Sam Newbould levert een parel in de dagverse jazzvangst
Gek hoe dat soms kan gaan, dat een melodie zich ijlings in je oor nestelt. Alsof die je al lang bekend is, als even vertrouwde als troostrijke klank, maar dan nét niet helemaal. Zo gaat het met jazznummer ‘Barba tenus sapientes’ (wat iets betekent als ‘wijs zover als zijn baard rijkt’). Een titel die de Britse saxofonist Sam Newbould dan letterlijk op het lijf mag zijn geschreven – zijn flinke hipsterbaard is niet te missen – maar hem tegelijkertijd te kort doet. Want wat een pakkende, gevoelvolle en uplifting aftrap is dit van een album waar überhaupt veel op te ontdekken valt.
Sam Newbould, de in het dorpje Bell Busk op het platteland van Yorkshire (in het noorden van Engeland) geboren saxofonist, kwam in 2016 naar Amsterdam voor een jazzstudie aan het conservatorium. Ook hij is zo’n uitblinker in die talentvolle lichting internationale jazzstudenten die zo in Nederland heeft weten te wortelen. Zijn internationale band, het Sam Newbould Quintet, is er exemplarisch voor met de Israëlische drummer Guy Salamon en Spaanse pianist Xavi Torres, beiden twee opvallende bandleiders met eigen frisse jazzavonturen.
Hij bracht in eigen beheer de plaat Blencathra (2019) uit en was finalist van de Dutch Jazz Competition 2020. Dankzij het winnen van een opnamebudget bij de Keep An Eye Foundation kwam in 2021 de opvolger, Bogus Notus. Homing is met elf stukken zijn nu al derde plaat, en wát een pareltje in de dagverse jazzvangst.
Cirkelend rond de vraag wat voor iemand een thuis kan zijn, hoe en waar te aarden valt, is dit Newboulds meest persoonlijke album. De Brit, die ook een master filosofie heeft, heeft gemerkt hoe zijn gevoel van ‘thuis’ als muzikale immigrant in Amsterdam met de jaren veranderd is.
Op Homing valt Newboulds soepele, welsprekende sound op. Op zowel sax als klarinet trekt hij lijnen in moderne, gewelfde architectuur. Soms komt dat nog wat clean over – laat die rafels van emotie er maar bij hangen, wil je hem aanmoedigen. Maar unisono of meerstemmig met Bernard van Rossum op tenorsaxofoon en soms ook nog de zang van vocalist Beth Aggett, toont hij vele kanten in een warme, rijke sfeer. Pianist Torres mengt er, op piano en wurlitzer, nog extra kleuren in.
De filmische, verhalend opgebouwde composities van Newbould laten volop licht door. Zijn kwintet, met ook nog bassist Jort Terwijn, krijgt op Homing alle ruimte langs ogenschijnlijke paradoxen: humor (een speelse ‘Dog Dance’) tegenover melancholie, drama naast gekte, virtuositeit naast eenvoud. Het stuk ‘Anglesey’ lijkt een bewerking van het aloude ‘Angel Eyes’. Maar de saxofonist verkent ook nieuwe wegen, zoals de loops die hij opnam voor het zwierige ‘Twinkle twinkle’, waarover hij dan improviseert. Homing is een gelaagd album dat Sam Newbould terecht een plek op komend North Sea Jazz heeft bezorgd.
Peggy Gou maakt een levenslustige reis langs klanken en stijlen
Peggy Gou (32) heeft meerdere talenten. Van modestudent werd ze dj, toen stylist, toen muzikant. Gou, die geboren werd als Kim Min-ji, reisde van geboorteland Zuid-Korea naar Londen om te studeren, naar Berlijn om dj te worden, en weer naar Londen om onder leiding van wijlen Virgil Abloh, de Amerikaanse modegoeroe, een eigen kledinglijn te lanceren. Ze hoefde niet zelf te ontwerpen, hij vond haar charisma al genoeg aanleiding om een collectie te beginnen, onder de naam Kirin.
Gou bekwaamde zich intussen in de muzieksoftware Ableton en begon eigen nummers te maken. Nu is ze sinds eind van het vorige decennium een internationale top-dj die optreedt op feesten en festivals, en nooit langer dan twee dagen op dezelfde plaats is, én ze is geliefd als muzikant.
