De ideeën vliegen door het kerkgewelf tijdens opening van Nederlandse Dansdagen

Reportage

Dans Tijdens de Nederlandse Dansdagen wordt deze week gedanst, genetwerkt, gedebatteerd, met prijzen gestrooid en gedroomd. Staatssecretaris Gunay Uslu pleitte voor meer dansende ambtenaren en parlementsleden.

De voorstelling Avatara van Duda Paiva en Shailesh Bahoran won de Zwaan voor meest indrukwekkende voorstelling op de Nederlandse Dansdagen in Maastricht.
De voorstelling Avatara van Duda Paiva en Shailesh Bahoran won de Zwaan voor meest indrukwekkende voorstelling op de Nederlandse Dansdagen in Maastricht. Foto Maurice van der Meijs

De komende week staat Maastricht in het teken van de Nederlandse Dansdagen, met het Vrijthof nu eens niet als centrum van Limburgse cramignon-reidans, dansmariekes of Weense walsen, maar als een waarachtige „Olympus van de dans”, aldus Cécile Narinx, hoofdredacteur van omroep L1. Narinx reikte vrijdag een van de Zwanen uit, tijdens de traditionele prijzenregen van het Gala van de Nederlandse Dansdagen. Deze editie neemt hiphop, dat dit jaar vijftig jaar bestaat, een centrale plaats in. Hiphopfenomeen Redo warmt belangstellenden elke dag online op, met korte filmpjes.

De officiële aftrap voor de Dansdagen werd vrijdagmiddag gegeven tijdens het Debat van de Nederlandse Dans. In de volle Sint Janskerk luisterden dansers, choreografen, directies, programmeurs en andere professionals naar vijf sprekers die toekomstperspectieven schetsten voor de Nederlandse dans. Zo droomde danseres en choreograaf Sarada Sarita over de dansgemeenschap als een ecosysteem: een netwerk, circulair, zelfherstellend en duurzaam, bewegend in een dynamisch evenwicht. De hiphopwereld, haar eigen achtergrond, zou als voorbeeld kunnen dienen voor de theatersector als geheel.

De Nederlandse podia moeten af van het financieel-economische denken in aanbieders (theaters) en afnemers (publiek), aldus choreograaf Guilherme Miotto. Hij zag een netwerk van theaterhubs in publieke gebouwen voor zich, met open podia voor iedereen. Het officiële theatergebouw moet als kenniscentrum/hoofdkwartier gaan fungeren. Ook pleitte hij, vrij naar een recent rapport van adviesbureau Berenschot, voor een steviger positionering van het theater als onderdeel van de publieke sector, gezien de rol die het theater kan spelen in domeinen als sociaal werk en gezondheid.

Choreograaf Anouk van Dijk leerde de waarde van partnerschap kennen tijdens haar tienjarig verblijf in Australië. „Grote gezelschappen kunnen veel voor kleine betekenen, en andersom”, gaf zij de sector mee. Tussen neus en lippen pleitte zij voor een Zwaan voor de Nederlandse theatertechnici – die zijn góud in vergelijking met hun internationale vakbroeders.

Het theater van de toekomst moet een stadsplein worden in plaats van een klooster, luidde de boodschap van Harmen van der Hoek, zakelijk leider van NITE en Club Guy & Roni. Oftewel: radicale openheid. Gooi de deuren open, betrek het publiek vanaf het maakproces, stel je open voor nieuwe makers, vernieuw.

‘Oordeel niet over kwaliteit’

En zo vlogen de ideeën door het kerkgewelf: co-curatorschap is hét middel om verbinding te maken met (nieuw) publiek, want „iedereen heeft kennis.” Het huidige subsidiestelsel speelt partijen tegen elkaar uit. Er moet terughoudender, of helemaal niet, over kwaliteit geoordeeld worden. Jonge makers hebben theaters helemaal niet nodig, ze presenteren via eigen, al dan niet digitale, podia. Jonge makers wérken al samen: pure noodzaak. Of het theater is over honderd jaar juist nog veel harder nodig dan nu. Enzovoort.

Er zat vrijdag welgeteld één man ‘gewoon publiek’ in de Sint Janskerk. Hij vond het debat van een hoog abstractiegehalte, maar wees de aanwezigen er fijntjes op dat het „in de tijd dat het Shaffy Theater nog het Shaffy Theater heette” óók al ging over de noodzaak van samenwerking in de danssector en verbinding met het publiek. „Zo gewoon bent u volgens mij niet”, reageerde de moderator enigszins beteuterd.

Conclusies konden uit de uitwaaierende betogen niet worden getrokken, behalve die van de noodzaak van samenwerking en versterking van de positie van dans in de maatschappij en tussen de oren van beleidsmakers.

’s Avonds sprak staatssecrataris voor Cultuur Gunay Uslu (D66) tijdens het Nederlandse Dansdagen Gala warme woorden over „de meest toegankelijke en inclusieve kunstvorm”. In haar toespraak ontbrak uiteraard een verwijzing naar de vaak nog onveilige werkcultuur in de dans niet. Toch moet er als het aan haar ligt meer worden gedanst, tot in de Tweede Kamer en op ministeries aan toe. Dat klonk oprecht, zij het een pietsie onrealistisch. Ze oogstte er net wat minder applaus mee dan de geweldige Soweto Skeleton Movers.

De Nederlandse Dansdagen duren nog t/m 5/10, met voorstellingen, battles, workshops, exposities, expertmeetings en debatten. Info: Nederlandsedansdagen.nl