De lome mellow sfeer. De langgerekte hoge synthesizer (‘drone’) noot. Het zonnige refrein. De extatische kreet „My life, my life, my life!”. Het nummer ‘Everybody Loves The Sunshine’ van Roy Ayers uit 1976 was een oerbron van inspiratie voor een kleine 190 artiesten uit de hiphop, r&b en soul. Ze sampelden er deeltjes uit of hergebruikten kenmerkende sfeerelementen.
‘Summertime’ van DJ Jazzy Jeff en The Fresh Prince uit 1991 straalde dezelfde zomerse onbezorgdheid uit. Of hoe ‘My Life’ van rapper Dr. Dre begint, en hoe het trio TLC er in ‘My Life’ langs scheerde (op 3 min 13). Of de smachtende cover van D’Angelo in 2000. „Het nummer lijkt elke generatie te raken”, stelde Ayers zelf vast in The Guardian. Iedereen houdt van de zon, behalve Dracula.”
Het is dan ook dit magische nummer waarom de dinsdag in New York overleden vibrafonist, componist en producer Roy Ayers (84) het meest zal worden herinnerd. Om de zoveel tijd ontdekte een nieuwe generatie, van Pharrell Williams tot Common, de lome, groovy souljazz van Ayers, van hitsongs tot obscuurdere albums. Maar komt de zon eenmaal goed door, dan drukt de jukebox in je hoofd automatisch de knop van ‘Everybody Loves The Sunshine’ in, al is het ruim vijftig jaar terug dat Ayers het opnam op een bloedhete dag in de Electric Lady studio in New York.
Traditionele jazz
Het nummer, vertelde hij bij een optreden op North Sea Jazz in 2011, bracht hem zelf altijd terug naar zijn jeugd in Los Angeles. Al als klein jongetje zag hij Lionel Hampton los gaan op de vibrafoon, hij werd direct aangestoken door de energie. Toch zou het tot zijn zeventiende duren voor hij zelf zijn eerste vibrafoon had. Ontdekt door de fameuze jazzauteur en producent Leonard Feather debuteerde Ayers in 1963 met het album West Coast Vibes met traditionele jazz. Al snel vroeg fluitist Herbie Mann hem voor zijn band, ze namen samen drie albums op.
Met zijn band Roy Ayers Ubiquity begon Ayers midden jaren zeventig en tachtig jazz te combineren met disco en funk. Zijn muziek werd steeds dansbaarder, met albums als Lifeline (1977) met daarop hits als ‘Running Away’. Of Fever (1979) met ‘Love Will Bring Us Back Together’. Het gebruik van zijn vibrafoonmallets werd ondergeschikt aan zijn zang.
In de jaren tachtig begon hij Uno Melodic, zijn eigen platenlabel, waarna Gold Mink Records volgde. Hij liet zich gelden als producer, voor onder meer platen van Fela Kuti. In de daaropvolgende jaren sloeg hij weer een andere richting in. Groot werd zijn invloed op de ontwikkeling van de neo-soul-beweging met artiesten als D’Angelo. Warmbloedige vibes in ‘Take a Look at Yourself’ op Guru’s album Jazzmatazz was in 1993 voor een groot publiek ook een hernieuwde kennismaking met de pionier.
Spraakzame gastheer
Zijn laatste soloalbum Mahogany Vibe kwam uit in 2004, met bijdragen van Betty Wright, Kamilah en Erykah Badu. Veel artiesten vroegen om samenwerking, zoals Erykah Badu of Tyler, the Creators in de track ‘Find Your Wings’ (2015).
Het laatste decennium van zijn leven trad hij nog altijd op, al vonkte zijn spel op de vibrafoon nog weinig, de mallets bleven vaak ongebruikt. De optredens waren een stoofpotje van acidjazz, soul, funk en slaapkamer r&b door zijn band, met Ayers als spraakzame, authentieke gastheer die áltijd zin had in zijn grootste hit.
De rechtbank van Tunesië heeft dinsdag gevangenisstraffen van 12 tot 35 jaar opgelegd aan prominente politici, meldt persbureau Reuters. 21 mensen werden in het massaproces vervolgd wegens vermeende samenzwering tegen de staat.
