De Europese Unie heeft zijn begroting steeds slechter op orde. De Europese Rekenkamer, de onafhankelijke toezichthouder, constateert in zijn nieuwe jaarverslag dat het aantal fouten bij de uitbetaling van EU-gelden afgelopen jaar opnieuw is toegenomen. Voor de Rekenkamer is dat reden om de EU-begroting af te keuren.
Het is al het vijfde jaar op rij dat de Europese Rekenkamer een afkeurend oordeel velt over de EU-begroting. De Rekenkamer ziet bovendien dat het aantal fouten in de EU-begroting in al die jaren verder is gegroeid. Het foutenpercentage is opgelopen van 3 procent in 2021 naar 4,2 procent in 2022 tot 5 procent in 2023.
,,Dit is echt hoog’’, zegt Stef Blok, ex-minister voor de VVD en nu namens Nederland lid van de Europese Rekenkamer. „Bij één of twee procent accepteren we: waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Maar bij een percentage boven de twee procent zeggen we dat niet meer.”
Als de Rekenkamer fouten constateert, wil dat niet automatisch zeggen dat sprake is van fraude of verspilling. Wel betekent het dat de vooraf vastgestelde regels voor uitbetaling niet – of niet volledig – zijn gevolgd.
„Tussen de projecten die de regels niet correct gevolgd hebben, kunnen fantastische projecten zitten die voor de Europese belastingbetaler goed zijn uitgepakt’’, aldus Tony Murphy, de voorzitter van de Rekenkamer. „Evengoed zijn er projecten waarbij keurig de regels worden gevolgd, maar die niet het gewenste resultaat opleveren.’’
Lastig te controleren
Als verklaring wijzen de auditors van de Rekenkamer naar het groeiende aantal ‘ingewikkelde’ posten op de EU-begroting. Klassieke uitgaven als landbouwsubsidies, vastgesteld per hectare, zijn makkelijk vooraf vast te stellen en achteraf te controleren. Dat is lastiger als het gaat om onderzoeksgeld of de personeelskosten bij een groot regionaal project, of als uitgaven zijn gekoppeld aan specifieke voorwaarden, zoals hervormingen.
Een andere factor die het groeiende aantal fouten kan verklaren is de timing. De begroting van de Europese Unie wordt iedere zeven jaar vastgesteld, de huidige cyclus loopt van 2021 tot 2027. Naarmate het einde in zicht komt en bestaande potten geld nog moeten worden uitgegeven, sluipen er meer fouten in de goede besteding.
Dat is ook te zien bij het coronaherstelfonds, dat in 2020 tijdens de pandemie werd opgericht om in zes jaar tijd de Europese economie weer op gang te helpen. Inmiddels is de helft van die tijd om, maar is slechts een derde van het geld uitgegeven. De Rekenkamer houdt er om die reden ook rekening mee dat het aantal fouten dit jaar wederom hoger ligt. De druk om geld uit EU-begroting en het herstelfonds tijdig uit te geven, loopt immers op.
Het jaarverslag verschijnt op een moment dat de discussie over de toekomst van de EU-begroting losbrandt. De Europese Commissie wil in de toekomst nog meer hervormingen koppelen aan uitgaven, naar het voorbeeld van het coronaherstelfonds.
Het zal niet altijd eenvoudig zijn zulke uitgaven goed te controleren, aldus Stef Blok. Eerder dit jaar concludeerde de Rekenkamer al dat uitgaven uit het herstelfonds die als klimaatfinanciering in de boeken belandden, in de praktijk lang niet altijd zo groen bleken te zijn. ,,Het zijn geen onmogelijke vragen, maar we moeten wel goed opletten.”