De florijn wil het betaalmiddel van afgehaakt Nederland zijn. Achter de schermen is het een chaos

Het is september 2016 als Jacquelien van Beers, cursusleider ‘rijkdomsbewustzijn’, in het Amsterdamse rawfoodcafé The Alchemist Garden een bijeenkomst van de Stichting De Florijn Nederland bijwoont. Ze is nieuwsgierig naar de florijn, gebaseerd op een gouden munt uit Florence (en als ‘fl’ afkorting voor de gulden), die nu een alternatief voor de euro moet zijn. Van Beers heeft erover gelezen op De Lange Mars, een „onafhankelijke nieuwssite”, op weg naar „een nieuwe samenleving”. Die beschrijft de florijn als oplossing voor „het verrotte geldsysteem”.

Van Beers: „Die oplossing is niet tegengevallen.”

In The Alchemist Garden betaalt ze voor het eerst met florijnen en leert ze het systeem kennen. De mensen erachter zoeken wervers die bedrijven enthousiast kunnen maken voor de munt. Hoe meer deelnemers, hoe meer kansen voor dit ideële geldsysteem „naast de euro”.

„De sfeer was fantastisch”, herinnert Van Beers zich. „We kregen de hele dag cursus van de oprichter, Anthony [Migchels]. Het bestuur [Migchels, Barry Annes en Marco Janssen] bleek goed volk.”

Van Beers raakt overtuigd van de nieuwe munt. „Anthony had zijn verhaal klaar. Mij sprak aan dat de florijn een middel is tegen overvloed, en voor menselijkheid zou zorgen. Ik kreeg op al mijn vragen een doordacht antwoord. Dat gaf me vertrouwen.”

Sindsdien heeft Van Beers een aantal bedrijven en particulieren kunnen overhalen de florijn te gebruiken. Onbezoldigd, want de stichting zegt geen geld te hebben om personeel te betalen. Ze vertelt potentiële gebruikers over de munt, de website betalenmetflorijn.nl, het papieren geld, het rentevrije krediet dat ondernemers kunnen krijgen en over het geldsysteem van de reguliere banken dat „slechts de ultrarijken rijker maakt”.

Het is een verhaal dat niet een-twee-drie is uitgelegd. Van Beers deed er soms wel anderhalf jaar over om iemand te overtuigen, soms met hulp van Migchels. Inmiddels kan ze het alleen af en staat Van Beers zelf nieuwe wervers bij. De florijn telt nu, volgens de stichting, zo’n vijfduizend particuliere gebruikers en negenhonderd deelnemende bedrijven. De oprichter is meer achter de schermen gaan werken. „Zeker nu nog niet alles soepel loopt, verzint hij overal creatieve oplossingen voor.”

En dat lijkt nodig. Want bij nader onderzoek blijkt het bestuur uiteengevallen, een raad van toezicht non-existent, en de hoeveelheid ingelegde euro’s niet formeel te achterhalen.

De man achter de munt

Een lange man snelt het Arnhemse café Dudok binnen. Anthony Migchels (52) heeft het druk, maar komt toch graag zijn levenswerk toelichten. Waarop hij van wal steekt over speculatie door banken, de digitale euro, een kwaadaardige elite, de financiële crisis van 2008, de coronapandemie en staatsschulden, die hij allemaal met elkaar in verband brengt. „Het probleem is dat maar heel weinig mensen dit begrijpen.”

Toen Migchels „langzaam maar zeker het financiële systeem door begon te krijgen”, bedacht hij dat er maar één oplossing was: „Men moet ophouden met bankgeld te betalen. Wie daarmee betaalt, is onderdeel van het probleem.”

Migchels beschouwt het huidige geldsysteem als een vicieuze cirkel, die uiteindelijk tot ieders ondergang leidt. Hij ziet banken die investeren met andermans geld, die rente verdienen op leningen, rijken die rijker worden en armen die arm blijven – en andere systemische fouten. Een volledige monetaire hervorming is nodig. Daarom kwam hij in 2015 met de florijn, een stichting en een website.

Gebruikers van de florijn hebben tot nog toe een half miljoen euro omgewisseld voor florijnen, zegt Migchels. Volgens hem is het de grootste alternatieve munt in Nederland. De Fryske euro, Dam uit Rotterdam, watermunt, Utrechtse euro, Arnhems hert of bartering-eenheid: geen van deze Nederlandse alternatieven heeft zoveel gebruikers.

