonden in een wisseling van de macht.
Op wat voor campagne kijken kiezers terug? Heeft die hen geholpen in hun keuze of zat de campagne hen juist in de weg? NRC sprak na het weekend twaalf kiezers uit verschillende provincies, die eerder meededen aan het NRC-buurtonderzoek dat van 17 tot en met 31 oktober plaatsvond. De keuze viel op deze twaalf omdat zij tijdens het buurtonderzoek veelal nog ‘zwevende’ waren, verschillende partijen overwogen en verspreid door Nederland wonen.
Uit het NRC-buurtonderzoek, een uitgebreide rondgang door Nederland – 336 kiezers in 24 buurten – kwam eerder een beeld naar voren van een land dat zich in een tijd vol geopolitieke turbulentie naar binnen keert en niet meer verwacht dat politici een oplossing in petto hebben voor de problemen die worden ervaren.
Dat gebrek aan vertrouwen is ook zichtbaar in hoe kiezers de campagne hebben ervaren. „Ik ben helemaal overvoerd”, zegt pedicure in ruste Manon (54, ze wil alleen met haar voornaam in de krant) uit het Zeeuwse Ouwerkerk. „Echt in elk programma dat je aanzet zitten politici te blabla-en. En dat tegenover elkaar zetten, sorry, nee ik ben daar een beetje mee gestopt eigenlijk.” Zelfs voor fotograaf en milieujurist Meijco van Velzen (66) uit het Oost-Groningse Wedde, een politieke veelvraat die ook buiten campagnetijd Haagse debatten kijkt via NPO Politiek, was het ditmaal wat veel. „Waarom moet ook Vandaag Inside [van oorsprong een voetbalprogramma, red.] zich met dit soort zaken gaan bemoeien?”
Volgens Zwollenaar Van Bruggen werd er te weinig dóórgevraagd in de campagne. „Yesilgöz (VVD), bijvoorbeeld, die telkens zegt vooruit te willen kijken en een heel nieuw verhaal te hebben. Het is telkens drie minuten, een aantal linetjes droppen. En weer door. Dat ze bij het Jeugdjournaal niet doorvragen begrijp ik ook nog wel, maar verder…”
Twee weken te lang
De campagne kwam laat op gang, signaleert Marian Scholtmeijer (58) uit Gouda, die in het dagelijks leven activiteiten voor demente ouderen verzorgt. De debatten brachten haar bovendien weinig duidelijkheid. „Ik heb ze ook wel eens uitgegooid omdat ik denk: dit is echt een kippenhok, ik kan niet volgen wie wat zegt.”
Voor ten minste één partij lijkt de campagne twee weken te lang te hebben geduurd. Nieuw Sociaal Contract (NSC) peilde op 8 november nog 28 zetels in de Peilingwijzer en lijkt twee weken later volgens een peiling van I&O met 21 zetels genoegen te moeten nemen.
Berend Jan van Bruggen uit Zwolle geeft via de telefoon een imitatie van de vaak hardop twijfelende partijleider Omtzigt ten beste: „Of ik premier wil worden? Ik weet het niet, of nee, ik weet het wel.” „Chapeau hoor, het is een groot tacticus. Elke keer als hij even uit beeld dreigde te raken, kwam hij weer met zo’n speculatie en stroomde heel Nu.nl weer vol.” Toch betwijfelt Van Bruggen of alle aandacht wel het door Omtzigt gewenste effect sorteert.
Dat Pieter Omtzigt hardop twijfelt, nam kiezers aanvankelijk voor hem in, maar naarmate de campagne langer duurde en zijn twijfel meer begon te lijken op besluiteloosheid, sloeg ook de twijfel bij veel kiezers toe. Stacey Leenders’ gevoel zegt nog altijd Omtzigt, „maar iets in mij twijfelt. Of-ie premier wil worden of niet, dat vind ik niet eens het belangrijkste. Hij zegt heel veel, maar ik weet soms gewoon niet wat hij met al die woorden bedoelt.”
Toch houden anderen, zoals Lucas Eefting (38), chemisch operator uit Odoorn, gewoon vast aan hun keuze. „Ik had het druk, dus ik heb weinig van die campagne meegemaakt. Ik zat al een beetje richting Omtzigt en ik denk dat dat hem wel gaat worden.”
Kleine verschillen
De Apeldoornse dierenfysio in opleiding Samantha Boersma (21) valt op dat de partijen eigenlijk heel dicht bij elkaar zitten. „Het lijkt soms alsof partijen in deze campagne bang zijn de verschillen te veel te benoemen”, analyseert ze. „Het gevolg is dat ik twee dagen voor de verkiezingen nóg niet goed weet waar ik op moet stemmen.”
In de ogen van Mick van der Woude, een 23-jarige app-ontwikkelaar uit Dronten, zijn de lijsttrekkers niet bereid om ook écht het land te gaan leiden. „Voorheen was er altijd een partijleider die zei: ik wil regeren en dan wil ik premier zijn. Het lijkt erop dat ze allemaal wel willen regeren maar niet premier willen zijn.” Van der Woude is door de campagne juist nog meer gaan zweven dan hij al deed.
Dat de verkiesbare partijen het over een aantal centrale thema’s heel erg eens zijn met elkaar ziet ook 29-jarige projectmanager en circulair ondernemer Hillejan Hellema uit Leeuwarden. „Ik heb de stemwijzer gedaan en dan komt er een uitslag waarvan je denkt: dat had ik niet verwacht.” Eén kleine wijziging in de antwoorden kan de uitkomst al op de kop zetten, merkte Hellema. „Dan verander je één antwoord en staat er een heel andere volgorde.”
Er moet één peiling zijn
Adil Laachir (28) – in de ziektewet, maar wel actief als vrijwilliger bij een jongerencentrum in Kerkrade – stoort zich aan de verschillen tussen peilingen en de invloed die peilers zo op kiezers hebben. „Ik vraag me nog altijd af waarom ze niet een algemeen punt maken voor iedereen, dat je dat gewoon via DigiD kunt invullen. Desnoods met blockchain-technologie ofzo. Dat er één plek is waar het volk wordt gepeild, zoals er in de coronatijd ook één website van de overheid was waar burgers terecht konden. Via zo’n site zou je het volk bovendien ook vaker kunnen raadplegen over wat er gebeuren moet.”
Volgens I&O Research twijfelde 60 procent van het electoraat deze maandag nog tussen partijen en had nog eens circa 10 procent van de kiezers helemaal geen idee wat het woensdag gaat worden. Veel kiezers lijken pas in het stemhokje te besluiten welk vakje ze rood maken.
Zowel ter linkerzijde als ter rechterzijde lijkt de calculatie over wie straks de grootste gaat worden daarbij de doorslag te geven. De kiezer wil deze verkiezingsronde niet alleen meepraten, de kiezer wil ook de macht. „Mijn stem gaat sowieso strategisch naar de PVV”, zegt Peter van Dijk (38), bloemenexporteur in Alkmaar. „Om de VVD en vooral om Timmermans uit de top te houden.”