N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
NSC Nieuw Sociaal Contract moest in een paar weken 44 kandidaat-Kamerleden uit ruim 2.400 aanmeldingen selecteren. Snelle screening en inhoudelijke groepsgesprekken boden uitkomst.
In vijf weken tijd van 2432 aanmeldingen naar een lijst met 44 kandidaat-Kamerleden. Hoe heeft Pieter Omtzigt dat met zijn partij Nieuw Sociaal Contract voor elkaar gekregen? „Als Pieter me dat van tevoren gevraagd, had ik hem gezegd dat het een onmogelijke opgave was”, zegt Kilian Wawoe, HR-specialist van beroep en binnen het partijbestuur van NSC verantwoordelijk voor het selectieproces. Wawoe, eerder personeelsmanager bij ABN Amro, had half augustus op 500 à 600 aanmeldingen gerekend. Die waren er al binnen een paar dagen. „Ik schrok en dacht: moeten we het aanmelden stilleggen? Dat hebben we niet gedaan, je wil geen expertise mislopen.” En dus breidde Wawoe het team dat de selectie en screening zou doen snel uit van negen naar 25 mensen.
Afgelopen dinsdag kwam Omtzigt met zijn langverwachte lijst. Wat opvalt, is dat veel kandidaten deskundig zijn op de twee grote thema’s die Omtzigt in zijn verkiezingscampagne wil aankaarten: de bestuurscultuur bij de overheid en bestaanszekerheid, van armoede en woningbouw tot (jeugd)zorg. Dat is „een hele bewuste keuze” geweest, zegt Wawoe. „De kandidaten moeten het verhaal van de partij zijn.”
Een voorbeeld daarvan is de nummer 3 op de lijst, strafrechter Judith Uitermark. Zij is gespecialiseerd in mediation, een vorm van bemiddeling die moet voorkomen dat conflicten tussen burgers bij de rechter belanden. „Dat past bij uitstek bij onze partij”, zegt Wawoe. „Wij geloven in een samenleving waar mensen hun conflicten ook zelf kunnen oplossen. Als we stoppen met procederen over tuinhekjes, kan de rechterlijke macht zich op het echt belangrijke werk concentreren.”
Onrecht is rode draad
Een belangrijke rode draad in de ervaringen en motivatie van kandidaten is onrecht dat burgers door de overheid is aangedaan. Zo is nummer 18 Faith Bruyning zelf slachtoffer van het door Omtzigt aangekaarte toeslagenschandaal. Bruyning kreeg in Almere bekendheid door ‘Number 90’ te openen, een ruimte waar slachtoffers en ambtenaren kunnen samenkomen.
Annemarie Heite, de nummer 22, voerde jarenlang strijd met de overheid om de aardbevingsschade aan haar boerderij in Groningen vergoed te krijgen en werd een bekende Groningen-activist. Ze werkt inmiddels voor de Nationaal Coördinator Groningen, de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de versterkingsoperatie.
Het valt bij meer kandidaten op: ze willen hun slechte ervaringen met het systeem gebruiken om het systeem van binnenuit te hervormen. Diplomaat en nummer 4 Caspar Veldkamp bijvoorbeeld, oud-ambassadeur in Griekenland en Israël en tot voor kort bewindvoerder bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, heeft in het buitenland gestreden voor „het waarborgen van goed bestuur en het tegengaan van corruptie en vriendjespolitiek”, schrijft hij op de site van NSC. Veldkamp heeft ingezien dat er ook in Nederland „rechtvaardiger en transparanter bestuur” nodig is, bijvoorbeeld rond internationale benoemingen.
Veel kandidaten hebben politieke ervaring. Ongeveer de helft was eerder actief of betrokken bij een landelijke of lokale partij. Voor een nieuwe partij die zo snel met een kandidatenlijst moet komen is dat cruciale ervaring, zegt Kilian Wawoe. „LPF-taferelen willen we voorkomen. Je kunt niet hebben dat geen van je mensen weet hoe je een motie moet indienen.”