Bij aangesloten ondernemers kunnen florijngebruikers met hun munt producten kopen. De bedrijven kunnen daarnaast krediet in florijn aanvragen. Het uitstaande krediet bedraagt 25 mille, volgens de laatste melding van het bestuur. Hoeveel geld er precies in omloop is, is echter niet bij een onafhankelijke instantie na te gaan. Gebruik van de florijn is gebaseerd op goed vertrouwen.

„Vertrouwen is altijd nodig als je werkt met geld van anderen”, zegt Migchels. „Ik kan bij al die rekeningen van gebruikers, dus ik zou er nu met hun geld vandoor kunnen gaan naar Barbados”, grapt hij. De afgelopen jaren bewijzen zijn betrouwbaarheid, wil hij maar zeggen.

Is er controle op wat hij doet? Anders dan in de statuten is vastgelegd, ontbreekt een raad van toezicht. Wat als Migchels van het toneel verdwijnt?

Cacaomuseum

In Amsterdam-Oost kun je vrij makkelijk betalen met je florijnen. Koffiewinkel Kaffa accepteert ze, garage J. Schnabel, biologische winkel Ekodis. In het Cacaomuseum aan de Czaar Peterstraat vraagt eigenaar Henkjan Laats voor een chocoladereep zo’n 7 euro, óf 7 florijn. De bezoeker kan de florijnen overboeken via betalenmetflorijn.nl of contant betalen. Bijvoorbeeld met een rood tientje, of groene briefjes van 2 florijn, waarop een boodschappenkratje met wijn en brood is afgebeeld. Een mooi initiatief, vindt Laats.

Waar reguliere banken rente vragen voor leningen en betalen voor spaargeld, bestaat rente bij de florijn niet. Laats hekelt de banken die met andermans geld beleggen in ‘foute’ aandelen of speculeren met goud. „Goud heeft op zichzelf geen waarde, dat kennen we eraan toe door speculatie. En geld, dat zou gewoon als ruilmiddel moeten worden gebruikt.”

Laats vindt veel gelijkgestemden in florijnkringen. De bedrijven die de munt aannemen zijn veelal tevreden, blijkt uit een rondvraag waarop meer dan honderd bedrijven op hebben gereageerd. Veel kleine ondernemers verdienen er nauwelijks aan, maar zijn positief over het initiatief. De een gebruikt de florijn om „de overheid buitenspel te zetten”, de ander vindt „het principe van doorgeven van waarde, zonder dat daar partijen tussen zitten, heel mooi”. Een enkeling beweert er belasting mee te ontduiken.

Op sommige plekken wordt veel met florijnen betaald, zoals bij natuurwinkel Nieuw Mos in Amersfoort. Jaarlijks heeft die voor 120.000 euro in florijnen betaalde omzet. Ook bij Ekoplaza in Bilthoven kun je met florijnen betalen. Enkele winkels keren zelfs een deel van het salaris in florijnen uit.

En dan heb je dus bedrijven die rentevrij krediet in florijn opnemen. Migchels: „Als het probleem rente op leningen is, dan is de oplossing: geen rente op leningen. Dat spreekt voor zich.”

Zo kunnen kleine bedrijven die de rente op een lening bij een reguliere bank niet kunnen of willen betalen, toch lenen. Het werkt simpel: een bedrijf geeft in florijnen het benodigde bedrag uit en staat dan kosteloos in de min op zijn florijnrekening. Volgens Migchels schept de florijn daarmee geld „dat inwisselbaar is voor de euro”.

Illustratie Kazuma Eekman

Mislukte poging

De florijn is niet Migchels’ eerste poging een munt te creëren. De geboren en getogen Arnhemmer experimenteerde al met de gelre, een regionale munt voor de provincie Gelderland.

Achter deze munt zit hetzelfde idee als achter de florijn. Migchels raakt zo van dat idee overtuigd dat hij zijn baan als beleidsmedewerker bij het Kadaster ervoor opzegt.

Het project krijgt in 2008 best wat aandacht. Migchels wordt uitgenodigd om in debatcentrum De Balie in Amsterdam te komen praten over alternatieve geldsystemen en zijn munt.

In Nederland zijn dan al diverse alternatieve munten te vinden. De watermunt en de Utrechtse euro zijn initiatieven om duurzame en lokale economieën te versterken. Het is de bedoeling dat consumenten ze bij lokale ondernemers besteden, waardoor het geld binnen de regio blijft circuleren. Het is een statement tegen geldschepping door commerciële banken, die hun euro’s uitlenen tegen rente. Dat geld vergroot volgens de critici de kloof tussen arm en rijk.