Tien van de oppositieleden, onder wie Rachid Ghannouchi, zitten al in de gevangenis. Elf anderen zijn naar het buitenland gevlucht. De 84-jarige oppositieleider Rachid Ghannouchi kreeg veertien jaar cel. Nadia Akacha, de voormalige stafchef van president Kais Saied, werd veroordeeld tot 35 jaar cel. Ze verblijft al enige tijd in het buitenland.
De veroordeelden zijn voornamelijk tegenstanders van president Saied. Mensenrechtenorganisaties zien de straffen als een bevestiging dat Saied steeds autoritairder optreedt en dat hij het rechtssysteem gebruikt om zijn tegenstanders de mond te snoeren. Al jaren trekt hij steeds meer macht naar zich toe.
In de zomer van 2021 ontsloeg Saied de regering en schorste hij het parlement. Hij gaf zichzelf allerlei bevoegdheden en regeert sindsdien per decreet. Later ontsloeg hij tientallen rechters die hem niet goed genoeg gezind waren. De oppositie sprak van een coup, maar Saied spreekt zelf van maatregelen die nodig zijn om corruptie te bestrijden.
Vrijwel alle oppositieleiders van Tunesië zitten inmiddels vast. Ook veel journalisten en critici zijn opgepakt.
Lees ook
‘Met deze grondwet houdt de president Tunesiërs voor de gek’
James Gunn kan zich wel iets voorstellen bij mijn constatering dat zijn nieuwe Superman, David Corenswet, een Tom Hanks-vibe heeft. Maar hij steigert als ik hem ‘goofy’ (mal) noem. „Ik ontken dat Superman mal is. We verdiepen ons serieus in zijn persoonlijkheid. Wel is de film grappig, bevat hij humor.”
Voor regisseur James Gunn (58), die we via Zoom vragen mogen stellen over Superman, staat veel op het spel. De zomerblockbuster, die hij zelf schreef en regisseerde, moet de toon zetten voor een nieuwe lichting superheldenfilms van stripboekenbedrijf DC Studios, waarvan hij sinds kort mede-directeur is.
Gunn begon zijn loopbaan bij de campy horrorstudio Troma, maakte daarna voor studio Marvel een drietal speelse hitfilms rond het galactische superheldenteam Guardians of the Galaxy en werd in 2018 tijdelijk door moederbedrijf Disney gecanceld nadat oude, grappig bedoelde tweets over de Holocaust en pedofilie opdoken. Toen Disney hem weer in genade aannam – de cast van Guardians of the Galaxy wilde zonder hem geen derde film maken – was James Gunn al half overgestapt naar Marvels rivaal DC, thuishaven van Superman, Batman en Wonder Woman.
Regisseur James Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort.
Wagneriaans
Nu probeert hij dus Superman nieuw leven in te blazen. Maar is het wel zo’n geschikt moment? Het bioscooppubliek lijkt klaar met superhelden, alleen films die ze op de hak nemen scoren nog. Gunn gaat dan ook wijselijk voor humor, heel anders dan zijn voorganger Zack Snyder, onder wie DC in statig Wagneriaans gebral verviel. Snyders Superman (Henry Cavill) was in Man of Steel (2012) een onbegrepen emo die in een vervolgfilm stierf na een broederstrijd met zuurpruim Batman om weer een film later messiaans uit zijn graf te herrijzen. Met die van Christopher Nolan afgekeken gravitas hoopte DC zich te onderscheiden van de luchtige aanpak van rivaal Marvel.
Die eenzame Superman was wel erg ver verwijderd van de zonnige alien Kar-El van planeet Krypton die als baby in Smallville, Kansas landt en op een boerderij tot een solide Amerikaan wordt opgevoed die als reporter Clark Kent zijn superkrachten inzet om levens te redden. De Superman van de stripboekjes is sinds 1938 al goedhartig, optimistisch en ongecompliceerd, en zo speelde acteur Christopher Reeve hem vanaf 1976 ook in een viertal iconische superheldenfilms.
Bij James Gunn hervindt Superman zijn onschuld. „In David Corenswet zocht en vond ik een acteur met veel komisch talent”, zegt hij. „Hij kan snelle dialogen leveren in de trant van David Mamet, Aaron Sorkin of oude films als His Girl Friday waaraan ik een voorbeeld nam. Met Christopher Reeve’s Superman deelt mijn versie een zekere speelsheid. Hij zit goed in zijn vel en vindt het heerlijk om een kitten uit de boom te redden en aan een klein meisje terug te geven.
