Demonstranten blokkeerden wegen door banden te verbranden.
Foto Gerald Anderson / Anadolu Agency / Getty Images
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In beeld Tientallen Keniaanse aanhangers van de oppositie zijn doodgeschoten bij protesten deze maand. Demonstranten gaan de straat op vanwege belastingverhogingen en de hoge kosten voor levensonderhoud.
Keniaanse aanhangers van de oppositie demonstreerden donderdag voor de tweede dag deze week tegen de hoge kosten van levensonderhoud en tegen belastingverhogingen. Oppositieleider Raila Odinga riep voor de derde keer deze maand op om de straat op te gaan. Woensdag raakte de politie slaags met de demonstranten en arresteerde minstens 300 mensen. Een politieagent vertelde tegen persbureau Reuters dat de politie te horen kreeg dat ze geen doden mochten melden bij de demonstraties. Het was niet meteen duidelijk wie de opdracht had gegeven. Volgens de onafhankelijke waakhond Independent Medico-Legal Unit, die AP citeert, zijn woensdag zes mensen doodgeschoten. Ook hoge oppositieleiders werden gearresteerd. Scholen en winkels bleven dicht.
Mensenrechtenorganisaties beschuldigen de politie al langer van het gebruik van buitensporig geweld. Nu groeit ook de bezorgdheid over de tactieken die worden gebruikt onder de regering van de vorig jaar gekozen president William Ruto. Zo deed een politieagent zich voor als journalist tijdens het protest woensdag.
Een demonstrant gooit een steen. Foto Thomas Mukoya/Reuters
Bij protesten dit jaar zijn in totaal 27 demonstranten gedood. De demonstraties worden aangewakkerd door de recente goedkeuring van een wet die nieuwe belastingen oplegt. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) noemde de goedkeuring van die wet deze week een „cruciale” stap in de richting van het verminderen van de schuldenlast van Kenia. De VN-organisatie tekende maandag voor een nieuwe financiering aan Kenia van bijna 1 miljard euro. Als poging om partners gerust te stellen over de Keniaanse economie had president Ruto woensdag een ontmoeting met de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger Katherine Tai.
Schulden
Onder toenmalig president Uhuru Kenyatta begon Kenia tussen 2013 en 2022 met grote infrastructurele projecten waardoor de schuldenlast enorm opliep. Sinds zijn aantreden vorig jaar diende president Ruto de economie een zwaar medicijn toe: subsidies werden afgeschaft, belastingen gingen omhoog en ambtenaren ontvingen maandenlang geen salaris. Hoewel Ruto zich aanprees als „de man van het volk” en veel werkloze jongeren daarom op hem stemden, staat de Kenianen het water nu aan de lippen: ze kunnen de prijsverhogingen niet meer aan.
Demonstranten bij protesten op woensdag in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Foto Gerald Anderson/Anadolu Agency/Getty Images
Mensen verzamelen zich in de sloppenwijk Mathare Valley in Nairobi. Foto Thomas Mukoya/Reuters
Politieagent rent weg voor aanhangers van de oppositie die hem achtervolgen en met stenen gooien. Foto Luis Tato/AFP
Mensen verzamelen zich in de buurt van brandende bedrijfspanden, nadat aanhangers van de oppositieleider Raila Odinga in botsing kwamen met agenten van de oproerpolitie. Foto James Keyi/Reuters
Vrouwen dragen een demonstrant die werd neergeschoten. Foto John Muchucha/Reuters
Kenia zette zich op woensdag schrap voor een nieuwe ronde van protesten, ondanks een verbod van de regering. Foto Tony Karumba/AFP
Een groep demonstranten verzamelt zich op straat en scandeert leuzen. Foto Luis Tato/AFP
Jonge mannen zoeken dekking voor het geweld. Foto Thomas Mukoya/Reuters
Meer dan vijftig kinderen belandden al in het ziekenhuis vanwege traangasaanvallen door de politie. Foto Luis Tato/AFP)
Een vermoedelijke demonstrant wordt aangehouden door de politie. Foto Tony Karumba/AFP
Een aanhanger van de oppositie houdt een steen omhoog naast een brandende barricade. Foto Luis Tato/AFP
Demonstranten gooien stenen en verbranden voorwerpen in de grootste sloppenwijk van Nairobi: Kibera. Foto Monicah Mwangi/Reuters
Op 13 januari brak er een grote ijsschots (A84) af van de George VI ijsplaat, die aan de zijkant ligt van het schiereiland dat richting het noorden naar het puntje van Zuid-Amerika reikt. De onderzoekers van de Falkor, die toevallig in de buurt waren voor ander onderzoek, volgden hun nieuwsgierigheid. Op 25 januari bereikten ze de plek waar kort daarvoor nog een honderdvijftig meter dik pak ijs had gelegen.