CDA als hofleverancier
Het CDA is hofleverancier: maar liefst zestien kandidaten, meer dan een derde, waren eerder lid of actief voor de christendemocraten. Weinig van hen vervulden nu nog een prominente rol binnen de partij. De bekendste actieve politicus is het Amsterdamse raadslid Diederik Boosma, die deze week zijn zetel teruggaf aan het CDA. Verder zijn het vooral oud-Kamerleden, zoals Eddy van Hijum en Wytske Postma, of voormalig lokale CDA-politici, zoals Isa Kahraman (twaalf jaar raadslid in Rijssen-Holten) en Sander van Waveren (tien jaar raadslid in Utrecht).
Het was voor NSC geen aanbeveling of minpunt als een kandidaat een verleden bij het CDA had, zegt Wawoe. „Deskundigheid gaf de doorslag. En bij veel ex-CDA’ers kun je denken: hoe CDA zijn ze nu nog?”
De enige overstapper vanuit de VVD is Folkert Idsinga, fiscalist en tot begin deze maand Kamerlid voor de liberalen. Een paar kandidaten zijn of waren eerder actief voor een lokale partij, en twee jonge kandidaten komen opvallend genoeg van Perspectief, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie: Jesse Six Dijkstra (nummer 9) en Simon Pouwelse (nummer 34). Perspectief-voorzitter Nathánaël Post werd dinsdag verrast door de lijst en wist niet dat zijn leden voor Omtzigt hadden gekozen. „Ik was wel even verrast en baalde, je wil talenten in de partij houden. Maar natuurlijk zie ik ook raakvlakken: Omtzigt is een sociale man.”
Weren gelukszoekers
Diversiteit was geen expliciet streven op de NSC-lijst, maar bijna de helft van de kandidaten is vrouw (20 van de 44). Terwijl zich volgens Wawoe veel meer mannen hadden aangemeld. Vijf kandidaten hebben een biculturele achtergrond. De regionale spreiding over Nederland, wat een belangrijk punt lijkt omdat Omtzigt het kiesstelsel wil hervormen tot een regionaal districtenstelsel, valt tegen: de Randstad is ten opzichte van de overige provincies oververtegenwoordigd. Wawoe erkent dat, maar relativeert het als volgt: „Er staan bijvoorbeeld twee Zeeuwen op die niet meer in Zeeland wonen. Wij zeggen: liever een goede Zeeuw die nu in Den Haag woont, dan een minder goede Zeeuw die nog in Zeeland woont.”
Lees ook: Dit zijn de steunpilaren van Pieter Omtzigt
De vraag der vragen bij NSC is: hoe smeed je zo snel een team dat op de grote politieke onderwerpen hetzelfde denkt? Van de ruim 2400 aanmeldingen mochten 180 kandidaten op gesprek komen, en gingen er tachtig naar een tweede ronde. Alle kandidaten moesten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanleveren, en hun social media-accounts werden gescreend. Potentiële kandidaten werd geadviseerd hun accounts op te schonen en politiek gevoelige of al te persoonlijke berichten te verwijderen. „Dat was een advies, geen oekaze”, zegt Wawoe.
Te pro-Russisch valt af
De laatste selectieronde vond pas afgelopen weekend plaats, op een landgoed in Doorn. Om de eensgezindheid te bevorderen, moesten kandidaten in groepjes opschrijven hoe ze over een bepaald thema denken. Of de militaire en politieke steun aan Oekraïne moet worden voortgezet bijvoorbeeld, of dat zij zich kunnen vinden in de nieuwe Transgenderwet, die het laten aanpassen van het geslacht op je paspoort makkelijker maakt. Dat leidde soms tot moeilijke gesprekken of het besluit toch niet met een kandidaat door te gaan, zegt Wawoe. „Als iemand bijvoorbeeld te pro-Russisch was en de steun aan Oekraïne helemaal wilde afbouwen.” Of die opdrachten straks meningsverschillen in de nieuwe NSC-fractie kunnen voorkomen? „Je weet het nooit zeker”, zegt Wawoe, „maar ik acht de kans dat onze kandidaten fundamenteel anders denken echt klein”.