Haar eerste liedje ‘Art Of War’, uit 2016, was een minimalistisch, instrumentaal nummer. Na een reeks singles en ep’s verschijnt deze week eindelijk het debuutalbum I Hear You. Na de repetitieve nummers heeft ze zich ontwikkeld tot een popprinses van de dansvloer: de liedjes hebben vocalen en refreinen, en worden ondersteund door vrolijke ritmes die de monotonie mijden, zoals al te horen was op haar grote zomerhit van vorig jaar ‘(It Goes Like) Nanana’. Een nummer dat onder meer viral ging op TikTok.
Door de gebruikte klank en instrumenten is het verleidelijk om Gou een liefde voor muziek uit de jaren negentig toe te schrijven. Die zou blijken uit invloeden als van Crystal Waters, bekend van de hit ‘Gypsy Woman’, en andere popachtige housetracks uit die tijd.
Maar het ligt anders. Gou’s smaak werd ooit gevormd door de K-Pop die haar omringde in geboortestad Incheon – vlak bij Seoul – en door haar verhuizing rond 2006 naar Londen waar ze zich kon laven aan de destijds populaire housescene. Haar eigen muziek is een reis langs internationale stijlen en klanken, zowel langs calypso als minimal house.
Zelf heeft Gou een nogal dunne stem die meezweeft op de beats. De smachtende falset in ‘I Believe In Love Again’ en de flinterdunne maar strelende gitaarriff in het refrein, zijn van zanger Lenny Kravitz. Ondanks een clichématig keyboard is het een levenslustig dansnummer.
De stoere frasen in ‘All That’ komen van de Puerto Ricaanse rapper-zangeres Villano Antillano. En openingstrack ‘Your Art’ baseerde Gou op het gedicht Your planet seen from within van de IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson.
Zo zocht Gou haar muzikale elementen bij elkaar. Gevolg daarvan is dat de nummers op I Hear You onderling weinig samenhang hebben, in stijl en textuur. Ze schieten van springerige clubsound in ‘(It Goes Like) Nanana’ naar een kitscherig quasi-Koreaans loopje in ‘Seoulsi Peggygou’ of de spoken word van ‘Your Art’. Binnen hun eigen kaders zijn ze stuk voor stuk geslaagd.
Ploegendienst – DSM-5
De band rond punkzanger Ray Fuego geeft woeste optredens, zoals binnenkort op Pinkpop. Hun tweede album DSM-5 (naar het handboek van psychische aandoeningen) is weer sneller en strakker, zonder franje, maar vol staccato woede (‘Ik pis in je soep’). Spinvis fulmineert ironisch mee in twee nummers, tegen mensen die zogenaamd interessant doen (in ‘Interessant’) en tegen ‘Mensen In Het Algemeen’. (Hester Carvalho)
Ayra Starr – The Year I Turned 21
De stem van de 21-jarige Ayra Starr, uit Nigeria, heeft een smeulende klank, die op haar tweede album weer mooi combineert met de verleidelijk deinende elektronica en afroritmes.
Starr zingt voor jong en oud, zegt ze, en raakt inderdaad de juiste snaar: van zwoel tot introspectief, van uitbundig tot doorleefd, zoals in het ontroerende ‘The Kids Are Alright’, over haar overleden vader. (Hester Carvalho)
Candy – It’s Inside You
Een van de beste shows van Roadburn de afgelopen jaren duurde nog geen half uur: de Amerikaanse hardcoreband Candy overrompelde het festival in no time. Hopelijk komen ze hun nieuwe plaat ook weer spelen. Het is een geweldige mix van hardcore punk, elektronica en industrial. Kei- en keihard, en toch intelligent, muzikaal en ook nog eens met onweerstaanbare groove. Hardcoreplaat van het jaar. (Peter van der Ploeg)
Jason Treuting – Go placidly with haste
Componist en slagwerker Jason Treuting (van So Percussion) bedrijft akoestische kungfu op fluistertoon. Maar hij gaat ook gecontroleerd uit zijn plaat in een heimelijke drumsolo met elektronica, verknipt ruis en rammelgeluidjes met spoken word. En laat zijn vrienden Ierse fiddle spelen of liedjes zingen. Je moet even goed luisteren, maar dan heeft hij je te pakken. (Joep Stapel)
Sasha Witteveen – Into the Light
Contrabastalent Sasha Witteveen (2003) heeft een origineel en volstrekt overtuigend debuutalbum gemaakt. Het titelstuk ‘Into the Light’ is een uitgesponnen reis van chaos naar licht van Dmitri Smirnov. Het hoogtepunt is de uitzinnige volks-virtuoze solo ‘The falling seagull’ van Xavier Dubois Foley, waarin Witteveens bas danst en zingt. Ook met Rachmaninov, Bottesini en David Anderson. (Joep Stapel)