Met een robotonderzeeër, de SuBastian, zochten ze acht dagen lang de ongerepte zeebodem af naar bijzonderheden.
Op jonge leeftijd verhuisde Xiaoxiao Xu (40) binnen China naar een andere stad met een nieuw dialect. Zeven jaar later reisde ze haar moeder achterna naar Nederland, waar ze weer een nieuwe taal moest leren. Xu worstelde er lange tijd mee hoe ze zichzelf moest uiten maar vond een manier in de fotografie. In 2009 studeerde ze af aan de Fotoacademie in Amsterdam, sindsdien werkt ze aan eigen projecten.
Door de verhuizing in China had Xu zich geïsoleerd gevoeld en een toevlucht gezocht in de wereld van Japanse manga. Toen ze in Nederland in 2022 voor de eerste keer een cosplay-conventie bezocht, zag ze, naast figuren uit bijvoorbeeld Star Wars en Breaking Bad, personages uit Japanse anime en manga. „Ik had gelijk een band met de bezoekers. Ik voelde me als een kind in een snoepwinkel”, vertelt ze. Voor haar nieuwe fotoboek This looks better irl: Exploring cosplay cons bezocht Xu in tweeënhalf jaar tijd meer dan dertig cosplay-bijeenkomsten in Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ze werd er betoverd, zoals ze het zelf formuleert, door het gemeenschapsgevoel en de creatieve aandacht voor kleding, make-up en accessoires waarmee personages uit films, strips en games tot in detail worden uitgebeeld.
Op sociale media delen cosplayers geregeld het maakproces van hun outfit, waar ze soms maandenlang aan werken. Xu besloot naast eigen foto’s ook hun Instagram-screenshots in haar boek op te nemen.
Online laten deze cosplayers niet alleen hun creaties zien, maar ook hun onzekerheden en kwetsbaarheden, zegt ze. In het voorwoord schrijft ze: „Een groot deel van de cosplaygemeenschap is neurodivergent. […] Op sociale media delen ze hun gevoelens.” Zo vertelt een cosplayer op Instagram dat de therapie voor een angststoornis haar zwaar valt. Een ander geeft aan liever niet spontaan aangesproken te willen worden op een conventie, omdat dat te veel onverwachte prikkels geeft.
Xu: „Ik denk dat veel mensen moeite hebben om hun gevoel te uiten in taal. Met mijn fotoserie wil ik de eigenheid van cosplayers laten zien. Vaak worden ze weggezet als kinderlijk. Ze omarmen juist de vrijheid om zichzelf te zijn.”
Niet voor iedereen is cosplay overigens een toevluchtsoord, zegt ze. „Een groot deel vindt het gewoon leuk om te knutselen en creatief bezig te zijn. Om iets moois aan te trekken en naar een conventie te gaan.”
Vroeger was Willy Kling (73) timmerman en trainde hij de plaatselijke voetbaljeugd. Nu is hij met pensioen en traint hij waterslagers. Dat is een kanarieras dat speciaal voor de zang wordt gefokt, waar dan weer wedstrijden voor worden georganiseerd. Vanzelf gaat dat zingen niet: alleen de mannetjes doen het, en ook die brengen hun krachtige, gevarieerde, als klokkend en borrelend water klinkende lied alleen na een zorgvuldig uitgedacht trainingsregime.
Er is een jaarlijkse cyclus, die rond deze tijd van het jaar begint. De zang van de waterslager is deels erfelijk bepaald, dus de in het Gelderse Wijchen wonende Willy Kling en zijn vrouw (die „voor 200 procent” achter zijn hobby staat) koppelen een melodieus mannetje aan een vrouwtje, een ‘pop’, en dan hopen ze „dat daar weer toppers uitkomen”. Als ze vijf dagen oud zijn krijgen de jonge vogeltjes een voetring met daarop het kweeknummer dat Kling van de bond toebedeeld kreeg en een uniek nummer per dier.