Die onvrede met het financiële systeem groeit in Nederland. Het ongenoegen zit zowel bij investeerders in crypto – waar de florijn zich overigens fel tegen afzet – als bij overtuigde ‘autonomen’ die elke vorm van centrale sturing afzweren. De gelre en later de florijn weerspiegelen de behoefte aan een economie waarin geld niet langer ongelijkheid bevordert, maar een traditioneel ruilmiddel is. Idealen drijven de gebruikers van alternatieve munten, en zorgen over schulden, rentelasten en de concentratie van macht bij multinationals en in de financiële sector.

Het bestaan van de gelre is van korte duur. De Nederlandsche Bank (DNB) krijgt lucht van de munt. Twee DNB-medewerkers staan in 2008 bij Migchels op de stoep omdat de toezichthouder zich zorgen maakt over de veiligheid van zijn systeem.

Later dat jaar bericht het Financieele Dagblad dat de munt volgens de centrale bank in strijd is met de Bankwet: je mag niet de suggestie wekken dat een lokale munt altijd inwisselbaar is voor officiële valuta als de euro. Anders kan „bij het grote publiek verwarring ontstaan”.

Ook alternatieve munten moeten aan de regels voldoen. Gelres die voor potten verf, een schilderklus of rugmassage kunnen worden ingewisseld: prima. Maar tegen een vaste koers gelres wisselen alsof het dollars zijn, dat mag niet.

Een jaar na het bezoek bericht DNB dat Migchels de online bankrekeningen van de gelre moet sluiten. Terugblikkend op zijn mislukte project geeft Migchels toe dat DNB gelijk had, en dat hij illegaal bezig was. Maar niet bewust, zegt hij. Hij was gewoon niet op de hoogte van alle regels die erbij komen kijken als je een alternatieve munt introduceert.

Ingeving

En dan krijgt Migchels een ingeving, „via een lichtflits, gedownload uit het universum”. Opeens ziet hij de oplossing voor alle problemen van de moderne economie en het bijbehorende geld. En dat is de florijn.

Anders dan bij de gelre garandeert hij particulieren ditmaal niet dat de munt een op een gewisseld kan worden. Wel zegt hij toe dat ondernemers de munt altijd kunnen aanbieden op een veiling. Daarmee biedt hij geen waardegarantie, en ondervangt hij de bezwaren van DNB.

Inderdaad verklaart de centrale bank in 2012 schriftelijk dat Migchels’ plan niet in strijd is met de Wet op het financieel toezicht. Ze adviseert hem contact op te nemen met de Autoriteit Financiële Markten.

Migchels: „We hebben telefonisch contact gehad, en de AFM-medewerker zag toen geen problemen.” De AFM wil desgevraagd niet ingaan op specifieke casussen en kan dit bevestigen noch ontkrachten.

De wappies hebben veel sympathie voor ons, maar de nette mensen ook

Anthony Migchels
Stichting De Florijn Nederland

Die eerste jaren groeit de munt nauwelijks en moet Migchels flink investeren. Hij liquideert het pedicurebedrijf Hamice van zijn overleden vader. Daar zit 132.000 euro eigen vermogen in, dat hij in de ontwikkeling van zijn monetaire systeem stopt. Ook richt hij een bestuur op met penningmeester Marco Janssen en secretaris Barry Annes.

Langzaam komen de aanhangers. Wervers en media-optredens vergroten de bekendheid. Op Twitter, tegenwoordig X, heeft Migchels bijna tienduizend volgers en zijn blogs leiden tot uitgebreide discussie. Daarnaast is hij een graag geziene gast bij Café Weltschmertz en blckbx, websites die zich onder meer afzetten tegen de „deep state”.

Tijdens de coronapandemie neemt het gebruik van de florijn volgens Migchels exponentieel toe. Dat komt, zegt hij, door twijfels over de virusaanpak. Mensen wantrouwen de overheid en machtige banken, en dat zou bij velen de drang versterken om niet meer afhankelijk te zijn van onder andere de euro. Migchels: „De wappies hebben veel sympathie voor ons, maar de nette mensen ook.”

Duizenden euro’s verloren

In biologische winkel Biolicious in Amsterdam plakt eigenaar Maurits Dolleman prijsstickers op producten. Hij heeft lange tijd klanten met florijnen laten betalen en is er „duizenden euro’s aan verloren”. Volgens Dolleman kon hij zijn florijnen nergens kwijt. „Er werden allemaal valse beloftes gedaan: ik kon er niets mee.”

