De fraaie ambivalentie van ‘Zomervacht’ zie je zelden in een Nederlandse film

Die leeftijd dat je ontdekt dat je pa een klaploper is. De vader van de dertienjarige Brian is niet vies van een zwendeltje. Zoals zijn spastische, geestelijk beperkte zoon Lucien uit zijn verzorgingshuis halen om de mantelzorgpremie op te strijken. Dat vereist inbraak in moeders nieuwe huis – zij is nu met een brave burgerman – om de inspectie gerust te stellen. En daarna moet Brian het verder maar zien te rooien met Lucien, zijn spasmes en volle luiers. Vader moet werken. Althans: hij rijdt ergens heen.

Full disclosure: ik zat in 2016 in de jury voor afstudeerfilms van de Filmacademie, toen regisseur Joren Molters met In Kropsdam is iedereen gelukkig zijn triomftocht langs ’s werelds studentenfestivals begon: in Roy Anderssons idioom gedraaide tableaus van bleekgeestige lulligheid die van gevoel voor timing en fantasie getuigden. Al won hij de hoofdprijs niet: het was een sterke lichting.

Molter bevestigt zijn talent met Zomervacht, expressionistisch gefilmd met een fel verzadigd palet. De met een Gouden Kalf voor production design bekroonde rauwheid oogt wat gestileerd: stacaravan met knipperende tl-buis op een sloopterrein waar buikige kerels met baarden en tatoeages aan oude voertuigen sleutelen of met halve liters rond vuurtjes grommen. Het is geen ‘poverty porn’, wel romantisering: armoede zoals men zich dat in Amsterdam voorstelt.

https://www.youtube.com/watch?v=zLK6w42DJ5U

Lees ook
een achtergrondstuk over de dilemma’s rond het casten van personages met een beperking

<strong>Jarne Heylen (achter) en Joël in ’t Veld</strong> als broers Brian en Lucien in ‘Zomervacht’.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/10/de-fraaie-ambivalentie-van-ac280c298zomervachtac280c299-zie-je-zelden-in-een-nederlandse-film.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Mooi oogt <em>Zomervacht</em> wel met zijn stof, roest en bodempje limonadesiroop vol dode wespen. Je gelooft ook in Brian, die in zijn bevlekte hemdje buiten de burgerlijke orde leeft. Zijn trots is een quad. Zijn honden voert hij dode konijntjes. En zijn evolutie van onverschilligheid naar zorgzaamheid overtuigt. Pa komt soms langs met loze beloftes: „Jij en ik, weet je toch?” Een tweede dubieuze vaderfiguur dient zich aan: Emiel, die een stacaravan huurt en de gordijntjes daar de hele dag dicht houdt. Hij heeft aandacht voor Brian, geeft hem vaderlijk advies, maakt zelfs ontbijt met croissantjes. Maar Emiel kan van alles zijn: accountant, seriemoordenaar, pedo. Is hij niet wat klef? Waarom verbergt hij zich in die caravan? </p>
<p>Brians vader wordt jaloers, geweld ligt om de hoek – maar het prettige aan <em>Zomervacht</em> is dat zaken vaak niet zo gaan als je denkt en veel onverklaard blijft. Zo gaat dat in het leven: je vertrouwt iemand, maar wat weet je eigenlijk van hem? Maar zo gaat dat zelden in de Nederlandse film.</p>
<p>Net zo fraai ambivalent zijn de prepuberale gevoelens die Brian koestert voor het dikke, lieve maar verstandelijk beperkte meisje Selma. Zij wil best met hem ‘buiken’, met wie niet? Van haar leert Brian dat zijn smachten naar intimiteit voor haar misbruik kan zijn. Een leerzame zomer in knappe coming-of-age.</p>
<aside data-article-id=