De jaarlijkse anatomieles in de bioscoop: welke horror kijk je deze Halloween?

Het is Halloween, ofwel de jaarlijkse anatomieles in de bioscopen. Horror wordt steeds populairder. En steeds smeriger, blijkt uit het aanbod dit jaar. Sinds het hoogtij van de martelporno, met Saw en Hostel, waren er niet zoveel organen in beeld.

De succesvolste horrorfilm in de bioscoop wordt vermoedelijk Smile 2. Deel één was de horrorhit van 2022. Een demon liet mensen glimlachen van oor tot oor voordat ze zelfmoord pleegden voor de ogen van een toeschouwer die dan het volgende slachtoffer is. Simpel en daarom juist effectief: kijkers konden niet wachten om glimlachend achter hun partner te verschijnen als die voor de spiegel stond. Glimlachen bleek echt aanstekelijk.

Smile 2 is dezelfde film als de eerste, maar groter en ambitieuzer. Popster Skye Riley ligt nu op de haktafel. Zij zag haar drugsdealer zelfmoord plegen, en nu ziet ze overal glimlachende griezels.

Het grotere budget van het tweede deel betaalt zich uit. Shots zijn magistraal. Scènes waarin Riley haar dansroutine oefent met achtergronddansers zijn een macaber ballet en doen denken aan Dario Argento’s arthorror Suspiria. In andere scènes glijden camera’s ondersteboven door New York, een grot met wolkenkrabbers als stalactieten. Die shots betoveren, verdoven, zodat je het niet verwacht als er weer een spook in je blikveld springt. In geen film schrik je meer dan Smile 2. Voor 12 euro zeker tien hartverzakkingen.

Ook het thema is ambiteuzer: niemand gelooft Riley omdat ze denken dat het de kapsones van een ster zijn. Een hele industrie rekent erop dat zij haar verplichtingen nakomt, ongeacht de gevolgen.

Maar Smile 2 is ook saai. Alle stadia van de bezetenheid worden traag afgewerkt: van ongeloof, via acceptatie, tot verzet. Gen Z zat zeker 30 procent van de speeltijd op hun telefoon in de bioscoop waar ik zat. Ik nam het ze niet kwalijk.

Voor een horrorfilm zonder enig ontwarbaar verhaal moet je naar Terrifier 3. Volledig samen te vatten als: Art the Clown houdt van moorden; liefst zo misselijkmakend mogelijk. Deze lowbudgethorror is een nog groter succes dan deel twee. Terrifier 3 verslaat momenteel zelfs die andere clown, Joker: Folie à Deux, in de Amerikaanse bioscopen.

Terrifier 2 eindigde met de onthoofding van Art. Onverklaarbaar staat hij in het derde deel op uit de dood en gaat hij zitten in een schommelstoel. Om vervolgens vijf jaar lang griezelig te wiegen, tot hij verstoord wordt en zijn moordlust hervindt.

Daarna volgt twee uur lang (!) gruwelijke moord. Met kerstthema. Art the Clown blaast kinderen op in een kerstmannenpak. Hij behangt de kerstboom met darmen. En uiteindelijk richt hij zich op final girl Sienna, de enige die hem overleefde.

De lol? De moorden zijn altijd net iets gruwelijker, net iets ranziger dan je kunt bedenken. Je ziet ze al zitten in de schrijfkamer: ‘Iets met ratten en een slokdarm, daar móét wat in zitten.”

Het werkt omdat Art the Clown zo’n grappig, doodeng cultmonster is. Hij haalt een kinderlijk geluk uit moorden. Achteraf wijst hij naar zijn slachtoffers en lacht hij ze uit, wrijvend over zijn buik als een mimespeler.

Er zit wel een grens aan hoe lang dit grapje leuk is. En de grootste gruwel is de gedachte dat er waarschijnlijk nóg een twee uur lang deel aankomt. Alhoewel, zonder de Terrifier-franchise stort vermoedelijk de Noord-Amerikaanse nepbloedmarkt in.

In Azrael wordt maar één persoon ontdaan van ingewanden. De jonge Azrael (betekenis: engel des doods) wordt opgejaagd door een sekte die mensen offert aan bosmonsters. Praten hebben ze ongoddelijk verklaard, dus de film bevat bijna geen dialoog. Die stilte laat veel onduidelijk: wat wil de sekte, wie is hier de goeierik? Dat geeft de film mysterie en spanning, die aan het einde grandioos wordt ingelost. Mede dankzij een brommend geluidsontwerp en het hoge tempo blijft Azrael spannend als de hoofdpersoon van de ene naar de andere kant van het bos wordt gejaagd. Toch laten de personages je grotendeels onberoerd. Samara Weaving speelt elke emotie ongeloofwaardig hevig. En de sekte is zó generiek dat je je interesse verliest: pijen, kerkjes, enge tekeningen en bouwseltjes van twijg.

Voor degenen zonder sterke maag is er nog Venom: the Last Dance. Het laatste deel van superheldenfabriek Marvels antiheldenserie is strikt genomen geen horror, maar er worden genoeg hoofden afgebeten om toch een Halloween-gevoel te krijgen.

In eerdere delen zagen we Eddie Brock (Tom Hardy) kennismaken met Venom: een alien die in zijn lichaam komt wonen. Venom is barbapapa uit de hel, en kan veranderen in alles, van paarden tot monsters met grote rijen tanden.

De plot van het derde deel uitleggen is doelloos. Alien Knull zit vast op Klynta. Zijn enige hoop op vrijlating is de codex, die alleen te zien is in een volledige symbioot. Exact het soort sciencefictionnonsens waar superheldenfans zo moe van zijn: portalen, non-descripte monsters. Alleen de naam van de slechterik is ditmaal goed gekozen: Knull, koning van de leegte.

Het dreigt een invuloefening te worden – nog eenmaal cashen voor alle betrokkenen – maar Tom Hardy sleept er nog wat lol uit. In The Last Dance heeft hij zijn Jekyll and Hyde-routine geperfectioneerd. Hij kibbelt met de alien in zijn hoofd, wandelt als kind aan de anabolen door een wereld die hij niet begrijpt. En als hij wordt overgenomen door Venom zwiept hij heen en weer als een gebroken marionet. Dat is een echte ster: een totaal mislukte film nog enigszins leuk maken.