In Beeld De fotoredactie van NRC selecteert elke week de indrukwekkendste, mooiste en beste nieuwsfoto’s die binnenkomen op de redactie. In de week dat in Syrië feest werd gevierd na de val van Bashar al-Assad, kwamen in Den Haag zes mensen om het leven bij een explosie, werd de gerestaureerde kathedraal Notre-Dame in Parijs officieel heropend en demonstreerden boeren in de Franse stad Dijon tegen het Mercosur-akkoord.
In Beeld De fotoredactie van NRC selecteert elke week de indrukwekkendste, mooiste en beste nieuwsfoto’s die binnenkomen op de redactie. In de week dat in Syrië feest werd gevierd na de val van Bashar al-Assad, kwamen in Den Haag zes mensen om het leven bij een explosie, werd de gerestaureerde kathedraal Notre-Dame in Parijs officieel heropend en demonstreerden boeren in de Franse stad Dijon tegen het Mercosur-akkoord.
Je was ze bij wijze van spreken bijna gaan missen, de grenscontroles die sinds het vrije verkeer van goederen en personen binnen de zogenoemde Schengenzone, bijna dertig jaar geleden, waren verdwenen. Je was het bijna gaan missen; het nerveuze zoeken naar paspoorten bij het naderen van een grens, de opluchting als je mocht doorrijden, de tevredenheid dat je kennelijk braaf genoeg was om na slechts één blik in het voertuig een rit ongestoord te vervolgen, het vreemde land in. En je werd je van dat licht melancholische gevoel pas weer bewust toen je als automobilist, sinds afgelopen maandag, niet meer met vredig welbehagen kon kijken naar verlaten kantoortjes van strenge douaniers die er niet meer waren. Maar jezelf ineens, net als lang geleden, weer moest gaan beschouwen als iemand die niet alleen een nuttige zakenreis of een gezellige vakantiereis maakt, maar ook als iemand die wellicht kwaad in de zin heeft. Die onderworpen kan worden aan controles door douaniers die met stugge gelaatsuitdrukking een blik in je kofferbak werpen, en hinderlijk routineus om je paspoort vragen.
Bij de grens tussen de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk, nabij Luxemburg, vindt de douane jezuïeten die het land proberen binnen te komen, verstopt in zakken op een boerenkar. Spotprent uit 1828, op de verdrijving en uitzetting van de jezuïeten over de Belgische grenzen, die ze zonder verlof hadden overschreden na uit Frankrijk te zijn geweken. Beeld RijksmuseumMilitairen bewaken de Nederlands-Belgische grens met een boomstam, in 1914, bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.Foto Hulton-Deutsch Collection/Corbis via Getty Images Nederlandse militairen, vermoedelijk grenstroepen, staan bij het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bij een Nederlandse grenspost. Foto Nationaal ArchiefCommiezen (grensbeambten voor administratieve en belastingtechnische zaken) op zoek naar smokkelaars, 1925.Fotocollectie Elsevier/Nationaal ArchiefDouanecontrole in 1928 langs de Zuid-Willemsvaart, hier op de Belgisch-Nederlandse grens bij het Belgische Smeermaas, nabij Limburg.Fotocollectie Elsevier/Nationaal ArchiefAan de Nederlands-Duitse grens, in 1931, wordt bij elke inkomende en uitgaande auto de hoeveelheid benzine nauwkeurig gemeten.Fotocollectie Elsevier/Nationaal ArchiefBij de bevrijding van Maastricht krijgen passerende Amerikaanse troepen, bij grensovergang Eijsden, folders uitgereikt.Foto Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)
Duitse grenspolitie en douane bouwen, in 1949, nabij Emmerich een nieuwe grenspost, na het verlies van Duits grondgebied aan Nederland, als gevolg van grenscorrecties.Foto AP via RijksmuseumDouaniers bij een slagboom aan de grens. De Duitse gemeente Selfkant is op 23 april 1949 geannexeerd door Nederland als schadevergoeding voor de oorlog. In 1963 gaan de geannexeerde gebieden tegen betaling weer terug aan Duitsland.Foto J.D. Noske/Anefo/Nationaal ArchiefEen vrouw, Hildegard Eschen, in gesprek met een douanier bij de Nieuwstraat in het Limburgse Kerkrade, 1952.Foto Willem van de Poll/Nationaal ArchiefEen Belgische douanier controleert de kofferbak van een Belgische auto op de grens met Nederland, nabij Knokke en het Nederlandse Retranchement, omstreeks 1960. Foto Michael Ochs Archives/Getty ImagesEnorme verkeersdrukte bij de Duits-Nederlandse grens bij Elten, 1961.Foto Harry Pot/Anefo/Nationaal ArchiefNederlandse motoragenten bij een slagboom aan de Duitse grensovergang Bergh. Links een Duitse grenswacht. Op 12 april 1962 is het gedeelte van rijksweg 12 tussen het Velperbroekcircuit bij Arnhem naar de grens met Duitsland bij Zevenaar door minister Korthals geopend.Foto Eric Koch/Anefo/Nationaal ArchiefNieuwe bewegwijzering, in 1962, op het pas voltooide gedeelte van de rijksweg A12, naar het destijds grootste douanecomplex van Europa, op de Nederlands-Duitse grens bij Bergh. Voor het eerst werden hier personen- en goederenvervoer gescheiden gecontroleerd.Foto Eric Koch/Anefo/Nationaal ArchiefEen Duitse chauffeur mag, in 1968, bij grensovergang Bergh, Nederland niet in vanwege het ontbreken van een vergunning.Foto ANPGrote drukte tijdens het paasweekeinde, in 1972, bij de Duits-Nederlandse grensovergang Emmerik.Foto Rob Mieremet/Anefo/Nationaal ArchiefPaspoortcontrole aan de Nederlands-Duitse grens tijdens Pasen, 1984.Foto Marcel Antonisse/Anefo/Nationaal ArchiefMarechaussees controleren het verkeer bij de Duits-Nederlandse grens bij Venlo in 2020. Tijdens de corona-epidemie keerden voor het eerst nadat het Schengenverdrag in werking trad in 1992, de grenscontroles tijdelijk terug.Foto Merlin Daleman
Het eerste Nederlandse woord dat Elifsu (16) en Efe (17) allebei leerden: ‘boterham’. Ze kennen elkaar, zitten op dezelfde school, maar dit wisten ze nog niet. Door de telefoon klinkt gelach. Allebei hadden ze met de taalapp Duolingo wat Nederlandse woorden geleerd, vertellen ze, voordat ze vanuit Istanbul (Efe) en Ankara (Elifsu) naar Nederland kwamen. Boterham was het eerste waar Duolingo mee kwam.
