
De zaak
Octave D. (52) wist dat hij ooit tegen de lamp zou lopen, maar dat het meer dan tien jaar zou duren, dat had hij niet verwacht. „Het moment is nu”, zegt de politierechter in Amsterdam. „En ik heb begrepen dat u ook wel wil vertellen over wat er is gebeurd.” Octave D. knikt.
Bijna alle stoeltjes in de rechtbank zijn bezet, want er is veel pers gekomen. „Ik ben het wel gewend”, zegt D. Hij is een beroemde crimineel. Aanvankelijk verwierf hij bekendheid als serie-inbreker. In 2017 leerde de hele wereld hem kennen doordat hij bekende dat hij in 2002 twee doeken van Van Gogh had gestolen.
Nu staat D. terecht voor iets heel anders: het verduisteren van 127.628 euro, afkomstig uit de AOW-uitkering van zijn in 2013 overleden vader. „U bent geboren in Amsterdam”, zegt de rechter, „en als ik dat niet had gelezen, dan had ik het wel aan u gehoord.”
Octave D. steekt van wal. „Mijn vader overwinterde altijd in Suriname, nu zou hij voorgoed die kant op gaan. Nou, toen overleed hij daar.” D. woonde bij zijn vader en die woning wilde hij niet kwijt. De uitkering liet hij doorbetalen, dan zouden nergens alarmbellen afgaan en kon hij blijven. „Ik zat in een dilemma.”
Om me heen werd de een na de ander doodgeschoten. Ik was nogal gestrest
Het geld kwam binnen op de rekening van zijn vader, met de pinpas betaalde D. dagelijkse aankopen. Ook buiten het overlijden van zijn vader was het een nogal roerige periode, vertelt D. Zijn dochter kwam bij hem wonen na negen jaar in de jeugdzorg te hebben doorgebracht, zelf stond hij op een dodenlijst, zegt D. „Om me heen werd de een na de ander doodgeschoten. Ik was nogal gestrest.”
Inmiddels, zegt D., heeft hij de misdaad een paar jaar geleden achter zich gelaten. Twee jaar geleden kwam via de verhuurder aan het licht dat hij in het huis van zijn overleden vader woonde. Hij moest vertrekken, de uitkering werd stopgezet en de vervolging begon.
Intussen komt D.’s carrière in het burgerbestaan niet echt van de grond. Hij wil graag met aan lager wal geraakte jongeren werken, want daar heeft hij ervaring mee. „Ik heb zelfs een opleiding gedaan. Maar niemand wil me hebben.” Aan het boek Meesterdief, dat hij samen met een journalist over de roof van de Van Goghs publiceerde, verdiende hij 50 cent per exemplaar. D. voelt zich bekocht.
„Ik krijg letterlijk alle deuren open, maar de deur naar de mainstream, naar het normale leven, krijg ik niet open.” Hij heeft wel al plannen voor over zes jaar. Dan verjaren „bepaalde delicten”, zegt hij, en kan hij daar een boek over schrijven.
De rechter kijkt op het schermpje voor zijn neus, daarna naar D. „Ik had een heel aantal vragen opgesteld om met u te bespreken: over of uw vader wel of niet overleden is bijvoorbeeld, want eerder heeft u daar andere verhalen over verteld.”
D. glimlacht. „U had verwacht: ik kom met een lulverhaal, maar ik vertel gewoon de waarheid.”
En die waarheid is, vindt de officier van justitie, dat Octave D. „op grove wijze misbruik heeft gemaakt van de sociale verzekering. Dat geld was van de samenleving. Volgens de officier van justitie heeft D. het geld niet alleen verduisterd, maar het ook witgewassen, door het uit te geven. Daarom acht de officier een celstraf „de enige passende straf”. Hij eist een celstraf van negen maanden.
D.’s advocaat wijst erop dat cliënt de sociale verzekeringsbank niet actief heeft voorgelogen. „Hij heeft zich stilgehouden, maar niks gedaan om de schijn te wekken dat zijn vader nog zou leven.”
Het lijkt alsof ik maandelijks een truc heb uitgehaald, beseft Octave D. „Maar u moet weten dat het allemaal automatisch ging. Het was nooit de bedoeling. Het ging om het huis. Ik moet zeggen: dat het nu uit is gekomen, is een hele opluchting.”
Het oordeel
De rechter vindt het bedrag van 127.628 euro niet correct, omdat wat voor 2019 is gebeurd, verjaard is. Daarom komt de rechter uit op een bedrag van ongeveer 50.000 euro, daarvoor wordt D. gestraft.
De officier van justitie verwijt D. dat hij nu pas de waarheid vertelt, die hij bovendien bewust achter zou hebben gehouden, maar daar wil de rechter niet over oordelen.
Voor het verduisterde bedrag wil de rechter een straf opleggen. „U had anders kunnen handelen. U had de gelden kunnen bewaren – dat had meer ondersteuning gegeven aan het verhaal dat het u om de woning te doen was.”
Witwassen acht de rechter ook bewezen. „U heeft meer gedaan dan alleen geldbedragen ontvangen, u heeft ze ook uitgegeven.” Hiervoor worden normaal gesproken „best wel flinke straffen opgelegd”, zegt hij. Meestal onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. „Maar ik meen dat u het niet altijd makkelijk heeft gehad in uw levensloop, en dat u intussen het positieve wil doen. Ik hoop dat het ook lukt met uw baan. U heeft hier in ieder geval een mooi podium gekregen om te solliciteren.”
De rechter legt D. een taakstraf op van 240 uur. „Dat is flink werken.”
