De dualiteit van Karl Lagerfelds oeuvre

Recensie Vormgeving

Mode In de jaarlijkse modetentoonstelling in ‘The Met’ in New York komt het werk van Karl Lagerfeld vooral tot leven in de video’s van de naaisters die precies weten hoe ze elke lijn en krabbel in zijn soms best abstracte schetsen moeten interpreteren.

Het thema bloemen, met jurken die Lagerfeld voor verschillende modehuizen ontwierp.
Het thema bloemen, met jurken die Lagerfeld voor verschillende modehuizen ontwierp. Foto Timothy A. Clary

Met body positivity had hij niet zoveel. Volgens hem vonden alleen „dikke moeders die met zakken chips voor de tv hangen” dunne modellen niet mooi. Toen de #MeToo-beweging nog geen jaar bestond, was hij het al „beu”. Als modellen niet wilden „dat er aan hun broek getrokken wordt” moesten ze maar „non worden”. Coco Chanel noemde hij „niet lelijk genoeg om feminist te zijn”. En toen Angela Merkel de Duitse grenzen opende voor Syrische vluchtelingen omschreef hij dat als „een belediging voor Holocaust-slachtoffers”.

Karl Lagerfeld, de Duitse modeontwerper die in 2019 op 85-jarige leeftijd overleed, is het controversiële onderwerp van de jaarlijkse modetentoonstelling van The Metropolitan Museum of Art (‘The Met’) in New York. Elk jaar zijn hier de grootste en best bezochte modetentoonstellingen ter wereld te zien. De recordeditie van 2018 – over de invloed van de katholieke kerk op de mode – trok bijna 1,7 miljoen bezoekers.

De opening gaat elk jaar gepaard met het Met Gala, waarmee geld opgehaald wordt voor de kostuumafdeling (de enige afdeling binnen het museum die zichzelf moet financieren). Een kaartje kostte dit jaar – afgelopen 1 mei – 50.000 dollar. Modehuizen kopen voor een paar ton een hele tafel en nodigen beroemdheden uit die ze van top tot teen in hun kleren steken.

Een jas die Lagerfeld ontwierp voor Fendi.
Foto Timothy A. Clary

Fashion’s biggest night out’ bestaat al sinds 1948, maar zeker sinds Vogue-hoofdredacteur Anna Wintour zich over de organisatie bekommert, is het uitgegroeid tot een mediaspektakel dat elk jaar meer op een carnavalsoptocht gaat lijken dan op een mode-evenement. Zo kwamen dit jaar twee mensen verkleed als Lagerfelds kat Choupette (die dankzij een eigen Instagram-account met een kwart miljoen volgers ook een celebrity werd): acteur Jared Leto en popster Doja Cat, die haar gezicht met protheses liet omvormen tot de birmaan en tijdens interviews aanhoudend miauwde.

Van Lagerfelds persoonlijkheid komt vrijwel niets terug in de tentoonstelling. Curator Andrew Bolton besloot op zijn ontwerpen te focussen. „Ja, hij was problematisch”, zei Bolton in de podcast van online modekrant The Business of Fashion. „Er waren dingen die hij zei die, tja, lastig waren. Maar meende hij het? Of was het een afleiding? Ik weet het niet.”

De bril van Karl Lagerfeld
Foto Timothy A. Clary

Wereldberoemde muzes

Bij binnenkomst in de zaal is Lagerfelds bureau nagebouwd, compleet overwoekerd door slordige stapels boeken, tijdschriften en schetsen, iPads, stiften, cola light-blikjes. Er is een klein zaaltje met 81 iPhones waarop wat bravere quotes („sweatpants are a sign of defeat”) van Lagerfeld voorbijkomen. In de laatste ruimte zijn de kleren en accessoires die Lagerfeld zelf graag droeg ingelijst. De overige 95 procent van de tentoonstelling bestaat uit zijn ontwerpen. En dat zijn er nogal wat, met een carrière die 65 jaar beslaat.

