Grondtroepen komen er nog niet aan te pas, maar de luchtoorlog tussen Israël en de Houthi’s, die een groot deel van Jemen in handen hebben, wordt met de dag heviger. Deze donderdag voerde de Israëlische luchtmacht bombardementen uit op het vliegveld van de Jemenitische hoofdstad Sanaa, op de belangrijkste havenstad Hodeida en op twee kleinere havenplaatsen. Er vielen naar verluidt negen doden. Het was de tweede keer in een week dat Israël doelen in Jemen onder vuur nam.
Op hun beurt blijven de Houthi’s – naar hun zeggen uit solidariteit met Hamas en de Palestijnen – steeds frequenter raketten en drones afvuren richting Israël. Ook op eerste kerstdag moesten miljoenen Israëliërs in het centrale deel van het land zich weer naar schuilkelders haasten omdat een ballistische raket hun kant op kwam. De bewuste raket, de vijfde binnen tien dagen, werd onschadelijk gemaakt door de Israëlische luchtafweer. Bij twee eerdere raketten was dit niet gelukt. Een daarvan kwam op een school terecht, die op dat moment leeg was. De andere raakte een kinderspeelplaats in Tel Aviv, met zestien gewonden tot gevolg. Deze vrijdagochtend volgde een zesde raket.
Pijnlijk voor zowel de Houthi’s als Israël was dat Tedros Gehbreyesus, directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de VN, tijdens het bombardement op de luchthaven van Sanaa was. Hij was daar om te onderhandelen over de vrijlating van zes VN-medewerkers die de Houthi’s sinds juni vasthouden, mogelijk uit onvrede met de opstelling van Westerse landen. Daarnaast houden de Houthi’s nog tientallen andere hulpverleners vast. Gehbreyesus bleef overigens ongedeerd. Een andere WHO-medewerker raakte wel gewond. De VN toonden zich intussen bezorgd dat de humanitaire hulp aan Jemen – waar miljoenen mensen van afhankelijk zijn – door de bombardementen op de Jemenitische havens en vliegvelden in de knel raakt.
Maar de Israëlische premier Benjamin Netanyahu verklaarde donderdag: „We zijn vastbesloten deze terroristische arm van de Iraanse As van het Kwaad af te breken. We zullen volhouden tot het karwei af is.” De Houthi’s maken deel uit van de zogeheten As van Verzet, een los netwerk van pro-Iraanse regimes en organisaties in het Midden-Oosten waartoe verder milities in Irak, het Libanese Hezbollah, het bewind van de inmiddels verdreven Syrische president Assad en Hamas behoren. Door de val van Assad en de zware klappen die Israël Hamas en Hezbollah het afgelopen jaar heeft toegebracht, is deze As van Verzet aanzienlijk verzwakt.
Ook in Israël zelf waarschuwen analisten er echter voor dat het Israël niet zal meevallen de taaie Houthi’s hun wil op te leggen. Om te beginnen ligt Jemen op zo’n 1.800 kilometer afstand van Israël en dat maakt luchtacties tegen de Houthi’s een stuk complexer en duurder dan tegen Hamas of Hezbollah. Zelfs de Verenigde Staten, met hun nog weer veel ruimere militaire middelen, zijn er tot dusverre niet in geslaagd de Houthi’s in te tomen.
Eind oktober constateerde de Amerikaanse militaire analist Andrew Jarocki dat de inzet van duizenden manschappen en het meest geavanceerde materieel „even doelmatig was geweest als het doden van een zwerm muggen met een bazooka”.
Kerstcadeautje
De campagne van Israëliërs om de Houthi’s onschadelijk te maken zal dan ook niet succesvol zijn, stelt Farea al-Muslimi van de Britse denktank Chatham House. „De Saoediërs en Emirati’s probeerden ze acht jaar kapot te bombarderen en daarna de Amerikanen en Britten. Dat haalde allemaal weinig uit.” Bovendien lukt het de Houthi’s om met weinig middelen veel schade te veroorzaken, bijvoorbeeld aan het vrachtverkeer in de Rode Zee. Daar staat tegenover dat de Verenigde Staten en lidstaten van de Europese Unie afgelopen jaar miljarden dollars kwijt waren aan militaire operaties gericht tegen de Houthi’s.
Een oorlog met Israël is een „kerstcadeautje” voor de Houthi’s, zegt al-Muslimi. Het helpt ze “kracht uitstralen” op het internationale podium en is koren op de molen van hun ideologie. „Kijk naar de beginselen van het Houthi-gedachtengoed rond de eeuwwisseling, en je ziet dat het anti-Amerikaans, anti-Westers en anti-Israëlisch is.” De huidige krachtmeting met Israël past precies in dat straatje.
Hoewel verschillende analisten erop wijzen dat het conflict de Houthi’s ook populariteit oplevert onder de Jemenitische samenleving, betwist al-Muslimi dat Jemenieten hun beeld van de groep zullen bijstellen. „Ze hebben al een heel duidelijk beeld van de Houthi’s en hoe verschrikkelijk ze zijn.”
Bovendien gedijen de Houthi’s bij oorlog, meent al-Muslimi. Ze hebben er volgens hem hun economie op ingericht. Bijvoorbeeld door „historisch veel belasting te heffen”. Die inkomsten geven ze echter veelal uit aan hun militaire apparaat in plaats van de salarissen van ambtenaren. Analisten spreken dan ook van een „militarisering” van de samenleving in Houthi-gebieden. Schaarse middelen gaan veelal naar oorlogsdoeleinden in plaats van naar het verlichten van armoede en voedseltekorten onder de bevolking.
Zo’n ideologisch gedreven systeem bombardeer je niet kapot, zegt al-Muslimi. Wat de situatie wel kan veranderen is een staakt-het-vuren in Gaza. „Dat ontneemt de Houthi’s het excuus om door te gaan met hun bombardementen.” Want zelfs al geven de Houthi’s niet veel om binnenlandse populariteit, zijn ze volgens al-Muslimi wel „pragmatisch” genoeg om te realiseren dat de bevolking de verdere druk van een oorlog met Israël op de economie en maatschappij niet zal pikken als de oorspronkelijke casus belli is verdwenen.
Lees ook
Houthi’s lijken niet van plan zich nu verder koest te houden