N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Iedereen leest Op deze plek schrijft NRC over de populairste boeken van dit moment. Deze week: hoe Alkmaar de belegering van de Spanjaarden afsloeg, en wat romanschrijver Simone van der Vlugt daarbij verzon.
De stormachtige zestiende eeuw van Alkmaar en omgeving, bij zo’n titel denk je te maken te hebben met het werk van een welwillende amateurhistoricus die de popularisering niet schuwt. Het blijkt het nieuwe boek van de zeer goed verkopende Alkmaarse schrijver Simone van der Vlugt. Bekend van thrillers en historische romans, is dit haar tweede non-fictieboek, of beter gezegd, een hybride van fictie en non-fictie.
In De stormachtige zestiende eeuw staat de familie Van Foreest centraal. Leden van deze familie waren betrokken bij belangrijke gebeurtenissen in Alkmaar en omstreken. Dat begint met Jorden van Foreest die de belegering van Alkmaar door de Friese rebel Grote Pier in 1517 meemaakte en eindigt zo’n beetje met de arts Pieter van Foreest die doodgeschoten Willem van Oranje verzorgde. Deze invalshoek geeft de auteur de kans om een levendig verhaal te vertellen, vol persoonlijke anekdotes, waarin ziekte en dood vaak de hoofdrol spelen.
Van der Vlugt biedt een mengeling van moderne en ouderwetse geschiedschrijving. De nadruk op ‘gewone’ mensen en vrouwen is modern te noemen. Ook heeft ze veel aandacht voor de strubbelingen tussen diverse groeperingen in de Hollandse steden aan het begin van de Opstand. De strijd lijkt inderdaad een burgeroorlog, zoals historici tegenwoordig schrijven.
Ook wil Van der Vlugt een glorieus verleden naar boven halen. Dat is letterlijk te nemen: amateurarcheoloog Van der Vlugt vermeldt trots haar vondsten in de Alkmaarse bodem. Maar wat echt ouderwets is, is het beeld van de Spanjaarden als de uitgesproken slechteriken. Het boek eindigt met een flinterdunne conclusie. Aanleiding voor de publicatie is dat Alkmaar 450 jaar geleden de belegering van de Spanjaarden afsloeg.
Op lichtgekleurde pagina’s heeft Van der Vlugt episodes uit het leven van haar hoofdpersonen in fictieve verhalen gegoten. In een spannend stukje wordt bijvoorbeeld beschreven hoe Maritge van Foreest meevocht tegen de Spanjaarden, in het non-fictie-hoofdstuk dat daarop volgt blijkt daar geen enkel bewijs voor te zijn.
In dit boek slaat de fantasie soms op hol. Ja, zo zou het gegaan kunnen zijn. Maar was deze sprong naar de creativiteit echt nodig? Eigenlijk niet, want Van der Vlugt heeft tal van interessante geschriften en dagboeken benut, waarin de zestiende-eeuwers over hun leven vertellen. Dit boek had prima gekund zonder de verzonnen verhalen. Ook in de non-fictiedelen van het boek draaft ze soms door. Over het dagboek van Nanning van Foreest over het beleg van Alkmaar, schrijft ze: „We (…) delen zijn angst.” Show, don’t tell, Simone, zou je dan willen zeggen.
Eén ding moet je Van der Vlugt nageven: ze schrijft zeer toegankelijk
Dit boek dankt zijn succes in de eerste plaats uiteraard aan de bekendheid van de auteur. En één ding moet je Van der Vlugt nageven: ze schrijft zeer toegankelijk. Korte hoofdstukken, veel korte zinnen, geen theoretische uiteenzettingen of complexe bespiegelingen, wel veel ‘leuke’ feitjes. Of de lezer het gevoel krijgt rond te kijken in de zestiende eeuw, wat Van der Vlugt beoogt, dat zal een kwestie van smaak zijn.