Karl Lagerfeld is namelijk een van de invloedrijkste en zonder twijfel de productiefste ontwerper die ooit geleefd heeft. Hij begon zijn carrière als assistent van Pierre Balmain in Parijs. Het langst werkte hij bij Fendi (54 jaar), Chloé (25 jaar, verspreid over twee periodes) en Chanel (36 jaar). Bij dat Franse modehuis begon hij in 1983, twaalf jaar na de dood van oprichter Coco Chanel. Onder zijn leiding groeide het uit tot een van de beroemdste en winstgevendste modehuizen op aarde.

Een couture-ensemble uit Chanels najaarscollectie van 1990.
Foto Timothy A. Clary

Anders dan Coco Chanel lanceerde hij geen compleet nieuw silhouet of kledingstuk. Wat hem vooral vernieuwend maakte, was zijn uitstekende gevoel voor marketing. De decors die hij voor de shows Chanel liet bouwen – een raket die een stukje opsteeg, een supermarkt vol producten met Chanel-logo’s, een echte, uit Zweden geïmporteerde ijsberg – waren zó spectaculair, dat de shows, ongeacht de collectie, altijd viral gingen. Hij wist wereldberoemde muzes aan Chanel te binden.

En hij maakte van zichzelf een superster. Met zijn haast karikaturale uiterlijk – een witgepoederd paardenstaartje, hoog dichtgeknoopt overhemd, zwarte zonnebril, vingerloze handschoenen en grote zilveren ringen – werd hij ook buiten de modewereld een beroemdheid. Zijn eigen label Karl Lagerfeld – dat z’n hoofdkantoor in Amsterdam heeft – drijft vrijwel helemaal op zijn beeltenis (en die van kat Choupette).

Historisch versus futuristisch

Curator Andrew Bolton wilde vooral de dualiteit van Lagerfelds oeuvre belichten. In de door architect Tadao Ando ontworpen tentoonstelling zigzaggen bezoekers door ruimtes waarin steeds twee tegengestelde thema’s aan bod komen. Links een wand vol op mannenkleding geïnspireerde pakken, rechts ultravrouwelijke tule jurken. Links bloemenprints, rechts geometrische vormen. Historisch versus futuristisch, enzovoort. Interessante, maar wel erg onpersoonlijke thema’s.

Kleren en accessoires van Karl Lagerfeld
Foto Timothy A. Clary

In totaal zijn er ruim 200 ontwerpen te zien, waaronder een hoop prachtige en technisch ongelooflijk indrukwekkende dingen. Het handwerk is soms adembenemend. Zoals de blauw-witte, op Chinees porselein geïnspireerde Chanel-couturejurk uit 1984 met tienduizenden kraaltjes. En de perfect gesneden Chaneljasjes van tweed met een overdreven rond silhouet, uit 2017. Of de niet bij veel mensen bekende, met de hand beschilderde tunieken die hij in de jaren zeventig voor Chloé ontwierp. Wel even schrikken: de hoeveelheid bont, zijn werkgever Fendi is van oorsprong een bontbedrijf. Opvallend is hoe tijdloos veel ontwerpen zijn. De jaartallen zijn in de meeste gevallen moeilijk te raden.

Wie aan de stijl van Karl Lagerfeld denkt, denkt vaak hoe hij er zelf uitzag of aan de klassieke mantelpakjes van Chanel, maar in deze tentoonstelling komen zoveel thema’s, tijdperken en opdrachtgevers aan bod, dat opeens duidelijk wordt dat hij eigenlijk geen heldere eigen signatuur had.

Jurk van Karl Lagerfeld.
Foto Timothy A. Clary

Een grote meerwaarde zijn de ontwerpschetsen die bij elk ontwerp zijn afgebeeld, Lagerfeld werkte nooit met stoffen of naaimachines, hij schetste zijn ontwerpen uitsluitend op papier; de titel van de tentoonstelling – A Line of Beauty – refereert daar ook aan. In de tweede ruimte zijn video’s te zien van de naaisters in het atelier, die precies weten hoe ze elke lijn en krabbel in zijn soms best abstracte schetsen moeten interpreteren. In die zaal komt de tentoonstelling het meest tot leven.