In november, als ze een klein half jaar oud zijn, begint de zangles. In de volière laten de mannetjes zich dan al horen, maar nu gaan Kling en zijn vrouw ze ‘opkooien’, zoals dat heet: vier boven elkaar, elk in een eigen kooitje. Waterslagers beginnen te zingen als het licht wordt, dus hij zet ze in een volledig verduisterde ruimte waar hij met een lamp meerdere keren per dag een zonsopkomst veinst. En dan luisteren. Twaalf verschillende geluiden (‘toeren’) onderscheiden de experts: de klokkende, bollende en rollende waterslag moeten ze in het repertoire hebben, net als bijvoorbeeld het knorren, woeten, bellen en tjokken. Belangrijk is dat de onderste van de vier een brutaal knaapje is, niet bang het voortouw te nemen: waterslagers beginnen doorgaans te zingen zodra ze onder hen een soortgenoot horen.
Kling zit erbij en noteert. „Het mooiste”, zegt hij, „is als ze alle vier hetzelfde lied inzetten, dat het een zuiver in het gehoor liggend geheel is. Als er een met de knor begint en een ander met de klok, dan klinkt het niet.”
Hoe krijg je dat voor elkaar? Lachend: „Ja, dat is het uitzoeken van de liefhebber.” Het samenstellen van goed op elkaar ingespeelde kanarieteams helpt natuurlijk. En voedsel is belangrijk. Kling experimenteert met soorten voer, weegt het op de gram nauwkeurig. Anijszaad, bijvoorbeeld, is wat nootachtig, dat is heel goed voor de keeltjes. „Maar welk voer precies, en in welke hoeveelheden: dat is geheim. Daar ben ik járen mee bezig geweest.” Wat ook helpt is een strak ritme: niet de ene dag voeren om vijf uur en de volgende pas om zes uur. „Een mens moet regelmaat hebben, maar een vogel ook.”
Zo werkt hij toe naar de wedstrijden. Het Nederlands kampioenschap was de afgelopen jaren in Urk. Kling neemt altijd een wedstrijdselectie van 24 waterslagers mee; zes teams van vier, in houten koffers. De bedoeling is dat je ze daar aflevert, je mag er niet bij zijn als de keurmeesters naar het gezang van de deelnemende vogels luisteren en scores toekennen. Wel geeft Kling zijn eigen voer mee, en zelfs zijn eigen water. „Dat is gewoon kraanwater, maar wel van hier. In Wijchen is het water anders dan in Katwijk of Urk. Elke plaats heeft z’n eigen hardheid.” De kleinste verandering van spijs, zo gelooft hij, zou de zang van z’n vogels kunnen aantasten. Zo werd hij al meerdere keren Nederlands kampioen – en zelfs een keer wereldkampioen.
Foto’s Eveline van Elk
Op het laatste NK, afgelopen januari, heeft hij „wel goed gedraaid, laat ik het zo zeggen”. Er zijn meerdere categorieën: een voor het kwartet vogels boven elkaar, een voor duo’s, een voor enkelingen. Hij kwam thuis met respectievelijk de tweede, derde en tweede plaats. Tevreden? „Jah, ik ben ergens wel blij, maar toch, toch.” Bij meerdere andere zangwedstrijden ging hij dit jaar naar huis met de prijs voor ‘meesterzanger’: die is voor de vogel die van alle 250 tot 300 die meededen het mooist zong. Van prijzengeld is overigens geen sprake; Kling en andere deelnemers doen het voor de eer.
Foto Eveline van Elk
De vogels gaan na de wedstrijd weer naar de volière; sowieso zitten ze nooit langer dan twee, drie dagen achtereen in het kleinere kooitje, zegt hij. Na zo’n cyclus gaan ze naar een opkoper, die ze naar onder meer het Midden-Oosten en Vietnam vervoert. „Schijnbaar willen die mensen daar ze in huis hebben.”
Er zijn steeds minder mensen die dit doen, zangkanaries kweken en leren zingen. Met duizenden waren ze in de jaren vijftig, nu is Willy Kling een van de weinigen die er nog elke dag mee bezig is.
Ja, elke dag, benadrukt hij, maar niet de héle dag. „Je kunt wel eindeloos bij die kooien gaan liggen hangen, maar dat vinden die vogels ook niet leuk.”