Meer bedrijven hebben moeite florijnen die ze binnenkrijgen, weer uit te geven bij bijvoorbeeld leveranciers. De online veiling die Migchels opzette, moet ook hier een oplossing voor bieden. Voor maximaal 95 eurocent kan een florijn daar worden aangeboden. Wat je ervoor krijgt, hangt af van de vraag.

Dolleman bood zijn munten aan met 10 procent korting, zegt hij. Maar zelfs toen kon hij er maar weinig kwijt.

Als hij Migchels probeert te spreken, krijgt Dolleman geen gehoor. „Hij zou langskomen om erover te praten, maar ik heb hem nooit meer gezien.”

Dat hij duizenden euro’s heeft verloren, klopt volgens het bestuur van de stichting Florijn niet. „Hij heeft duizenden florijnen aan omzet ontvangen, die hij nog steeds voor duizenden euro’s kan verkopen. We begrijpen zijn frustratie, want zijn branche heeft lage marges, maar het mechanisme is hem vooraf helder uitgelegd.”

Ook bij andere ondernemers kriebelt het. Jan-Peter Oosterloo van Ekoplaza in Bilthoven draagt het initiatief „een warm hart toe”, maar vraagt zich vaak af of hij er niet mee moet stoppen. „Ik weet niet waar mijn ingelegde euro’s zijn. Dat vind ik bizar.”

Daarbij vindt Oosterloo dat Migchels gewoon voor bankier speelt en daarbij hoort een bepaalde openheid. „Ik sta achter zijn ideeën over geld als ruilmiddel in plaats van verdienmodel, maar wees wel transparant over wat er achter de schermen speelt.”

Oosterloo is bang voor het moment dat hij zijn 5.000 florijnen niet meer kan inwisselen. „Ik weet niet waar Anthony woont of waar dat geld is. Hij kan er zo mee vandoor en dan heb ik echt een enorm probleem.”

Illustratie Kazuma Eekman

Een potje goud en zilver

Waar de inleg van florijngebruikers naartoe gaat, is niet terug te vinden in de voorwaarden of bij de antwoorden op de webpagina met veelgestelde vragen. Wel meldt het X-account van de munt dat de ingelegde euro’s naar een ‘stabiliseringsfonds’ gaan, zonder uit te weiden wat dat precies inhoudt.

Migchels legt uit dat dit fonds bedoeld is om florijnen op de online veiling op te kopen als ze niet worden verkocht. Zo blijft niemand met die munten zitten als hij euro’s nodig heeft.

Dat is althans de theorie. Maar hoe wordt dit geld beheerd? Alles op een bank zetten, zou in strijd zijn met de filosofie van Migchels. „20 procent staat op de bank en 80 procent zit in metalen”, zegt hij aarzelend. „Goud en zilver.”

Goud en zilver?

Migchels: „Dat hebben we niet gedaan omdat we er blij mee waren, maar geld op een bank laten staan is echt geen optie. Wij zijn ook fel tegen speculeren.”

Maar goud en zilver hebben geen vaste prijs. Door edelmetalen te kopen speculeert Migchels op een stijging. Goud is afgelopen jaar al de helft duurder geworden. Dan zou de waarde van zijn stabiliseringsfonds ook flink moeten zijn gestegen.

Rijst wel de vraag: was hij niet tegen geld verdienen met geld? De winst van het stabiliseringsfonds wil Migchels gebruiken om „zijn eigen operatie te financieren”. Hoe die operatie er precies uitziet, is voor de florijngebruikers een open vraag.

Het bestuur van Stichting De Florijn Nederland bestaat uit één persoon: voorzitter Migchels. Tot voor kort zaten ook secretaris Barry Annes en penningmeester Marco Janssen erin, maar kort nadat NRC hun dit artikel had voorgelegd, deelden zij mee te zijn opgestapt. Ook zij zaten met onbeantwoorde vragen.

Anders dan wat in de statuten staat, zijn jaarrekeningen nooit verschenen. In concept liggen ze klaar, volgens penningmeester Janssen, maar ze wachten op controle door een boekhouder. Janssen: „Het vetorecht van Anthony en zijn beslissingsbevoegdheid hebben ervoor gezorgd dat het uitbrengen van de officiële cijfers met een accountantscontrole nog niet heeft plaatsgevonden.”