„Het grote verschil met Reeve zit ’m volgens mij in Lois Lane [de liefde van Superman, red]. Zij is nu veel agressiever… of nee, laat ik zeggen: assertiever. Lois jaagt enorm vasthoudend op de waarheid en brengt Superman daarmee vaak in de verdediging. Reeve was dat nooit omdat zijn Lois Lane meer ingetogen was.”
Zo drijft ze Superman in de hoek als ze hem in een ‘proefinterview’ ondervraagt over zijn waarden en drijfveren. Superman staat dan met zijn mond vol tanden: hij is aandoenlijk naïef, bepaald geen denker. Gunn: „Wij willen allemaal wel Superman zijn: vliegen, wolkenkrabbers optillen en laserstralen uit onze ogen schieten. Maar hij wil niets liever zijn dan een mens die liefheeft en geliefd is. Superman wil erbij horen.”
James Gunn gebruikt in zijn verfilming veel humor.
Krypton
Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort. Dat beeld van een bloedende Superman triggerde hem, zegt Gunn. „Dat is vrij uniek, je beseft dan dat er echt iets op het spel staat.” Het lost ook een oud probleem van Superman deels op: zijn oppermacht en onkwetsbaarheid ondergraven de spanning. Daar helpt ook zijn vaste achilleshiel bij, het groene goedje kryptoniet dat ook Gunn op zeker moment tevoorschijn tovert.
Waarom zo’n abrupt begin, middenin het verhaal? Gunn: „Ik kan u een bullshitverhaal geven, maar ik test voor het schrijven allerlei concepten uit om het zwaartepunt van het script te vinden. Dit voelde als een geweldige kickstart, al bleek het best een worsteling te zijn tijdens de montage.”
Gunn negeert Supermans oorsprongsverhaal niet om origineel te doen, benadrukt hij. „De strips die ik als jongen las, gingen niet over zijn jeugd in Kansas maar over een universum bevolkt door bevriende superhelden en superschurken, door robots, reuzenmonsters, vliegende honden, heksen en wetenschap die eigenlijk ook hekserij is. Die wereld wilde ik tot leven wekken. En dat Superman tussen de explosies en actie door een kritische blik op zichzelf werpt.”
Gunn ontkent dat hij met zijn wat cartooneske Superman de notie van een ‘gedeeld cinematisch universum’ ten grave draagt. Ofwel: de oude succesformule van rivaal Marvel waarin speelfilms in een herkenbare huisstijl elkaar opvolgen als episodes van een tv-serie. DC’s nieuwe superheldenfilms spelen zich af in verschillende werelden: de Gotham-noir van de grimmige Batman (Robert Pattinson) laat zich lastig mengen met Supermans vrolijke circuswereld. Gunn: „DC Studios kent inderdaad geen huisstijl en produceert niet één soort film. We maken na Superman straks Peacemaker, met heel harde humor in een realistische setting. En Supergirl, een galactische fantasie, en ook Clayface, een 17-plus-horrorfilm. Ze zijn met elkaar verbonden als stripboeken van DC Comic, waar tekenaars en schrijvers hun eigen stijl in kwijt kunnen. En elk verhaal is weer anders.”
De bij een auto-ongeluk omgekomen Liverpool-aanvaller Diogo Jota reed waarschijnlijk harder over de Spaanse snelweg A52 dan de maximaal toegestane 120 kilometer per uur. Dat blijkt uit onderzoek van de Guardia Civil in Zamora, schrijft de Spaanse krant El País dinsdag. Ook de bijrijder, Jota’s jongere broer André die op het tweede profniveau van Portugal voetbalde, overleed.
De Portugese broers reden in de nacht van 2 op 3 juli in een Lamborghini Huracán door Zamora, een provincie in het noordwesten van Spanje. Tijdens het inhalen van een vrachtauto zou de sportauto een klapband hebben opgelopen, vermoeden onderzoekers. De Lamborghini raakte vervolgens van de weg en vatte vlam.
De autobrand bemoeilijkte het onderzoek, maar aan de hand van sieraden konden onderzoekers toch achterhalen wie de bestuurder was, meldt de Spaanse krant. Ondanks de beroerde staat van de weg, meent de politie volgens El País dat auto’s er probleemloos 130-140 kilometer per uur zouden kunnen rijden.
Bij de begrafenis van Diogo Jota, afgelopen zaterdag in Portugal, was de complete Liverpool-selectie aanwezig.