Efe en Elifsu zijn leerlingen van de Internationale Schakelklas Zaanstad, waar kinderen (12-18 jaar) die nieuw zijn in Nederland de taal leren. Ze zijn twee van de 138 leerlingen van deze school die Sandra Minten (57) portretteerde voor haar fotoproject: Alleen de stilte spreek ik vloeiend. Minten is docent en fotograaf: drie dagen per week staat ze op de ISK Zaanstad voor de groep ‘analfabeten 16+’, twee dagen per week besteedt ze aan fotografie.
De portretten zijn tot kerst te zien op de buitenmuren van het Museum of Humanity in Zaanstad, de leerlingen mochten hun portretposter zelf opplakken. Binnen hangen tien portretten met verhalen in tekst en geluid: de kinderen schreven op wat taal voor hen betekent en via luidsprekers zijn ze in verschillende talen te horen (sound design door Selle Sellink).
Elifsu (16) uit TurkijkeSimphiwe (15) uit ZimbabweGhazal (12) uit SyriëMais (16) uit Syrië Ayham (12) uit SyriëKamila (15) uit Oekraïne
Foto’s: Sandra Minten
Zes talen
„Als het over taal gaat in relatie tot migranten, hoor je vaak: die spreekt nog stééds geen Nederlands”, zegt Minten. Ze werkte 25 jaar in het basisonderwijs, nu ze op de ISK Zaanstad lesgeeft, ziet ze hoe moeilijk het kan zijn om een nieuwe taal te leren. „Deze kinderen zijn soms in hun uppie gevlucht, getraumatiseerd, die weten niet altijd hoe ze stil op een stoel moeten zitten, of dat ze moeten luisteren als iemand anders praat. Dan duurt het een tijd voor ze überhaupt kunnen begínnen met leren. Het is heel makkelijk om te zeggen: die is hier al zoveel jaar, en spreekt nog de taal niet.”
Met haar project wil Minten het perspectief verschuiven: het gaat er niet om of iemand (nog) geen perfect Nederlands spreekt, ze wil laten zien dat meertaligheid „een kracht” is. „Sommige kinderen hier spreken zes talen!” Dat zijn zes talen waarin ze contact kunnen maken, zegt Minten. Deze boodschap heeft ze ook voor haar leerlingen. En ze vertelt hun: de taal van het land waar je vandaan komt is als je huid. Die hoort bij jou.
Voor Efe en Elifsu is het doodnormaal om van de ene naar de andere taal te springen. Nederlands in de klas, Engels in de pauze, Turks als ze thuis zijn. Efe spreekt ook een beetje Japans en Duits, vertelt hij. Elifsu probeert Russisch te leren, omdat ze graag Russische boeken leest. „Ik vind het moeilijker dan Nederlands.”
Praten met mederleerlingen met wie je geen taal deelt? Geen probleem, zeggen ze. Elifsu: „Je leert gewoon een paar woorden in de taal van die ander. Hoe gaat het? Dan voelt die ander zich snel op zijn gemak, omdat je je best doet.”
In de klas van Sandra Minten is het de bedoeling dat iedereen Nederlands spreekt, maar leerlingen mogen elkaar wel helpen. „Het woord ‘shu’ hoor ik veel”, ‘wat’ in het Arabisch. „Ze vinden het ook heel leuk als ik vraag: hoe zeg je dat in jouw taal? Natuurlijk spreek ik dat dan niet goed uit, dan word ik verbeterd.”
Minten heeft de portretten gemaakt met een analoge camera, in zwart-wit. De leerlingen mochten helpen. „Scherpstellen, het reflectiescherm bedienen, tolken.” Een klas pubers is een klas pubers, zegt Minten, maakt niet uit waar ze vandaan komen. „Met je vingertje wijzen werkt niet. Ik probeer ze te inspireren. En dit vonden ze heel leuk. Omdat het echt was, denk ik. Niet in een leerboek of een rollenspel. Nee, ik had echt hulp nodig van iemand die farsi spreekt.”
Calum (14) uit Zuid-AfrikaMartha (13) uit EritreaJane (16) uit ChinaDotun (15) uit NigeriaDotun (15) uit Nigeria