Migchels: „Dat is eigenlijk wel heel slecht, dat we dat zo lang hebben laten liggen.”

IJskast

Na vragen van NRC over de florijn aan de Autoriteit Financiële markten (AFM) heeft de toezichthouder zich bij Migchels gemeld. „Of ik alsjeblieft dit en dat even wil komen uitleggen.”

Hij kijkt er niet van op. „Dat gedoe met die toezichthouders, dat gaat maar door. Er wordt enorm veel ingezet op steeds strakkere controles en meer rigide wetgeving.”

Volgens Migchels past het in de trend van centralisatie, waar hij fel op tegen is. „Het is verpletterend voor de menselijke vrijheid en levenslust.” Onder de indruk is hij niet echt. „Ik heb de AFM even in de ijskast gezet.”

Jan Willem van der Velden, hoogleraar financieel recht aan de Universiteit van Amsterdam, heeft zich desgevraagd over de stichting gebogen. Hij denkt, op basis van haar leveringsvoorwaarden, dat ze de Wet op het financieel toezicht schendt. Je kunt namelijk met florijnen digitaal betalen bij allerlei winkels, de stichting geeft florijnen uit tegen betaling in euro en bij beëindiging van de stichting wordt ondernemers maximaal 200 euro uitgekeerd. Dit samengevoegd duidt op elektronisch geld, en daarvoor geldt een vergunningplicht.

De hoogleraar werkt een lijst met ‘rode vlaggen’ af. Zo zijn alle gegevens van particulieren met een florijnrekening via een simpel trucje te downloaden vanaf de website betalenmetflorijn.nl. Dat is privacyschending. Geen accountant? Duidelijk in strijd met de statuten. Op wiens naam staat dat goud en zilver? Geen idee, transparantie is voor de gebruiker ver te zoeken.

Wino van Veen, hoogleraar ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, plaatst ook kanttekeningen bij de stichting. Zo vermelden de statuten dat de raad van toezicht „ten minste nul” leden moet hebben en dat de leden worden benoemd en ontslagen door de voorzitter van het bestuur. Zeer ongebruikelijk, vindt hij. „Een raad van toezicht kan niet uit nul personen bestaan. Bijzonder is ook dat de leden ervan volgens de statuten kunnen worden benoemd en ontslagen door de voorzitter van het bestuur. Zo heeft degene op wie toezicht moet worden gehouden controle over wie geacht worden op hem toezicht houden.”

De statuten zijn in ruil voor een taart door een notaris opgesteld

Detail: de statuten zijn in ruil voor een taart door een notaris opgesteld, zegt oud-bestuurder en -secretaris Annes. „Voor alternatieve ondernemingen maakt de notaris weleens een uitzondering.”

Van Veen ziet bovendien een mogelijke schending van de Wet oneerlijke handelspraktijken. Je mag niet de indruk wekken dat je geld altijd kunt wisselen tegen een bepaalde koers. Volgens de hoogleraar zijn de voorwaarden op de website daarover „zeer vaag en tegenstrijdig. Dat is consumentenmisleiding.”

Volgens het bestuur komen er dan ook veel vragen binnen van particulieren die niet begrijpen dat zij hun florijnen niet kunnen inwisselen.

Papiergeld

En dan is er het papieren geld. Migchels heeft deze contante florijn ontwikkeld om de privacy van gebruikers te beschermen. Op de briefjes staan geen serienummers, waardoor ze niet te traceren zijn.

Bij Koninklijke Joh. Enschedé in Haarlem, gerenommeerd drukker van waardepapieren, schuift NRC een florijntientje onder de neuzen van salesdirecteur Marcel Klok en hoofddesigner Mike Vos. Ze lachen. „Kun je hier echt mee betalen?”, vraagt Klok.

De florijn, zeggen de experts, is extreem fraudegevoelig. „Er ontbreken allerlei veiligheidskenmerken. Een amateur heeft een dag nodig om dit na te bootsen, wij misschien een kwartier”, vertelt Klok. „Zullen we het even voordoen?”

De vraag is natuurlijk of het lucratief is om florijnen na te maken als je er alleen in een biologische supermarkt mee terecht kunt. Toch kan dat best gebeuren. „De watermunt uit Westland is eenzelfde initiatief, maar ook die was makkelijk te vervalsen en zou voor problemen kunnen zorgen.”

