De kern van troost zit hem in het ‘kleine goede’, laat Dirk De Wachter zien

Recensie

Iedereen leest Op deze plek schrijft NRC over de populairste boeken van dit moment. Deze week: troostende woorden van de Belgische psychiater.

Waarom zijn we op zoek naar troost? En waarom zijn kunst en literatuur zo belangrijk? Niemand die dat zo eenvoudig weet uit te leggen als de Belgische psychiater Dirk De Wachter.

In Vertroostingen. Gewone woorden van Dirk De Wachter, dat hij schreef nadat hij in 2021 werd gediagnostiseerd met darmkanker, legt hij een verbinding tussen het besef van onze sterfelijkheid en de behoefte aan troost. Zo schrijft hij: „Zittend bij onze doden begon de mens verhalen over vroeger tijden te vertellen (…) De mens zou rond het stoffelijk overschot dansen en liederen zingen. Er werd een steen gekapt en mensen schilderden portretten. In die mate geldt dat de dood, en dus de troost voor de eindigheid van het leven, zich manifesteert in het religieuze en in de kunst.”

Net als de historicus Michael Ignatieff, die in zijn boek Troost (2021) eveneens schrijft over het belang van kunst en filosofie in helse tijden, put De Wachter kracht uit de muziek van Bach, Leonard Cohen of – hoe onverwacht ook – uit de zwartgallige roman Anéantir (Vernietigen) van Michel Houellebecq waarin het hoofdpersonage kanker heeft en sterft.

De Wachters eigen ziekbed, waar hij onlangs in NRC over vertelde, scherpte hem in zijn vragen: hoe omgaan met het eindig-zijn? Als zelfverklaarde ‘non-theïst’ die het katholicisme is ontgroeid wijst hij in Vertroostingen op de waarden barmhartigheid en naastenliefde van het christelijk humanisme. De kern daarvan vindt hij terug in het ‘kleine goede’. Zelf ondervond hij dit in het ziekenhuis, waar de chirurg dagelijks kwam vragen hoe het met hem ging. Ja, inderdaad, een glimlach, een hand, een schouderklop. „Iets heel klein menselijks, maar dat zo wezenlijk is voor het menselijk bestaan.” Daar gaat het om. De Wachter verwijst dan ook naar de filosoof Levinas die ‘het kleine goede’ omschrijft als: de menselijkheid van de ene mens voor de ander.

Een glimlach, een schouderklop. Daar gaat het om

Dat is een helder uitgangspunt, en een dat succes boekt in deze seculiere tijden. Filosoof René Gude, die in 2015 overleed aan botkanker, wist met diverse boekjes al heel wat lezers op te beuren met zijn ‘filosofie als humeurmanagement’. Nu is het dus De Wachter die op zijn beurt troost biedt. Je zou kunnen denken: lekker makkelijk, hier hebben we de zoveelste BN’er die munt probeert te slaan uit de collectieve wanhoop naar zingeving. Toch weet De Wachter dat te ondervangen.

Zo wijst hij op ‘pseudotroost’: de coaches en half therapeutische pakketten waarin troost tegen betaling als consumptieproduct wordt aangeboden. Vanuit dat besef pleit hij ervoor om groot verdriet niet weg te drukken maar te zien als ‘een ding met stekels’. „Wikkel het in, omzwachtel het met verhalen en woorden, met schoonheid en nabijheid. Pak het zo in dat je het onder je arm mee kunt dragen.”

Een pastoor is De Wachter niet, maar hij weet met zijn non-theïsme de lezer wel degelijk een steuntje in de rug te geven. God of geen God, we zullen het met elkaar moeten doen.