De duurzame toekomst van opera: kostuums via Vinted en decors van oud hout

Reportage

Circulaire opera Opera is net als andere kunstvormen vervuilend, met op maat gemaakte decors die na één keer gebruik worden weggegooid. Dat moet anders, denkt operagezelschap SALIX.

Regisseur Rennik-Jan Neggers en zangeres Lucie van Ree in het circulaire decor voor de kameropera ‘The Bear’.
Regisseur Rennik-Jan Neggers en zangeres Lucie van Ree in het circulaire decor voor de kameropera ‘The Bear’.

Foto Simon Lenskens

In de tragikomische kameropera The Bear van William Walton uit 1967 is weduwe Popova ontroostbaar door het overlijden van haar man. Dan staat er ook nog een bekende van haar man voor de deur om een oude schuld te innen. Het resulteert in een verhit duel.

Tijdens eerdere uitvoeringen van die opera is de treurige Popova te zien in een lange, zwarte jurk. Soms met veel franjes, andere keren oogt de weduwe soberder. Veelal zijn haar ogen donker opgemaakt en is ze behangen met zware sieraden.

Het jonge kameroperagezelschap SALIX waagt zich deze zomer aan de opera, maar wel op hun eigen manier. In plaats van een zwarte jurk op maat dook mezzosopraan Lucie van Ree (1994), die Popova speelt, in haar eigen kledingkast op zoek naar pantalons en schoenen die bij het karakter passen. En de regisseur en artistiek leider van het gezelschap Rennik-Jan Neggers (1993) had nog wel een nepbontjas liggen die zo uit de garderobe van de weduwe leek te komen.

Zo sprokkelden ze niet alleen Popova’s kostuum bij elkaar, maar werden voor elk personage de eigen kledingkasten, online tweedehandswinkels Vinted en Marktplaats afgestruind op zoek naar kostuumonderdelen. Er werden geen willekeurige kledingstukken verzameld: de makers gingen gericht op zoek naar items die bij de visie voor de voorstelling pasten.

In de Utrechtse werkplaats van Anouk Boon (rechts) zijn de voorbereidingen van het circulaire decor in volle gang.
Foto Simon Lenskens

Altaar van oud hout

SALIX probeert dan ook op een zo circulair mogelijke manier hun opera’s te produceren. Bij de productie van The Bear, dat deze zondag op het Grachtenfestival in Amsterdam in première gaat, hield het gezelschap zich aan de richtlijnen van het Theatre Green Book. Dat schrijft een internationale productiemethode voor hoe kleine, middelgrote en grote theatergezelschappen kunnen verduurzamen. Van alle materialen die voor The Bear nodig zijn, heeft 75 procent een eerder leven gehad. Bovendien moet tachtig procent van het materiaal na de voorstelling hergebruikt worden.

In de Utrechtse werkplaats van Anouk Boon van Zaparoya Design zijn de voorbereidingen van het circulaire decor in volle gang. Met tweedehands podiumdelen en een oude vloer uit een woonhuis wordt het houten speelvlak gemaakt waar de voorstelling op gespeeld wordt. Op het klittenband na is alles aan het podium gerecycled. In de ruimte ernaast wordt aan één van de rekwisieten gebouwd: een altaar, gemaakt van oud hout uit een kinderdagverblijf.

Een circulaire theaterproductie kost tijd en geld. Voor de productie van The Bear werd een crowdfunding opgezet waarmee het decor betaald wordt. Ontwerper Boon is twee dagen bezig geweest om al het gebruikte, soms beschimmelde hout weer gebruiksklaar te maken.

Regisseur Rennik-Jan Neggers legt uit dat hij uren op Vinted, Marktplaats en in kringloopwinkels doorbrengt. „Dan rij ik weer naar Appingedam voor een broekje, of vind ik leren handschoentjes in een kringloopwinkel. Het maakt niet uit hoe we eraan komen, zolang het maar een eerder leven heeft gehad. Dat geldt voor de kostuums, de rekwisieten en het decor.”

Een bouwtekening voor het decor van de kameropera The Bear van William Walton.
Foto Simon Lenskens

Morele worstelingen

Die inspanningen zijn volgens Neggers en zangeres Van Ree broodnodig, omdat de operasector worstelt om de tijdsgeest bij te houden. Daarbij speelt duurzaamheid, maar ook de toegankelijkheid van de stukken, een grote rol. „Opera is een fantastische kunstvorm. Heel indrukwekkend, heel overweldigend. Maar tegelijkertijd is er enorm veel verspilling. Niet alleen door decors die worden afgeschreven en soms weggegooid, maar ook kostuums en rekwisieten die elke keer compleet nieuw worden gemaakt”, legt Neggers uit.

„Mijn hart gaat sneller kloppen van opera”, zegt ook Van Ree. „Maar er zijn morele worstelingen. Er wordt heel makkelijk omgegaan met dingen weggooien en nieuw kopen. Deze productie van SALIX heeft de boodschap: kijk een beetje buiten je comfortzone, zodat deze kunstvorm behouden kan blijven.”

Het betekent ook dat de makers van SALIX concessies deden en proberen de uitdagingen van circulair theater maken om te buigen naar aanwinsten. Neggers had de podiumvloer het liefst iets donkerder gezien, maar circulair verven is lastig. Dus blijft de vloer zoals-ie is, van lichtbruin hout.

Volgens de artistiek leider zouden ook grote gezelschappen bewuster moeten nadenken over de productie van opera’s, als dat betekent dat de sector verduurzaamd kan worden. Al snapt hij ook dat de flexibiliteit die nodig is om een verduurzamingsslag te maken bij kleine gezelschappen groter is. SALIX heeft als klein kameroperagezelschap – deze productie telt drie personages en een ensemble van vijf muzikanten – dan ook een rol om de kar te trekken, denkt Neggers. „In de hele sector voel je een tendens naar verduurzaming. De grote gezelschappen zijn de Boeing 737’s en wij een stuntvliegtuigje. We kunnen snel schakelen, omdat we zo klein zijn.”

Bovendien hoeven duurzaamheidsambities helemaal niet ten koste te gaan van het artistieke proces, denkt Neggers. „Het decor voor deze voorstelling willen we hierna graag hergebruiken. Dat kan als één groot speelvlak, of als losse panelen. Ook krijgen toekomstige regisseurs een budget om het aan te passen naar hun eigen visie en om er dingen aan toe te voegen.”

De losse delen voor de speelvloer van de kameropera The Bear .
Foto Simon Lenskens

Grotere tijdsinvestering

Het gezelschap ziet veel kansen voor de intiemere kameropera’s, een genre waar Nederlandse gezelschappen zich volgens de artistiek leider van SALIX nog maar weinig op richten. „Kameropera nodigt uit tot verkleining, luchtigheid, toegankelijkheid en verduurzaming.”

In de toekomst hoopt Van Ree dat andere gezelschappen zich meer bezig zullen houden met het hergebruiken van bestaande kostuums, decors en rekwisieten: „Er is al van alles. Ik hoop dat mensen net wat creatiever omgaan met materialen die al een keer voor een andere productie zijn gebruikt. Of dat er meer co-producties gedaan worden. Het is een grotere tijdsinvestering en het vergt een bepaalde mindset om het anders te doen.”

Het is een overtuiging, denkt Neggers. „Je moet het kunnen en willen. Omdat wij klein en jong zijn en de energie hebben, kan dat.”

The Bear van SALIX Kameropera, gaat 13/8 in première op het Grachtenfestival in Amsterdam. Daarna tournee t/m december op verschillende plekken in Nederland. Inl: salixkameropera.nl