Een amateur heeft een dag nodig om dit na te bootsen

Marcel Klok
salesdirecteur Joh. Enschedé

De bedenkers van de watermunt klopten aan bij Joh. Enschedé. Vos: „We hebben het briefgeld nu zo gemaakt dat je het niet kan namaken; met verborgen kenmerken, verschillende dieptes en schaduwen én serienummers natuurlijk.” Die nummers zijn ook van belang om de hoeveelheid geld in omloop te controleren. Klok: „Daarna zag je de acceptatie van de munt stijgen.”

Met die acceptatie van zijn florijn gaat het volgens Migchels goed. Alleen zijn administratie is niet op orde. „Net als ieder mens heb ik goede kanten en slechte kanten”, zegt hij. „Ik ben een goede uitvinder gebleken, dat mag ik wel zeggen. Maar om nou te zeggen dat ik goed in administratie ben, nooit.”

Salaris

Is hier dan sprake van amateurisme, of heeft Migchels een reden om vaag te blijven over het reilen en zeilen van zijn stichting? De AFM heeft vragen, bedrijven kunnen hun florijnen niet kwijt, data op de website zijn onvoldoende beschermd, hoogleraren fronsen hun wenkbrauwen over statuten en leveringsvoorwaarden – Migchels moet dat nog maar eens uitleggen.

Bijna een uur later dan afgesproken loopt hij Dudok binnen. De hele nacht heeft hij zitten schrijven aan een stuk over de wereldeconomie, die volgens hem gaat klappen. Hij wil de mensen waarschuwen voor rentebesluiten en andere economische factoren waarvan niemand weet dat ze spelen. „Geld met geld verdienen is absolute kanker.”

Migchels is benieuwd naar de voortgang van het onderzoek dat zijn gesprekspartners naar de florijn doen en vraagt naar hun enquête onder de ondernemers. „Ook wel positief dus? Hartstikke leuk. Ik weet dat mensen sympathie hebben voor wat wij doen, maar ze hebben er dus ook begrip voor dat het allemaal niet zomaar gaat.” Hij legt uit dat de stichting nog steeds geen middelen heeft. „Ik werk al vijftien jaar voor niks.”

Als Migchels al zolang al zijn tijd in de florijn steekt, waar leeft hij dan van? „Ik heb mijn huisbaas inmiddels overtuigd dat ik ook in florijnen mag betalen”, zegt Migchels. Die verhuurder biedt de munten weer aan op de online veiling, waar andere ondernemers er euro’s voor betalen.

Maar wie betaalt die florijnen aan Migchels? Hij is de enige die ze kan printen, en de statuten vermelden niets over zijn salaris.

Migchels geeft toe dat hij zichzelf een flinke lening in florijnen heeft verstrekt, of beter gezegd ‘een krediet’. „Ik sta 50.000 in het rood, maar dit zal worden weggewerkt als beloning voor het inbrengen van het systeem. We hebben binnen de stichting afgesproken dat ik daar als uitvinder van een beloning krijg.” Later komt Migchels terug op die 50.000 florijnen roodstand; het gaat volgens hem om 20.000 florijnen.

Verschil van inzicht

Als Annes en Janssen een conceptversie van dit artikel hebben ingezien, leggen ze uit waarom ze uit de stichting zijn gestapt: „Een onoverbrugbaar verschil van inzicht.” De ontbrekende raad van toezicht en het gedoe rond de jaarcijfers waren de druppel. Hun geloof in de florijn is ongeschonden: „Wat ons betreft bevat het huidige geldsysteem een aantal behoorlijke systeemfouten en biedt de florijn een simpele en elegante oplossing.”

Bijdragen aan een eerlijk ruilmiddel was de reden dat zij zich bijna tien jaar geleden aan het project verbonden, maar het bestuurlijke verschil in inzicht vinden ze inmiddels „onoverkoombaar, ook door het vetorecht van Anthony”. In sommige uitspraken van Migchels die NRC optekende, kunnen Annes en Janssen zich evenmin vinden. „We zijn ervan overtuigd dat Anthony geen oplichter is, maar we komen er samen niet uit.”

Hoewel Migchels nu dus in z’n eentje de stichting Florijn bestuurt, kunnen gebruikers erop vertrouwen dat hun geld netjes wordt beheerd, zegt hij. „Het enige wat je kan doen is transparant zijn en rapporteren. Dat laatste hebben we nog niet helemaal voor elkaar.”

Ook werver Jacquelien van Beers houdt haar geloof in de florijn. „Ik zie geen reden ermee te stoppen.”